Uncategorized

Een mooie ‘moeder’dag

Wat een ochtend. Ik lig naast lief en luister naar de kleine geluiden, die doorklinken. Het stille kirren van de jonge kauwtjes in het nest naast ons, slechts gescheiden door de gestucte muur, een auto die door de straten raast, een man en een vrouwenstem boven het geluid van een radio uit, een kraak ergens in het huis, het krabben van Pluis aan haar krabpaal, het staccato ademen van lief naast me. Het is moederdag.

Ik denk aan mijn moeder, onze moeders, moet ik zeggen. Ieder van ons, alle elf en niemand uitgezonderd, heeft een eigen moeder gehad. Voor ieder kind is ze er altijd geweest. Dat is een mooie gedachte. Ze keek er naar uit, naar moederdag. De aanloop en de gezelligheid die dat met zich meebracht, de cadeautjes waarmee we haar op dat moment in de watten legden, een mooie plant, eau de cologne, maria zeepjes, chocolade, liefst gevuld, en altijd bloemen. ‘Voor mij’ kon ze vol verbazing zeggen, ‘Ach malle’. Moeders in het zonlicht, alle dagen, maar deze dag speciaal.

Ik denk aan míjn eigen moederdagen. ‘Alle dagen van het jaar zijn moederdagen’ plachtte ik te zeggen en veegde meteen de reden uit de handen van de kinderen, om mij op die ene dag speciaal in het zonnetje te zetten. Ze hielden zich er nooit aan.

Moederdag op school was ook lang een taboe. Geen wensjes, geen asbak, geen tekening, geen van papier gevouwen slof met schuimpjes erin. Het was immers een commercieel feest in onze ogen. Vooral de verering van Hitler voor de moeders, de verzekering van de uitbreiding van het arische ras, en diens bronzen, zilveren en gouden kruizen als eerbetoon, waren een doorn in het oog. Bovendien wilden wij als moderne vrouwen onder het bestaansrecht van moeder uit, dat bepaalden we zelf wel en daar was geen promotie voor nodig, dus ook geen aparte moederdag. Het gezin was in onze tijd niet meer vanzelfsprekend de hoeksteen van de samenleving.

Later bekeek ik het anders en zag er voornamelijk weer de blijdschap in van zowel gever als nemer, trots op het zelf in elkaar gefabriekte cadeautje, los van, nog altijd, de commercie. Dus namen we cassettebandjes op met de liefste wensen voor moeder of lieten de kinderen een schilderij maken, kozen een foto met een getekend hoofd erop of lieten een plantje opkweken met alle liefde, die er in ze zat. Zaadjes van een klavertje vier in een mooi zakje deden het ook goed als gelukbrengers.

En nu ben ik weer bij mijn moeder en mijn eigen moederschap. Vijf keer moeder is minder dan elf keer moeder, maar de intentie blijft gelijk. Ze gaat diep, altijd al zo geweest, al was het soms hard werken. Moederschap kan ploeteren zijn, leerde ik van de verhalen in de volkskrant over moeders die hun kroost verlieten omdat ze vonden niet optimaal te voldoen aan dat moederschap. Ze zaten vooral met zichzelf in de knoop, hun eigen ruimte was te beperkt geworden en dat hadden zich niet gerealiseerd.

Mij was het moederschap overkomen. In een keer vanuit het volle leven, een drukke baan als nachtverpleegkundige op de IC van neurochirurgie naar een stilstaand bestaan van kind en huis en park. Een pittige ongemakkelijke overgang, maar het was nu eenmaal zo, dus ging je ervoor. Al waren er tijden dat ik als verdoofd wat zat te frobelen met kraaltjes en lapjes van voeding naar voeding en meer deed van die dingen die ik al lang geleden achter me had gelaten. Hoe vul je eigen tijd, als die bepaald wordt door zo’n kleine dwingeland, die honger heet.

Al doende leert men. Het werd allengs vanzelfsprekend net als de taakverdeling. De vader van de kinderen was evenveel behept met deze, vanouds, moederlijke taken en nam om de dag de zaken waar. Zo hadden we een eigen weg gevonden in het grootbrengen van het kroost. Dat is niet afhankelijk van de sexe, als je er maar dezelfde tijd, ruimte en liefde in stopt. Voor ieder die dat lukt, een mooie ‘moeder’dag.

Uncategorized

Het kan nog alle kanten op

Vandaag las ik een indringend verhaal van een lieve vriendin, waarvan ik eigenlijk een beetje ondersteboven ben. Het moet nog tot bedaren komen, maar het heeft alle radertjes in werking gezet. Dat is een andere kant van het leven. Iets overkomt of overvalt je en dan is het hard werken om het een juiste plek te geven. Moeilijk ook, om verdriet niet te laten overmannen en alles in het goede perspectief te blijven zien. Het vergt veel, maar is ook krachtig. ‘Tijd slijt’, zei mijn moeder vroeger. Maar gemis blijft altijd schrijnen, zeker als je weet dat het anders kan.

Gisteren in de tuin hadden we na een lichte aarzeling van mijn kant, toch het besluit genomen het voorste bed grondig aan te pakken. De lupinen waren gaan wandelen, de sieruien opgepeuzeld door meneer en mevrouw woelmuis en de grassen en de dagkoekoeksbloemen hadden hun kans waargenomen en woekerden vrolijk voort. Daar moest een stokje voor gestoken.

In het tuincentrum hadden we salvia, veronica, geum, scabiosa, lavendel en een witte lupine gehaald. Lief had lopen sjouwen met zakken aarde en compost en ik was aan het ontginnen gegaan. Alle boterbloemen en grassen eruit. Zeepkruid mocht blijven, ook al neemt ze graag haar vrijheid net als de hondsdraf, beiden zijn te mooi als ze bloeien en je kunt ze wel in de hand houden. Het was veel werk en na afloop waren we moe maar voldaan. De inspanning loont, maar eiste ook haar tol. Geen zin meer om te koken. Wel hadden we nog broodjes brie gegeten na al het werk.

‘S Avonds bij de dodenherdenking raakte ik ontroerd door de verhalen van de mensen die daadwerkelijk de oorlog hadden meegemaakt en daar een kleinkind over lieten vertellen. Dan is het protocol van regering en burgemeester eigenlijk niet meer dan dat. Doorleefde verhalen zeggen zoveel meer dan het leggen van een krans alleen.

De verhalen van mijn moeder en vader waren summier. Mijn vader werd tewerk gesteld in Oostenrijk, mijn moeder sjouwde met kinderwagen en een Engelsman naar het station en fungeerde daarbij moedig als dekmantel. Ook verhaalde ze over haar tocht naar Kampen en verder om proviand te halen in de hongerwinter op een fiets met houten banden en lopend terug. Er zijn brieven van mijn vader aan mijn moeder, maar waar zijn ze gebleven?

De herdenking van een oorlog terwijl er een oorlog vlakbij woedt, heeft toch iets tragisch. ‘Nooit meer’ is al een aantal keer geschonden. Lief en ik zoeken naar de vredige momenten, die we vinden bij elkaar en in de stilte van de tuin. Gisteren waren er drie en waren we ons heel bewust van de sereniteit van het moment. Dat alleen al is soms genoeg om op adem te komen en bij te tanken. Bij het terugwandelen naar de kleine blauwe stonden we op het bruggetje over de sloot en keken naar het oerHollandse landschap. Een meerkoet zwom verderop, achter ons de eenden, ginder lag het weidse land. Meer is dan even niet nodig.

Vandaag is er als vanouds feest in de Lombok, een grote braderie, met heel veel kraampjes. Tijd om even bij vriendin te kijken en schoonzoon en de kleine filosoof en kleindochter lopen er ook vast en zeker rond. Normaal is het een ontmoetingsplek voor iedereen. Maar nu is bevrijdingsdag een gewone werkdag geworden en dochterlief en zoonlief kunnen niet meefeesten. De krullenbol en zijn lieve kleine broer zijn ziek en de Franse familie zit in Parijs. Dat schiet niet op.

Eerst maar eens kalmpjes de dag inwandelen en dan zien we wel hoe het gaat lopen. Het kan nog alle kanten op.

Uncategorized

Dag dametjes, tot morgen

We konden nog niet naar de tuin, want er stond een afspraak met de fysiotherapeut. Eenmaal uit de routine van alle dag, dan duurt het bij terugkomst langer eer je er weer in komt. Dinsdag fysiodag, altijd. Even terug naar de te doen gebruikelijke agenda.

Er was een nieuwe stagiaire. Heerlijk. Doorgaans waren het altijd vierde jaars en ze kwamen met leuke nieuwe ideeën en de. Nieuwste weetjes uit de opleiding. Dit keer was het een boomlange jongen, die onmiddellijk, na ingelicht te zijn door mijn eigen fysio over mijn status, zelf met me aan de slag ging. Drie splinternieuwe oefeningen, waarbij een krachtoefening met het touw. Iets waar ik altijd al verlangend naar had uitgekeken, omdat het me zo stoer leek met dat touw te golven en tegelijk spierballen te kweken.

Natuurlijk was het bij mij meer een kwestie van de kipfileetjes op te peppen tot het niveau stevig, maar goed, alle kleine beetjes helpen. Hij nam de ene kant van het touw en ik met beide handen de andere kant. Opmerkelijk hoe we gevoelig blijven voor complimentjes. Hij vond dat ik een goede schwung had en ik produceerde de juiste golfbeweging. Een goede fysio stimuleert. Hij komt er wel.

Lief zat in de open wachtruimte en las het Zoutpad. Daar was ik heel erg blij om, want ik vond het zo’n enorm goed voorbeeld van twee mensen die ondanks alle lichamelijke ongemakken en grote financiële problemen op wilskracht en in verbondenheid met de natuur zich lieten leiden door de grilligheid van weersinvloeden en het barre land. De man, die aan een chronische aandoening leed, vergat bijna zijn getob en werd er krachtiger van, al naar gelang het boek vorderde. Het was een mooi voorbeeld van hoe je kan overwinnen door niet in de aandoening te gaan hangen. Op de een of andere manier had ik bedacht dat het voor lief goed zou zijn om daardoor een extra stimulans te krijgen.

Als ik hem in de tuin bezig zie, eerst met engelengeduld en de maaimachine op de laagste stand, wat voortdurend deed vastlopen, maar goed was, omdat het gras gemillimeterd langer door kon groeien en hem daarna in de weer zag met het slechten van de opkomende iepen en hun wortels her en der, dan doet hij eigenlijk het zelfde als de man van het echtpaar op het zoutpad. Het trotseren van de kwaal dankzij de afleiding door de grilligheid der natuur.

Alle bollen, mijn prachtige sieruien, de blauwe druifjes en al die anderen van vorig jaar, zijn verorberd door de woelmuizen. Ze huizen in grote getale onder mijn grasveldje en laten het zich lekker smaken. Nog geen voorjaarsbloemen in de tuin, helaas. Straks wandelen we naar het alternatieve tuincentrum op de hoek en halen daar al wat bloeit naar binnen. Perk voor perk hebben we afgesproken. Vruchtbare aarde erin en de nieuwe aanwas en dan maar eens kijken hoe het opknapt. Nu Lief kan sjouwen, hoef ik niet meer met lede ogen aan te zien hoe alles achteruit loopt. Behalve dat is dit stukje grond de oase, die we hier hard nodig hebben als we niet in de Hoffstede zijn in Verweggistan.

De achterbuuf kwam ons begroeten en maakte kennis met lief, die ze waarschuwde, dat hij wel aanspraak op me mocht maken maar me niet mocht ontvoeren naar zijn woonstee, omdat ze me niet konden missen. Zo lief. Met haar zit ik in de bioclub. Ze was al wat verder gekomen in Willem de Zwijger, maar had net zoveel moeite met de uitvoerige beschrijvingen van personen, conflicten en veldslagen als ik.

Op de terugweg naar de kleine blauwe schoot haas voor onze voeten weg uit een leger onder een struik van een van de tuinen verderop. De dames schaap hadden nu een lichtbruine kleur en een donkerbruine kop en keken nieuwsgierig op, toen we langs kwamen. Dag dametjes, tot morgen.

Uncategorized

Nog even geduld

Afscheid van Terschelling, maar niet eerst zonder een goed ontbijt. Bij Pura Vida vonden we een veganistische variant op het doorsnee Hollandse ontbijt. Een veelvoud aan granenpannenkoekjes met vruchten, sappen, mueslivarianten en thee en koffie gemaakt met alles, wat denkbaar is uit het leven om ons heen. Puur natuur.

Een goed begin is het halve werk. Om zeven uur was ik gisteren al aan het douchen. Heerlijk om je bijtijds klaar te kunnen maken voor de reis. We keken terug op een gouden weekend in een warme beleving van het samenzijn en hadden daarnaast het gevoel, alles eruit gehaald te hebben wat er inzat. Een veelvoud aan schoonheid van de natuur, het uitwaaien aan zee, het delen van al die prachtige indrukken en een inhoudelijke diepgang in de gesprekken.

De reis verliep voorspoedig. Aan de Afsluitdijk werd gesleuteld, dus was er een kleine opstopping bij de brug die openging om wat zeiljachten door te laten, maar verder was het rustig op de weg en te warm in de auto. Dochterlief moest naar Amsterdam Noord gebracht worden, want die zou de Thalys nemen naar Parijs, waar haar Franse schoonfamilie zich al hadden ontfermd over haar kinderen en hun zoon, haar man. Zo zit je ‘s morgens op Terschelling en ben je des avonds weer in Parijs. Reizen is een stuk sneller geworden dan onze boemels van de NBBS.

We hoefden niet heel Amsterdam door, dat scheelde. Prompt miste ik wel de afslag naar Utrecht, maar via de slinkse en mij welbekende wegen kwamen we bij het huis van dochter twee aan. Een sanitaire stop voor mij en een liefdevolle ontvangst voor haar door man en klemmende armpjes van de kinderen. Prompt stond ik op de terugweg in een file, maar daarna kon ik eindelijk mijn lief in de armen sluiten.

Dag lief eiland

Het welkomstcomité bestond uit zoonlief die de bagage naar boven sjouwde, lief die me de trap op leidde, een dikke Dollie op het balkon in de voederbak, kauw er vlak achter, een turkse tortel in de boom van de benedenbuurvrouw en een tak verder zelfs de halsbandparkiet, nog steeds solo, zonder de gebruikelijke zwerm vrienden. Pluis vertikte het om me kopjes te komen geven. Ze was vast hoogst beledigd over het gemis van mijn gezelschap.

Daarna waren er de verhalen over en weer en een kleine fotopresentatie, maar niet te veel en te lang. In eten had ik geen zin, met het late lunchbroodje aan het eind van de middag. Teveel inspanning geleverd en nu alleen maar een beetje leunen tegen brede, lieve en warme schouders. Dat volstond. Voeding voor de ziel was op dit moment belangrijker.

Vandaag belooft het tuinweer te worden en ik realiseerde me nog net op tijd dat er ook een afspraak voor de fysio stond. Eerst dus de fysio en dan de tuin. De batterij voor de grasmaaier niet vergeten, want ik vrees dat er veel aan achterstallig onderhoud is weg te werken te beginnen met het doorgeschoten gras. Koek en zopie mee voor in de vroege avond, dan kunnen we een slag maken. Lief heeft wel weer behoefte aan wat groen onder de handen. We nemen wat verpieterde plantjes van het balkon mee. Misschien kunnen we ook wat klein grut kopen bij het tuincentrum.

De batterij van het apparaat is op, waarschuwt het mij. Mijn batterij nog lang niet. Het leven neemt weer een nieuwe wending. We gaan door met kwaliteit van leven. Het invullen van de kwantiteit gaat vanzelf. Daar hoeven we ons niet druk om te maken. Verspilde energie die we beter voor het verhogen van de kwaliteit kunnen gebruiken. Kauw in de dakgoot is het met me eens en klokt een tevreden geluid. Top. Lieve tuin we komen er aan, nog even geduld.

Uncategorized

Van binnen en van buiten.

Het was een rijk gevulde dag gisteren. Na een uitgebreid ontbijt maakten we ons op voor een wandeling en een kop koffie in de haven en daarna hadden we gereserveerd op de Talisman, die een boottocht naar de zeehonden organiseerde. Terschelling heeft een plaat waar ongeveer 1800 zeehonden toeven. De bootsman gaf een uitgebreide beschrijving van de leefgewoonten van de dieren en we voeren er vlak langs op een fluistertocht. De meeste oudere dieren lagen op de kop van de plaat, maar er waren ook al jonkies geboren en alles was goed te zien. Het leverde mooie foto’s en filmpjes op.

De zon scheen uitbundig en zelfs de handschoenen konden eindelijk uit. Omdat we deze dag de fietsen in moesten leveren, besloten we toch nog een laatste tocht over de dijk. De eerste dag hadden we dat gedaan in barre kou, maar nu was het aangenaam fris. We werden beloond met twee lepelaars die druk hun kostje bij elkaar snaterden in het water aan de voet van de dijk . Er waren veel fietsers op hetzelfde idee gekomen, dus weken we uit naar het pad dat we al eerder genomen hadden, dwars door de eilanden heen. Na een gezond uurtje fietsen kwamen we bij de fietsenmaker aan die jolig vroeg of we zadelpijn hadden en bij het beamen vond, dat we dan goed ons best hadden gedaan.

In de koelkast vonden we de laatste restjes van ons losbandige eilandenleven. De Dahl, nog wat soep, mozzarella en tomaat voor de Caprese, dit keer zonder basilicum, want die hadden we al eerder genuttigd. in de vroege avond hadden we een afspraak voor de ecosafari. Het was in een paar dorpen verderop en de bus stopte bij de verzamellocatie. Voor ons alledrie was het de eerste keer in openbaar vervoer. De laatste keer gold het pre-corona tijdperk.

We hobbelden de wegen over naar de plaats van bestemming en inderdaad verscheen na enige tijd vlak voor het hotel ‘de Walvisvaarder’ twee open elektrische jeeps. Met wat passen en meten konden alle gegadigden mee. Wij zaten knus met z’n drieën op de middenbank. Aan weerskanten was het open. Er was genoeg om foto’s te schieten vanuit de jeep zelf. Soms vroeg onze gids een stukje mee te lopen. Er volgde een lading aan informatie over de begroeiing van het duin en wat verbazingwekkend was, dat er zoveel mensenhanden aan te pas waren gekomen om de begroeiing te realiseren en de diversiteit te waarborgen. Hele stukken zijn aangeplant, platgebrand, bestookt met geïmporteerde grazers om de natuurlijke vegetatie op peil te houden. Een aandoenlijk verhaal ging over de wilde kleine appelbomen, die je overal bloeiend tegenkwam. Dat waren de klokhuisoverlevers bij uitstek.

Ook de geschiedenis werd aangeroerd. Zo was er een terugflits naar de vroege middeleeuwen, langs de strijd om de haven tussen de Hollandse en de Friese graven, via de Duitsers en hun forten, van de arme keuterboeren tot nu, naar de rijke verhuurders van de accomodaties, omdat je beter badgasten dan koeien in je wei kon hebben. Met dezelfde droge humor hield hij zijn verhalen en wees terloops op de een of andere rondvliegende buizerd of sperwer. De weidevogels hadden er zin in en vlogen hun avondrondes en masse boven de weilanden. Voornamelijk brandganzen, maar ook de wulp, de kievit en de grutto lieten zich zien.

Halverwege was er nog een cranberrysapje voor de kinderen en een Terschellings rose in een plastic shotglaasje voor ons. De cranberry’s, de vlier, de vuurdoorn had hij al eerder laten zien. We werden weer netjes voor het hotel afgezet. Een glaasje kon in het hotel worden genuttigd, omdat de bus een uur op zich liet wachten. Met voldoening blikten we terug op de dag en het weekend zelf. De manier om uit Terschelling te halen, wat er in zat. Zilte zeelucht, zon, samenzijn en warmte. Van binnen en van buiten.

Uncategorized

Een mooie samenzijn op rij.

We zouden na een vers ontbijt eerst gaan winkelen gisteren. Op dit prachtige eiland zijn er een beperkt aantal winkeltjes, die op het vasteland nauwelijks te vinden zijn, met over het algemeen vrij duurzame kleding met een bijbehorende prijs voor dat bewustzijn. Maar wat zijn het mooie materialen en kleuren, alles met zorg uitgestald en opgehangen.

Ondanks dat het zaterdag was en vakantie bleef het redelijk rustig in de winkels zelf. Buiten was er een aangename reuring en de terrasjes zaten vol, want er was zon. Tussen dé bedrijven door zocht ik steevast een stoel op om de bedrijvigheid van de dametjes te observeren en om te zien waar de belangstelling naar uitging. In beider gevallen een spijkerbroek en een van hen een zwart lief bloesje. Ikzelf zag de verleidelijke paarlemoeren schelpenmobiel in lichtgroen, wat zo verleidelijk was als lentegroen en dacht hem op de veranda in Hongarije. We maakten grapjes, het stel achter de kassa en ik, en dat gaf een gemoedelijke sfeer, ondanks het feit dat we overduidelijk toeristen waren. Nu was dit wel zo’n ouderwetse souvenirwinkel met alle gekke snuisterijen van het eiland, tegeltjes met wijze spreuken en de vreemdste hebbedingetjes. Ze moesten het hebben van toeristen.

Op het terras bij de biologische winkel aten we lekkere wortel/noten, bananencake, sinaasappel/ cheesecake en dronken koffie. Het gesprek ging over acceptatie van jezelf. Daar kwam ik niet helemaal uit. Het leek mij dat er veel mensen zijn nu, die zichzelf makkelijker dorsten te exposeren, meer dan ik ooit in mijn hele leven had gedaan. Altijd heb ik iets van gene gevoeld en er zit daar een berg aan frustratie achter. Nu met lief ebt dat in sneltreinvaart weg, al zullen er bepaalde dingen altijd blijven. Dochterlief had over die vanzelfsprekendheid haar twijfels. Heel veel mensen zijn onzeker van zichzelf. Zo wisselden we die gedachten uit en het leverde emotie op. Thuis moesten we even bijkomen. Daarna konden we door. Het is fijn, dat daar tijd en ruimte voor is en geeft naast het gewone samenzijn ook weer diepgang, want automatisch denk je er over door.

Ik paste een wijde broek met een prachtige print, maar hij was veel te wijd voor dagelijks gebruik. Laten hangen dus en verder alleen maar kijken en opslaan in het geheugen. Praktisch denken blijft zaak, want aan dingen die alleen maar in de kast hangen heb je niet zoveel. Thuis heb ik zo’n drie stuks, die nooit verder zijn gekomen dan het thema bruiloft.

We hadden al het uit eten gaan voor deze dag gereserveerd en boekten een plaatsje in het strandpaviljoen waar we de dag ervoor een aperatief hadden genomen. Het bleek een beste keus. We moesten er een heerlijk stuk voor fietsen over de duinweg door de prachtige brede duinenrij die Terschelling rijk was en vonden er een kaart met zowel vlees en vis als veganistische en vegetarische gerechten en daarbij ruim uitzicht op zee. Na een heerlijke Melanzane, een gestoofd auberginepotje, voor mij, zeewolf en udongnoedels voor de meiden, koffie toe, waar een klein cakeje bij zat, precies genoeg als toetje, konden we van de ondergaande zon boven zee gaan genieten. Hoe komt een mens aan die mazzel.

We wilden niet in het donker fietsen, dus voortijdig gingen we terug, maar dat leverde zo mogelijk nog mooiere plaatjes op met de oranje zonnegloed in de vennetjes, die verscholen lagen in de duinpannen om ons heen en de ondergaande zon door het dennenbos was ook niet te versmaden. Moe kwamen we thuis met de voldoening van opnieuw een mooi samenzijn op rij.

Uncategorized

Een fijne kant

De eerste nacht is het wennen. Vreemde geluiden krijgen indachtig een plek, stemmen die langs komen zeilen en wel binnen lijken, zo duidelijk als ze zijn, weet ik te plaatsen als laatlopers. De stappen van de mevrouw achter-boven verstommen, een mannenstem dempt evenzeer. Dan keert een betrekkelijke rust weer. Het late nachtelijke uur is aangebroken. Hoeveel geluiden heb ik in dit leven niet op die manier trachten te ontcijferen en te vertalen in grijpbare beelden. De slaap overmant bij het driehonderdveertigste schaap dat over mijn waakgrens springt.

De volgende ochtend doezel ik tot een uur of acht, maak koffie, luister naar de rust die de kamer er naast uitademt, regelmatige ademhalingen en wat gedraai, af en toe een zucht. Na het douchen is er een vers ontbijt, dat de dochters gehaald hebben bij de bakker en daarna stappen we zo snel mogelijk op de fietsen. Dikke lagen kleding voorkomen dat de koude grip krijgt. Een opgebroken weg leidt ons over het duinpad. We besluiten om naar het wrakkenmuseum te gaan. Een stief uurtje fietsen maar dan heb je ook wat. In het meer dan donkerbruine cafe warmen we op met warme rooibos, maar daarna storten we ons op al die wonderlijke attributen die na een diepzeeduik weer boven water zijn gekomen.

Heel vermakelijk zijn de briefjes, die bezoekers hebben achtergelaten en die bij de desbetreffende voorwerpen zijn gelegd. De charme van de enorme bonte verzameling is dat ze op volgorde van vondst zijn uitgestald. Een van de ordentelijke bezoekers vond het een grote chaos, maar je moet wel het systeem herkennen als het er is. De shoenami ziet er hilarisch uit op foto’s, maar ook in het echt is het onvoorstelbaar. Hetzelfde geldt voor de badeentjes. De flessenpost is aandoenlijk en gaat tot ver terug in tijd maar ook in plaats van het posten.

Dat geldt ook voor het gedicht van de vrouw des huizes, die er ooit leefde en waar een flessenmonument voor was opgericht met een ingemetselde foto en het betreffende ontroerende schrijven, buiten. Daar is het er omheen nog bonter en het piratenschip van Woeste Willem vond gretig aftrek bij de lieve jeugd, net als de antieke duikershelm die je over de oren mag laten zakken aan een katrolletje. Er is veel van ontelbaar.

Evenveel is het boekenrijk in de boekenboerderij, iets verderop. Er wordt veel gesnuffeld en weinig gekocht, maar het is al qua curiosa indrukwekkend genoeg. Als we weer buiten staan, schijnt de zon en verwarmt niet alleen het vege lijf, maar ook de harten. Zon zet het eiland aan en de schoonheid leeft op.

We besluiten bij Hessel te gaan lunchen. Het is niet ver. In de muntthee zwemt een verdwaalde jonge naaktslak. Dochterlief krijgt nieuwe. Ach ja, het kan verkeren. We vangen nog een glimp van de grote Hessel en zijn dochter op en blazen een eventuele gang naar een optreden de volgende dag, af. Zo is het ook goed.

Daarna willen we zee zien en dochterlief kent de weg naar het enorme brede witte strand met een heerlijk paviljoen waar we iets kunnen nuttigen. Een kolonie aalscholvers zwaait ons onderweg, in het duin, tegemoet met hun koddig wapperende vleugels.

Zee brengt de rust en schudt alle opgedane indrukken tot een rij. Het strand is zo breed, want eb, dat dat loopje voldoende is na de klim tegen het duin op. We verzamelen wat schelpen en scheermessen om te beschilderen en duiken daarna het paviljoen binnen waar het gezellig roezemoest.

Na zo’n hartversterkertje lijkt de terugweg minder ver. dochter doet boodschappen en maakt Indiase Dahl met Naan. Daarna maken zij nog een wandeling en mis ik de zonsondergang, maar dan had ik eerst een hoog duin over moeten klimmen. Zo is het goed. De foto’s zijn prachtig. Met een fijn muziekje op beschilderen we de meegebrachte buit. Een eigen zonsondergang, de Brandaris, een zwevende kwal krijgen allemaal een plekje op schelp of steen en daarmee een nieuwe bestemming, met de nodige diepgang aan gesprekken. Het leven toont zich van een fijne kant.

Uncategorized

Moe maar voldaan

Afscheid van Lief, voor het eerst weer eens een dag of vier zonder elkaar zal een bijzondere ervaring zijn. Daar stond tegenover dat er een cadeautje uit te pakken viel van in gezelschap mogen toeven met mijn lieve meiden. Ze stonden alle twee al te popelen. Bagage hapte de kleine blauwe in een adem weg, ben je mal, niet bang voor extra vulling.

De route naar de haven in Harlingen verliep over een afsluitdijk waar hard aan gesleuteld werd. De weg net zo smal als de wegwerkzaamheden van een paar dagen daar voor in Duitsland. Maar ach, daar draaien we de hand ook niet meer voor om. We kwamen bijtijds in Harlingen aan en hadden ruim de tijd om nog een panini met kaas weg te happen. Wel haalde ik het vest uit de koffer te voorschijn en een dikke das, want de wind was hier in het noorden aardig straf.

Ondertussen kletsten we alle jaren met kinderen bij, haalden herinneringen op aan vroeger en wisselden de laatste nieuwtjes uit over het samenleven met onze lieve achterban. Twee uur duurde de oversteek en toen waren we op een winderig en koud Terschelling, waar niets me meer herinnerde aan de komst met de lieve vader van de kinderen waarmee ik hier op het eiland trouwde. Hoogzwanger en snel, zonder familie en met getuigen van het raadhuis. Dat was inmiddels alweer tweeënveertig jaar geleden. Mooie herinneringen waar nu tijd genoeg voor was om ze in volle glorie te delen met de lieve dochters.

Met het boodschappen doen is het hele dorp, of zijn vooral de nieuwbakken tijdelijke bewoners, op hetzelfde idee gekomen. Bíj de fietsverhuur was het al niet veel beter. Het hele dorp West Terschelling overspoelt bij de aankomst van de boot. Dat zou toch wel wennen zijn als je hier als eilandbewoner zo’n uitwaaierende vakantiemenigte van elke boot ziet komen. Maar ze zijn er waarschijnlijk al aan gewend.

Het huis dat we gehuurd hebben, is fantastisch. Het is de school voor de zeevaart en we zitten in een soort verbouwde loods, waar met veel sfeer en heel veel liefde een mooie plek is gemaakt in een mix van modern, antiek en industrieel. Het ziet er smaakvol uit. Alles is aanwezig in dit pandje om drie mensen een heerlijk onderkomen te schenken.

Met de gekochte spulletjes flansden we een maaltijd van soep met salade Caprese en hapjes in elkaar. Glaasje wijn erbij en verzorgd was de inwendige mens. Om de pot te verteren, besloten we vast een eerste fietstocht te maken. De schapen graasden in een losse stelling over de hele dijk lang en de lammetjes namen voortdurend hun kans waar om weg te huppelen van hun moeders, die onverstoorbaar door graasden en niet op of om keken naar het dartelende grut. De zee strekte zich uit in een aantal grijstinten in een vloeiende beweging met het hemelzwerk. Onderweg zag ik de eerste kievit sinds jaren en prachtige zwartwitte kuifeenden, een scholekster en natuurlijk de gebruikelijke ijverige kwikstaarten. Bij Midlum zochten we snel de beschutting van het bos op langs de duinen. Dat was een verademing na de schrale wind. Met rode wangen kwamen we weer thuis. Moe maar voldaan.

Uncategorized

Op naar een nieuwe beleving

De dag begint stralend met een heerlijk zonnetje. Het is zeven uur en ik schrijf beneden met uitzicht op de vogels, die door zoonlief nog altijd ruim gevoederd worden, en op het groene struweel van de pruimenboom van de beneden buurvrouw. Het huis slaapt nog, zelfs Pluis is alweer vertrokken na eerst naarstig om eten te hebben gebedeld. Ze eet de laatste tijd de oren van ons hoofd. Toch eens even laten checken of daar niet iets anders achter zit.

Het koffertje is gepakt en de rugzak. Straks tank ik de kleine blauwe nog een keer vol en dan haal ik de lieve dochters op en rijden we naar Harlingen. Zo’n zin in om even helemaal bij te kletsen. Vier dagen is lekker lang.

Lief slaapt nog. Ik ben vreselijk als ik aan het inpakken ben. Het gedub wat nou wel of niet in de koffer moet. Dat alleen uitvogelen is het fijnst. Het belooft een paar koudere dagen te worden, dus kien uitzoeken. Wat dunne truien en een vest, een hele dikke trui voor de ecosafari in de vroege ochtend, gympen en de zwarte kloffies. Die laatste gaan aan. Het is bijna een routine geworden.

Koningsdag heb ik gisteren links laten liggen. Het zag er allemaal vrolijk en vooral ook druk uit. Na dagen in een serene rust te hebben vertoefd is er niet heel erg de behoefte aan gedruis. In de familieapp kwamen oranje boa’s en wangetjes met vlaggen versierd langs. Buit werd ook gedeeld. Zo vierde ik het langs de zijlijn mee.

Het is weer anders om hier te zijn, een wereld van verschil. Waar je in Verweggistan zelden iemand door de straat ziet wandelen, is het hier een komen en gaan. Daar staat de klok toch veel meer stil en de dag verglijdt in alle rust. Hier proef je de hectiek op straat. De mensen kuieren of wandelen niet, maar ze haasten zich of spoeden voort, inherent aan een stads leven.

Na de lange reis was er niet veel puf tot initiatieven meer over, maar wel had ik veel zin in een Harira, de Marokkaanse soep naar eigen aan-en invulling gemaakt. Turks brood erbij, afgebakken in de oven en klaar. De versnelde vegetarische versie moest het worden en ik had bedacht om een grote pan vol te maken met extra veel kikkererwten en linzen en voor de vulling ook nog wat aardappelschijfjes, zodat de mannen er nog twee dagen op konden teren. Maar ik had buiten de waard gerekend. Ze aten met zoveel smaak dat er nog net een bodempje overbleef. Dan laat ik het aan hen om de dagen met maaltijden te vullen.

De ecosafari zal vast boeiend zijn. In alle vroegte op en reeën en roofvogels spotten met verrekijkers en fototoestellen. eerst dacht ik het grote fototoestel thuis te laten, maar nu lijkt het me toch beter om maar extra te sjouwen, het is wellicht de moeite waard. De zonsopgang is ook spectaculair, belooft de site. Nu maar duimen dat het mooi helder blijft.

Inmiddels is Lief wakker en zoonlief naar het werk. De vogels zijn druk in de weer op het balkon en Pluis mekkert haar ongenoegen bij elkaar omdat ze er niet bij kan. Er staat een aardig windje. Dat wordt een winterjas voor vandaag op de boot. Hup, in de benen. Op naar een nieuwe beleving.