Er kwam een klein juweeltje door de bus. Het was een recensie-exemplaar van Dolf Verroen met tekeningen van Charlotte Dematons met de titel ‘Niiemand ziet het’. Alleen de kaft al is oogstrelend. Prachtige ‘blauwen’ als ondertoon, het jongetje wat bedremmeld aan de zijkant. Een prachtige novelle met autobiografische trekjes, over een jongetje, die in 1947 ziin geaardheid ontdekt. Het leek me, vooral in deze tijd, een prachtig boek voor het thema burgerschap.

Al met al was het voor ons gezin een bijzondere dag. Op de kop af twintig jaar geleden was de vader van de kinderen overleden. Een dag die we samen plachten door te brengen. Eerst met elkaar naar het strand rijden, daar een, vaak bitter koude, strandwandeling maken om dan op een rustige plek ergens, een boodschap aan de grote kleine man in het zand te schrijven in de wetenschap dat onze woorden zouden worden meegenomen door het getij en de bestemming zich vanzelf aan zou dienen. Een troostrijke gedachte. Maar niets van dat alles in deze tijd. Het enige wat restte waren appjes naar elkaar en het opsteken van extra kaarsen. Gedachten zijn er altijd, op welk tijdstip van welke dag dan ook. Altijd zijn er verwijzingen, herinneringen, een oogopslag in een kind, gelijkenissen in gezicht en handen. De koestering is voor eeuwig. De lunch met elkaar aan een lange tafel in een strandpaviljoen, veel geroezemoes, zand op het bord en koude toiletten, werd node gemist. Amaryllis met haar vuurrode rokken trachtte te verzachten met nog twee dikke knoppen vol belofte na deze vierde bloem alweer. ‘Die ouwe sokken doen het goed,’ schreef zuslief op deze boodschap. Haha.

Gisteren begon de dag vroeger dan de laatste maand te doen gebruikelijk was. Het waren de etalagedagen van Uit de Kunst. Een dag lang theater, dans, en muziekvoorstellingen vergt een uitgeslapen hoofd en discipline. Niet alles is even goed of boeiend, maar het hart en het hoofd en de verbeelding zijn toch ruimvoldoende gevoed en hebben veel inspiratie opgedaan. Bij sommige, wat absurdistische stukken voelde het vooral als meegroeien met de tijd waarin we leven. Het prikkelde vernieuwingsdrang of ook de neiging om bij het veilige vertrouwde te blijven, maar toch de bakens te verzetten. Vooruit stappen om de weg te gaan, die de tijd inslaat.
Er was een prachtige vertelling bij naar het boek van ‘De koning van Katoren’, een verhaal wat ik kan dromen, maar dat zo aanstekelijk en goed verpakt werd verteld, dat ik spontaan weer zin kreeg in de winteravond van ‘Mevrouw Sprokkelhorst’, waar ik met vriendinlief ieder jaar een hele avond een verhaal vertelde voor een bescheiden publiek. Ooit, vroeger, toen het nog bestond. Het lijkt mijlen ver weg maar de laatste is van twee jaar geleden.

Vele koppen thee en een snelle hap later kwam ik weer terug op aarde. In de pauzes had ik mijn gebruikelijke twee kilometer bij elkaar gesprokkeld. De zon scheen. Poes Pluis lag prinsessenheerlijk op haar troon, zongekoesterd, na alle verre reizen in verhalen was er om me heen niets veranderd.

Zoonlief kwam thuis en even later weer naar beneden met een verrassing voor mij. Een ipadpro met pen. Ik was de hemel te rijk. Wat een prachtige geste en nog veel handiger, hij had het geduld om zijn moeder wegwijs te maken in de teken-en schilderprogramma’s die hij erop had gezet. Dat wordt weer een tijdje stief studeren op de mogelijkheden, moeders van de straat, jawel. ‘Hij zegt zonder woorden, dat hij van me houdt’, schreef ik in de familie app, vervuld van het feit dat hij wist dat dit mijn grootste wens was, omdat het vooral bij het schilderen zo aangenaam hielp en mijn digitale teken- en schildercapaciteiten nog meer uitgebouwd konden worden.
Nu eerst de te recenseren boeken lezen en daarna komt er toestemming om verder te spelen. Het kind in mij, dat graag experimenteert, ontdekt, uitvogelt, is gewekt. Een golf aan ontdekkingen en uitbreidingen van de mogelijkheden, dankzij zoonlief. De dagen vullen met scheppingsdrang en creaties, kortom, met zinvol en mooi.