Muggen dansen hun eigen vitusdans, maar ze weten het nog niet. Ze steken waar ze kunnen en ze zijn behoorlijk brutaal. Een wang, voorhoofd, ooglid of lip, ze aarzelen geen moment. Dat is een soort oorlogsverklaring en de slachtoffers, wij dus, elimineren er behoorlijk wat. Misschien kwam het door het maaien, maar gisteren, toen dat niet het geval was, zaten er ook talrijke diertjes overal. Het voordeel is de grote vogelvariatie die ze aantrekken. Van wielewaal en nachtegaal tot withalsvliegenvangers en een uitgebreide verscheidenheid aan mezensoorten.
Vannacht had een wolkbreuk aardig huisgehouden, maar de dag begon weer stralend en zonnig. Een heerlijke temperatuur. Rond de caravan was wat gerommel maar er was ruimte genoeg voor een kalme start en een hap uit de biografie van Kuipers. Rond tienen zaten we allen gepikt en gesteven aan het ontbijt en werden de plannen voor de dag gesmeed. De Bőszénfai Szarvasfarm stond op het programma. We waren er al eens eerder geweest en hadden toen vooral genoten van de herten maar zeker van de min of meer vrije natuur daarbuiten waar we waterbuffels hadden gesignaleerd en hertenroedels. Dat wilden we ze graag laten zien. Vooralsnog was het eerst genieten van de prachtige reeën, damherten, edelherten en geiten en springbokken, een glimp everzwijn, de emoe’s en de malle kalkoen met haar slodderneusvel tussen de kippetjes.

Er was een klein speeltuintje voor de filosoof en bikkeltje, altijd welkom en een mooie afleiding voor hen. Ze probeerden ieder toestel uit. Paps stond paraat om bij te springen als het nodig was. Toen we doorliepen naar het grote hek, dat de vorig keer wijd open stond, maar nu grondig afgesloten was met de ketting, moest er weer een heuveltje terug genomen worden. De zon, die eerst uitbundig aan het branden was geweest, was verdwenen. En daardoor werd de laatste wandeling ouderwets kuieren langs de kleine beesten. Prototypes van onze quark scharrelden in hokjes rond en de ganzen met hun waakzaamheid gakten hun tongen eruit omdat ze achter het hekwerk maar weinig uit konden richten. In het restaurant werden leuke kleinoden aangeschaft om uit te delen of als memorabel aandenken te houden.
Het jachthuis verderop was open, dus wandelden we daar naar binnen. Dat was het rijk van de everzwijnen en de herten, die met zwijgzame koppen langs de lange muren hingen naast reeksen geweien van de verschillende soorten herten. Gelukkig werden er films afgespeeld van hun levende soortgenoten, dat regelmatig een ‘zo schattig’ ontlokte. Eenmaal weer buiten, bleek de lucht aardig te betrekken, maar we besloten toch nog langs de buffels, paarden en herten buiten het park te gaan. Bijna hadden we te snel opgegeven, omdat ze in de uitgestrekte velden niet te zien waren maar nog een stukje doorrijden bleek een schot in de roos. We kwamen ze net om de bocht tegen. Hoera.
De paarden kwamen nieuwsgierig naar het hek. Ze snuffelden met hun grote zachte monden aan de in de haast getrokken grasjes en langs de kinderhanden, dat gegiechel en lichte opwinding veroorzaakte. Een hengst met leidsel kwam na verloop van tijd dominant naar de groep en drong alle anderen terug. Toen vonden we het welletjes. Op naar het restaurant met het blauwe dak waarvan lief en ik wisten dat er patatjes te krijgen waren. Een beetje feest moet goed gevierd worden. Dat vonden ze boven op de wolken ook, want toen we gingen rijden barstte er een flinke bui los en eenmaal veilig in de serre liet het onweer zijn bliksemschichten rollen en grommen. Er stond patat op de kaart en tot onze vreugde was er zelfs een vegetarisch menu in drie talen te vinden. Ook in het Nederlands, te danken aan de jaren negentig, toen veel Hollanders naar dit deel van het land waren gekomen.
Unaniem waren we er over eens, dat er een mooie dag kon worden bijgeschreven. Dit samenzijn en delen met elkaar was een feest op zich.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.