Uncategorized

Lieve mensen

Ik ben even ondergedoken. Mijn hoofd is een eigen leven gaan leiden en klopt dat het een lieve lust is, evenals de spijsvertering. Details hou ik achter, haha. Veel slapen bij schommelende temperaturen en spieren die opeens allemaal willekeurig zijn geworden.

Ik ben in goede handen

Test en uitslag volgt nog. Voorlopig beschouw ik mezelf als Miep Griep❤️

Overpeinzingen·Uncategorized

Twee vliegen in een klap

Dat is lastig. Je mening herzien, of zelfs eigenlijk een vooringenomenheid en dat alleen op basis van een productiehoeveelheid en de populariteit. Gisteren keek ik de tweede uitzending van sterren op het doek terug, waarbij Eus Carry Slee had uitgenodigd. Wie tijdens het gesprek vorm kreeg was een hele andere vrouw dan ik in mijn hoofd had op basis van de vooroordelen. Ze bleek bescheiden, zacht en met humor door het leven te stappen aan de zijde van haar partner, al vijftig jaar lang. Haar boeken namen gretig af onder de kinderen op school. Iedereen had wel een of meerdere boeken van haar gelezen en niet in de laatste plaats omdat de onderwerpen waarover ze schreef zo herkenbaar waren. Niet moeilijk om je daarmee te identificeren.

Het verhaal over haar jeugd onderschreef haar bewonderenswaardige evenwichtigheid nog meer , omdat die uitgeblonken had in ouders die op alle fronten veeleisend waren geweest naar hun kinderen toe. De vader die wilde dat ze een jongetje was en haar ook zo behandelde en de manisch-depressieve moeder die vooral opging in haar eigen sores en geen ruimte had voor de kinderen die er waren.

Eus zette, zoals altijd met een interview, meteen de pas erin naar de diepte. Zijn grote kracht is het luisteren naar het antwoord, waarbij je hem ziet denken over wat het met hem doet om daarna rake vragen te stellen en hij aarzelde niet om daarbij zijn relatie met zijn vader aan te halen evenals een van de kunstenaars deed, die af en toe ook meer luisterde dan schetste en voor wie het verhaal zo herkenbaar was. Een van de andere leuke aspecten van deze uitzending was het feit dat er drie verschillende technieken aan bod kwamen, kleurrijke olieverf, zeefdruk en een portret met naaldvilten.

Vooral de laatste intrigeerde. Ik kende het niet. De techniek is al heel oud, maar door er portretten mee te maken krijgt het een totaal nieuwe dimensie. Tijdens de sessie zelf schoot het niet hard op, wat logisch was, maar het werd wel het door Carry verkozen doek omdat het de mate van zachtheid, de humor en haar jeugdigheid vertegenwoordigde. De gelijkenis was verbazingwekkend. Het doek deed haar vooral denken aan de blik van haar vader in een schalkse bui. De zeefdruk droeg de serieuze strengheid van haar moeder met zich mee en het olieverfschilderij schampte voor haar langs de herkenbaarheid. ‘Net niet’ was het oordeel dat ze daarbij velde, mild en aimabel zoals ze op mij over kwam.

Opvallend was het feit dat ze ondanks dat het vroeger zo moeilijk was geweest ze wel in staat was gebleken om beide ouders een plek te geven en ik vermoed dat haar jeugd een bron van inspiratie was geweest voor alle problemen die ze behandelde in haar boeken. In ieder geval was het programma een bron van inspiratie en herkenning in de zin, dat ook deze kunstenaars onzeker bleken van hun kunnen.

Pluis kijkt de keuken in vanuit haar plaatsje voor het raam. Onze enige echte zit natuurlijk thuis bij zoonlief, maar van mijn lieve vriendin kreeg ik met mijn verjaardag een schattig Delfts Blauw tegeltje met een kleine poes erop, die vragend omhoog kijkt. ‘Dan is Pluis er ook een beetje bij daar in Verweggistan’, waren haar woorden die het presentje vergezelden. Nu staat ze hier mooi te zijn in een omlijsting van de oude stammen van de druiven tegen het vervallen prieel op, met nog wat verschrompelde druiventrossen en de herfstige, sterk uitgedunde bladerpracht en brengt niet alleen die lieverd in gedachten, maar ook vriendinlief zelf is er daardoor bij. Twee vliegen in een klap.

Uncategorized

Alles op z’n tijd

Het doel was aan de overkant de kern van het dorp Vreeswijk te zien liggen, kerktoren en oude sluizen incluis. We fietsten naar het veer en maakten de oversteek naar de Pontswaard, waar het pannenkoekenrestaurant de Ponthoeve aan ligt. We zochten het weggetje waar het bankje stond dat ik beschreven had in het verhaal van het rampjaar, een jaar waarin het door de Fransen bezette Vreeswijk geheel verwoest werd door de Staatse Troepen.

Een weggetje achter het klaphek leidde ons langs de koeien die onder de bomen wat verkoeling zochten naar het bankje, dat er nog altijd stond. Maar…Er groeiden wilgen en kreupelhout voor die het uitzicht benamen. Als je op het bankje zat, was er nu alleen een muur van groen en uitgebloeide kattenstaarten. Gelukkig was er verderop een open plek. Daar lag het lieflijke stadje in volle glorie. Er heerste volmaakte stilte, die alleen verstoord werd als er een waterscooter langs scheurde die met het toenemen van de snelheid ook de decibellen opvoerde.We namen foto’s bij de open plek, bijna hetzelfde stuk grond waar eeuwen geleden kunstenaars hadden gestaan om die overkant in tekening of lijnets te vereeuwigen..

We fietsten door Vianen heen over de dijk langs de Lek naar Lexmond waar we wat wilden drinken, maar bij het restaurant waar ik een terras wist, was een besloten feest, pech. Terug maar weer langs velden en akkers naar Vianen. Alles kleurde door oogst en droogte goudgeel, zoals in Verweggistan. Het enige verschil was dat er hier veelvuldig met boerderijen was gestrooid. Daar zag je in de verste verten niets van dat al. Alleen die uitgestrekte goudgele puszta’s.

Bij Vosje namen we een heerlijke koele versnapering en eindelijk zo’n oerhollandse bittergarnituur om aangenaam te verpozen. Op de banken aan de voorkant van het gebouw zat een echtpaar vooral hun smartphones te bekijken en ik bedacht me, dat stiltes zelden vielen als we ergens aan het uitrusten waren en wat een zegen dat was. Terug naar huis en langs die ene nog steeds betaalbare super en de avond in zoete eenvoud voor de buis.

Voetbal, nieuws en de neven van Eus. Op een hele subtiele wijze liet de laatste zien hoe in wezen iedereen hetzelfde reageert als er vluchtelingen zijn. De Syriërs in Turkije zijn er met vele neergestreken. Eus bezocht beide groepen. De Turkse kapper liet hij inzien dat hij in de ogen van de Nederlander over het algemeen hun ‘Syriër’ was. Van de Syriërs hoorde je voornamelijk, dat ze met liefde weer terug wilden zodra Assad vertrokken was en mee wilden helpen aan de wederopbouw van hun eigen land. Moeilijk voor de wat oudere Turkse bewoners in de stad was het feit, dat er in de wijde omtrek geen zee en sinaasappelbomen meer te zien waren. Het was een doolhof aan torenflats, geworden, dicht op elkaar gebouwd, nu er zoveel mensen waren bijgekomen. Een ander uitzicht was er niet.

De uitgeverijen nog maar eens aangeschreven en direct resultaat geboekt, door de mededeling dat de deadline in zicht was. Superfijn. Het derde boek is ook onderweg.

Een mail van het tuinbestuur komt binnen, dat waarschuwt voor rattenoverlast en verzoekt om alle voedsel in goed afgesloten potten te bewaren en niets op de composthoop te gooien en het vogelvoer bij het huiswaarts gaan op te bergen of mee te nemen. Ook gestapeld hout schijnt ideaal te zijn om nesten te bouwen. We zullen straks een inspectie houden naar knaagsporen en rattenkeutels achter het atelier. Het voelt alsof het gewone leven, met de bijbehorende drukte in gang is gezet. Kalmpjes afwerken en het hoofd niet gek laten maken, is mijn voornemen, met het andere motto in gedachten ‘Alles op z’n tijd’.

Uncategorized

Recht uit het hart

Het eerste boek is binnen. Er zullen er als het goed is nog vier volgen en anders moet ik in de bieb gaan zoeken. Er is maar beperkte tijd om te lezen en te recenseren. Drie weken betekent een snelle deadline in zicht. Het betekent alles op een laag pitje en lezen maar. Deze keer is de doelgroep ‘Young Adults’. Er gaan werelden open bij het lezen. Zo heerlijk rekbaar is de geest bij het opnemen van de taal, de ideeën, de problemen waar zij mee kunnen worstelen. Een ontdekkingstocht pur sang.

Zodra het licht wordt, gooi ik in de vroege ochtend het tuimelraam open. Nu klinkt het zachte koeren van de duiven en stroomt er een vleug morgenfris de zolder op, neemt de wuivende bomen in haar kielzog mee. Een glimp van groen, meer is het niet. Het eerste verkeer scheurt door ochtendstilte.

Gisteren was het een pas-op-de-plaats-dag. Een etentje in het verschiet met de dochters hield de tijd in haar greep. Het was drukkend en vochtig warm. Zodra je in beweging kwam, gutste het ongemak. Toch zijn er klussen te klaren. Een ratatouille van oude groenten schoonde de koelkast op tot acceptabel niveau. Alles mocht erin. De couscous haalden we in de vroege middag op bij een hele drukke super. In de garage onder het pand was het veel te benauwd na de koude airco in de winkel. Er hing een onbestendige geur van uitlaatgassen, broei en mensenwarmte. Alle ramen gingen wijd open, zodra we buiten waren.

Vandaag is er een groot feest bij lieve vriend en vriendin. Tout le monde zal er zijn. Nou ja, de wereld die ik van haver tot gort ken. Hun residentie ligt buiten de stad en er is een grote tuin. Ik hoop vurig op veel zon. Ze hebben zich al maanden voorbereid. Onze hele leesclub is er en verder veel oud-collega’s en lieve vriendinnen met of zonder eega.

De tekenopdracht in het boek is ‘Teken de rimpels in de holte van de hand, terwijl je het hoofd hebt afgewend’. Het levert een wonderlijk samenspel van lijnen op. Als ik er klaar mee ben, zie ik dat ik de tijdslimiet van vijf minuten niet heb aangehouden. Morgen in de herkansing. Lezen is een vak op zich.

De gierzwaluwen vliegen over. Het is vandaag ook ‘memento mori’ voor mijn lieve vriendinnetje, die er, 11 jaar geleden, tussenuit piepte. Ze vliegt ieder jaar met de gierzwaluwen mee als troost voor het grote verlies dat ze achterliet, een lege plek. Ik vertel aan de nijvere beestjes mijn gemis en vraag of ze dat met zich mee willen nemen naar daar waar het leven oneindig is. Ze is er altijd.

Het etentje met de dochters was vlakbij. Een oud huis aan het kanaal dat gerenoveerd en als herboren is. We gaan ‘Op Roose’. Zo in de avondzon met uitzicht op de grote internationale schepen die onafgebroken langsvaren, schaduwen op de muur, geroezemoes en de bedrijvigheid is het goed toeven met mijn twee mooie meiden. Ze hadden een cadeautje bij zich voor mij. Een prachtig samengesteld boek met de foto’s van ons verblijf op Terschelling, met als verrassing, mijn blogs van die week ertussen afgedrukt. Zo ontzettend mooi om te zien. Die aandacht en de zorg waarmee het is gemaakt. Ontroerend en oneindig lief.

Tussendoor kwamen ook de wat serieuzere onderwerpen en we beloofden elkaar eens te gaan kijken bij een natuurbegraafplaats waar je al een plekje zou mogen reserveren. Geen steen, geen kenmerk, maar wel een klein plaatje. In Utrecht komt er ook een. Daar hoop ik op. Dicht bij mijn meest geliefde plekken, maar bovenal dichtbij voor de meest geliefde schatten. Zodat ze kunnen mijmeren net als ik, met blogs en foto’s om op terug te kijken. ‘Home is where mum is’ staat er op het geschreven kaartje bij het cadeau. Recht uit het hart.

Uncategorized

Terwijl de late avondzon in het water dreef

Een klein berichtje op FB waar ik helemaal warm en gelukkig van werd vanmorgen. Wat is het toch fijn dat je, als je je openstelt voor het kleinste detail, het leven meer inhoud krijgt, omdat deze parels er uit te vissen zijn. Een moeder kwam met haar zoontje en zijn fiets bij een eigenaresse van een auto en geeft aan dat haar zoon per ongeluk tegen het vehikel is opgebotst. Er zit een grote kras op. De vrouw die het verhaal heeft aangehoord, werd niet boos, maar legde het beteuterde jongetje uit dat er mensen zijn met hele nieuwe auto’s voor wie zo’n kras vreselijk zou zijn. Maar haar auto was al zo oud en een gebruiksvoorwerp. Ze had er zelf al eens een deuk ingereden. Ze liep er naar toe en liet het de jongen zien. Een krasje meer of minder daar zou ze absoluut niet wakker van liggen. Ze zwaaide moeder en zoon hartelijk uit. Er kwam geen schadeformulier aan te pas.

De volgende dag kreeg de vrouw een chocoladetaart en een hartelijke kaart in de bus met dank voor de rustige en geduldige wijze waarop ze deze autistische jongen had benaderd. het was precies wat hij nodig had op dat moment, geschrokken als hij was. Wat fijn dat er mensen zijn die niet naar de materie maar met aanzien des persoons weten te handelen. Dat ene voorval had het leven van het jongetje totaal op z’n kop kunnen zetten als het van een andere kant benaderd was. Warm van binnen met zo’n boodschap op afstand. Denk met je hart, filter ik eruit.

Gisteren bij de fysio lagen er bokshandschoenen op de grond, waar ik zo enthousiast op reageerde dat de stagiaire er onmiddellijk op in sprong. Natuurlijk gingen we ermee aan de slag. Slinks had hij er een oefening voor de bovenbenen bij verzonnen, vanuit zithouding op staan, vier slagen tegen het bokskussen en weer zitten. Supertrots was ik op de foto’s die hij er van maakte. ‘Haha, die hadden we nog niet, een boksende moeder’ appten de kinderen. En zo is dat. Gewoon stoer natuurlijk, daarom moest ik dat plaatje met eeuwigheidswaarde wel delen.

De zakken zand voor de vijver, twee stuks, waren bij lange na niet genoeg om de ruimten ertussen op te vullen. We besloten ter plekke vandaag weer te gaan en vier zakken mee te nemen, wat over was kon gebruikt worden voor een eventuele herbestrating van het terras. Het gras was fluks gemaaid en de tuin lag er prachtig bij. De buuf kwam ook nog even buurten. Fijn om zo bij elkaar te zitten en wat wederwaardigheden uit te wisselen.

Voor dat we weggingen had ik de opdracht uit het tekenboek voor vandaag gemaakt. ‘Teken de hofnar streep voor streep op z’n kop na, dek eventueel een stuk van de tekening af en probeer vooral in lijnen te denken en niet in onderwerpen, zoals voet of hand. Bij taal activeer je het linkerbrein.’ Het is een boeiende ontdekkingstocht en het zijn fijne oefeningen. Het ging langzaam maar gestaag. Hoofdstuk twee ligt er voor vandaag. Pieter Waterdrinker en het tekenboek gaan mee naar de tuin. Als de vijver eenmaal stabiel ligt kunnen we op het heetst van de dag rustig genieten in de schaduw bij een zwoel windje.

Op de terugweg zat ma Meerkoet met haar twee kleintjes in alle rust op het nest tussen het riet. Pa snaaide hier en daar wat lekkere hapjes. Reiger stond stoïcijns, en voor de duvel en zijn ouwe moer niet bang, op een hooibergje langs de kant van de sloot, terwijl de late avondzon in het water dreef.

Uncategorized

Het kan geen toeval zijn

Er staat een recensie in de Groene over het boek Ik=Cartograaf van Jeroen Theunissen, waarin het begrip Oikofobie voorkomt. Letterlijk: ‘Huis-Angst’ ofwel de vrees voor de huiselijke omgeving en in ruimere zin een onbehagen voor het blijven in een veilige omgeving. Al heel jong verlangde de schrijver naar ‘een leven zonder thuis, een leven aan de horizon, ver weg van de vlakke regio waarvoor ik-het spijt me dat ik het moet zeggen-nooit enige liefde heb gevoeld’.

Wij praten over dit fenomeen, lief en ik. Mijn vraag of je dat thuis niet met je meedraagt, wordt beantwoord met het gegeven dat je je in de geest, in jezelf, thuis kan voelen en daardoor je overal in jezelf thuis kan voelen los van de omgeving. Met die omgeving heb je wel een wisselwerking, die dat kan versterken. Als er sprake is van herkenning, iets wat me meerdere malen is overkomen op plekken waar ik ooit ben geweest.

We filosoferen door en komen uit bij het losmaken van de geest van de omgeving, zo sterk, dat dat er zelfs niet meer toe doet. Een existentiele ervaring, die boven jezelf en de omgeving uitstijgt. Ook de onredelijkheid van het vooraf bestempelen, waardoor de fobie al een lijden zou impliceren, terwijl dat in het geheel niet zo hoeft te zijn.

Theunissen is een ‘zwerfsteen’, die de nodige context in het verleden heeft liggen en daar naar blijft zoeken, zelfs als hij in Gent in zijn nieuwe huis woont. Op drukke binnenhuisdagen opent hij dan zijn dakraam en probeert de sterren te zien. Het komt overeen, vind ik, met wat men in het Duits ‘Sehnsucht’ noemt, een diep verlangen.

Ik moest direct denken aan ons zolderraam, waaronder we slapen en de Grote Beer die er ‘s nachts bij een wolkenloze hemel schittert. Ik kan me in het troostende steelpannetje minutenlang verliezen, in de wetenschap dat dat vredige beeld niet snel zal veranderen. Thuiskomen is ook een welbevinden. In mijn geval heeft het sterk te maken met een verbondenheid, het terugvinden van de ontbrekende schakel, waarvan ik dacht dat het voorgoed achter me lag. Thuiskomen is liefde.

De natuur waar Theunissen naar verlangt, vinden we terug in het brede spectrum van de Hollandse omgeving, waaraan, vindt de schrijver, zoveel zorg wordt besteed. Daaraan ten grondslag ligt ‘het zelfrespect, dat wij Vlamingen niet echt hebben’. Het bracht me bij de tuin, waar we gisteren zo hard hadden gewerkt op onze manier en bij stukjes en beetjes de stugge veengrond met de vasthoudende graspollen erop te lijf waren gegaan met spa en schep.

Bij het tuincentrum, de oude aan de Koningsweg met haar flamingo’s en papegaaien, die al sinds de jaren zeventig zijn te aanschouwen en derhalve, door de hoge ouderdom, niet meer te verhuizen zijn, vinden we een grote hoeveelheid betaalbare biologische kruiden. De Dille, de Koriander, de Roosmarijn en het Komkommerkruid gaan mee. Van het balkon had ik een grote pol Bieslook van de buurman en een stammetje met Peterselie van de broer van lief meegenomen. Die kwamen allemaal met een hagelnieuw schepje in het kruidenbed. Twee stapstenen erin en klaar. Met de eveneens nieuwe snoeischaar had ik van tevoren de wilg met de heggefunctie al ingekort. Lief richtte het schuurtje opnieuw in, in afwachting van een simpel smal kastje dat we bij de kringloop zouden gaan zoeken.

Op de terugweg zette ik hem af bij huis en hielp zoonlief een uurtje met zijn twee neven, de kleine krullebol en de benjamin, een eerste nacht zonder paps of mams voor de twee, dus spannend. Heerlijke makkelijke schatjes zijn het. Ze slapen de droom der dromen op wat patatjes en een fles.

Lief is ondertussen gaan schrijven omdat, met het hele verhaal van het artikel, onze gedachten een vlucht hadden genomen. Daar moet over verder gemijmerd worden en over de samenloop van omstandigheden. Zijn eigen ervaring, het thuis voelen in Verweggistan of hier, het boek ‘De wilde stilte’, het zolderraam, onderwerpen die allemaal met een rode draad refereren aan ons gesprek. Het kan geen toeval zijn.

Uncategorized

Wat wenselijk was

De dag begon vroeg. Met een thermoskan koffie en brood zette ik lief af bij de tuin en om half tien zocht ik in Zuilen naar het theater van Zimihc. Het was gevestigd in het oude schoolgebouw op de kop van een wijk. Een statig oud gebouw, gedeeltelijk in tact, maar ook prachtig aangepast en verbouwd naar haar nieuwe functie. Monumentale bomen op het plein waar ooit de kindervoetjes en voeten hun weg naar de volwassenheid vonden. ‘Als bomen konden spreken’, dat ging vooral hier op.

Er heerste een ontspannen sfeer binnen, er kwamen spritsen op tafel voor bij de bestelde thee en het management van de voorstelling zorgde voor een hartelijk welkomstwoord. Er lagen papieren met een instructie om een bootje te vouwen op tafel en kleurplaten. De kleurpotloden waren afgesleten maar al snel verscheen er op onze vraag een puntenslijper. Zo zaten we gemoedelijk bij elkaar, vouwen, kleuren, kletsen, knabbelen. Kleindochter wilde het liefst alles roze met een beetje blauw.

De peuters konden maar in en uitlopen, er was een speelpodium en er lag duplo. Er verscheen een grote groep kinderen op het plein. Wij dachten aan de lengte te zien dat het een kleutergroep was, maar later bleek het zelfs groep drie. Verder kwamen de peuters binnendruppelen met vader, moeder, of oma. Waar zijn die opa’s toch. De entourage werkte perfect mee aan de goede sfeer. Goedlachse dames achter de bar en veel reuring. Er kletterde een flesje om en iedereen schoot te hulp. Het leek op een bijenkorf waar alles in en uit zoemde.

Toen het tijd was om naar binnen te gaan werd het allengs stiller. De kinderen waren zichtbaar onder de indruk van de donkerte en het verlichte podium, waar een man en een vrouw rond liepen, al zingend en zwaaiend. Veel instrumenten, flessen met water, triangels, opnameapparatuur. Het stuk heette ‘VaarWel’ en het ging, hoe kan het anders, over afscheid, gemis en een bootje op zee.

Een lieve kleine schat wilde niet en brulde het uit, klampte zich aan moeder vast als een laatste strohalm. Uiteindelijk besloot ze wijs de zaal te verlaten. De grote groep kinderen van buiten werden achter de kleintjes neergezet, joelend, pratend en klepperend met alles wat kon bewegen aan de stoel. Het werd wat rustiger toen het licht uitging. We kregen een heerlijke voorstelling voorgeschoteld, met veel ingenieuze effecten en prachtige zang en muziek met alle voorwerpen die er stonden.

Kleindochter zat op schoot van dochterlief en sabbelde de knotjes van haar meegebrachte knuffeltje plat van de spanning, maar genoot met rode koontjes. Met doeken aan een stellage werd in een mum van tijd een prachtige onderwaterwereld getoverd met een doorzichtige kriebel krabbelkwal met lichtjes als ogen en lange zwierige slierten. Ze kwam griezelig dichtbij. Op het einde ging de jongen met een saxofoon als een rattenvanger van Hamelen met een sliert kinderen achter hem aan naar buiten, de hal in. Voor herhaling vatbaar vond ik. Alleen het gebouw al is de moeite meer dan waard.

We knuffelden een afscheid en met wat kerry planten en wat dragon zocht ik lief op, die al druk bezig was geweest om de natte zware veengrond om te spitten en van grasplaggen te bevrijden. Het laatste stukje stak ik af en daarna konden de zakken aarde erin geleegd. De kerry en de dragon kregen een mooie plek, de pierige selderij, die achteraan in de verdrukking had gestaan, werd bevrijd en kreeg een nieuwe plek. Aan de andere kant zaaide ik de Oost-indische kers. Tussendoor maaide ik het gras. Lief had ondertussen het terras opgeschoond. Met een laatste slok koffie keken we voldaan naar de gedane arbeid. Zoet rusten ja, dat was wat wenselijk was.