Het doel was aan de overkant de kern van het dorp Vreeswijk te zien liggen, kerktoren en oude sluizen incluis. We fietsten naar het veer en maakten de oversteek naar de Pontswaard, waar het pannenkoekenrestaurant de Ponthoeve aan ligt. We zochten het weggetje waar het bankje stond dat ik beschreven had in het verhaal van het rampjaar, een jaar waarin het door de Fransen bezette Vreeswijk geheel verwoest werd door de Staatse Troepen.
Een weggetje achter het klaphek leidde ons langs de koeien die onder de bomen wat verkoeling zochten naar het bankje, dat er nog altijd stond. Maar…Er groeiden wilgen en kreupelhout voor die het uitzicht benamen. Als je op het bankje zat, was er nu alleen een muur van groen en uitgebloeide kattenstaarten. Gelukkig was er verderop een open plek. Daar lag het lieflijke stadje in volle glorie. Er heerste volmaakte stilte, die alleen verstoord werd als er een waterscooter langs scheurde die met het toenemen van de snelheid ook de decibellen opvoerde.We namen foto’s bij de open plek, bijna hetzelfde stuk grond waar eeuwen geleden kunstenaars hadden gestaan om die overkant in tekening of lijnets te vereeuwigen..

We fietsten door Vianen heen over de dijk langs de Lek naar Lexmond waar we wat wilden drinken, maar bij het restaurant waar ik een terras wist, was een besloten feest, pech. Terug maar weer langs velden en akkers naar Vianen. Alles kleurde door oogst en droogte goudgeel, zoals in Verweggistan. Het enige verschil was dat er hier veelvuldig met boerderijen was gestrooid. Daar zag je in de verste verten niets van dat al. Alleen die uitgestrekte goudgele puszta’s.
Bij Vosje namen we een heerlijke koele versnapering en eindelijk zo’n oerhollandse bittergarnituur om aangenaam te verpozen. Op de banken aan de voorkant van het gebouw zat een echtpaar vooral hun smartphones te bekijken en ik bedacht me, dat stiltes zelden vielen als we ergens aan het uitrusten waren en wat een zegen dat was. Terug naar huis en langs die ene nog steeds betaalbare super en de avond in zoete eenvoud voor de buis.
Voetbal, nieuws en de neven van Eus. Op een hele subtiele wijze liet de laatste zien hoe in wezen iedereen hetzelfde reageert als er vluchtelingen zijn. De Syriërs in Turkije zijn er met vele neergestreken. Eus bezocht beide groepen. De Turkse kapper liet hij inzien dat hij in de ogen van de Nederlander over het algemeen hun ‘Syriër’ was. Van de Syriërs hoorde je voornamelijk, dat ze met liefde weer terug wilden zodra Assad vertrokken was en mee wilden helpen aan de wederopbouw van hun eigen land. Moeilijk voor de wat oudere Turkse bewoners in de stad was het feit, dat er in de wijde omtrek geen zee en sinaasappelbomen meer te zien waren. Het was een doolhof aan torenflats, geworden, dicht op elkaar gebouwd, nu er zoveel mensen waren bijgekomen. Een ander uitzicht was er niet.
De uitgeverijen nog maar eens aangeschreven en direct resultaat geboekt, door de mededeling dat de deadline in zicht was. Superfijn. Het derde boek is ook onderweg.
Een mail van het tuinbestuur komt binnen, dat waarschuwt voor rattenoverlast en verzoekt om alle voedsel in goed afgesloten potten te bewaren en niets op de composthoop te gooien en het vogelvoer bij het huiswaarts gaan op te bergen of mee te nemen. Ook gestapeld hout schijnt ideaal te zijn om nesten te bouwen. We zullen straks een inspectie houden naar knaagsporen en rattenkeutels achter het atelier. Het voelt alsof het gewone leven, met de bijbehorende drukte in gang is gezet. Kalmpjes afwerken en het hoofd niet gek laten maken, is mijn voornemen, met het andere motto in gedachten ‘Alles op z’n tijd’.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.