Uncategorized

Wat wenselijk was

De dag begon vroeg. Met een thermoskan koffie en brood zette ik lief af bij de tuin en om half tien zocht ik in Zuilen naar het theater van Zimihc. Het was gevestigd in het oude schoolgebouw op de kop van een wijk. Een statig oud gebouw, gedeeltelijk in tact, maar ook prachtig aangepast en verbouwd naar haar nieuwe functie. Monumentale bomen op het plein waar ooit de kindervoetjes en voeten hun weg naar de volwassenheid vonden. ‘Als bomen konden spreken’, dat ging vooral hier op.

Er heerste een ontspannen sfeer binnen, er kwamen spritsen op tafel voor bij de bestelde thee en het management van de voorstelling zorgde voor een hartelijk welkomstwoord. Er lagen papieren met een instructie om een bootje te vouwen op tafel en kleurplaten. De kleurpotloden waren afgesleten maar al snel verscheen er op onze vraag een puntenslijper. Zo zaten we gemoedelijk bij elkaar, vouwen, kleuren, kletsen, knabbelen. Kleindochter wilde het liefst alles roze met een beetje blauw.

De peuters konden maar in en uitlopen, er was een speelpodium en er lag duplo. Er verscheen een grote groep kinderen op het plein. Wij dachten aan de lengte te zien dat het een kleutergroep was, maar later bleek het zelfs groep drie. Verder kwamen de peuters binnendruppelen met vader, moeder, of oma. Waar zijn die opa’s toch. De entourage werkte perfect mee aan de goede sfeer. Goedlachse dames achter de bar en veel reuring. Er kletterde een flesje om en iedereen schoot te hulp. Het leek op een bijenkorf waar alles in en uit zoemde.

Toen het tijd was om naar binnen te gaan werd het allengs stiller. De kinderen waren zichtbaar onder de indruk van de donkerte en het verlichte podium, waar een man en een vrouw rond liepen, al zingend en zwaaiend. Veel instrumenten, flessen met water, triangels, opnameapparatuur. Het stuk heette ‘VaarWel’ en het ging, hoe kan het anders, over afscheid, gemis en een bootje op zee.

Een lieve kleine schat wilde niet en brulde het uit, klampte zich aan moeder vast als een laatste strohalm. Uiteindelijk besloot ze wijs de zaal te verlaten. De grote groep kinderen van buiten werden achter de kleintjes neergezet, joelend, pratend en klepperend met alles wat kon bewegen aan de stoel. Het werd wat rustiger toen het licht uitging. We kregen een heerlijke voorstelling voorgeschoteld, met veel ingenieuze effecten en prachtige zang en muziek met alle voorwerpen die er stonden.

Kleindochter zat op schoot van dochterlief en sabbelde de knotjes van haar meegebrachte knuffeltje plat van de spanning, maar genoot met rode koontjes. Met doeken aan een stellage werd in een mum van tijd een prachtige onderwaterwereld getoverd met een doorzichtige kriebel krabbelkwal met lichtjes als ogen en lange zwierige slierten. Ze kwam griezelig dichtbij. Op het einde ging de jongen met een saxofoon als een rattenvanger van Hamelen met een sliert kinderen achter hem aan naar buiten, de hal in. Voor herhaling vatbaar vond ik. Alleen het gebouw al is de moeite meer dan waard.

We knuffelden een afscheid en met wat kerry planten en wat dragon zocht ik lief op, die al druk bezig was geweest om de natte zware veengrond om te spitten en van grasplaggen te bevrijden. Het laatste stukje stak ik af en daarna konden de zakken aarde erin geleegd. De kerry en de dragon kregen een mooie plek, de pierige selderij, die achteraan in de verdrukking had gestaan, werd bevrijd en kreeg een nieuwe plek. Aan de andere kant zaaide ik de Oost-indische kers. Tussendoor maaide ik het gras. Lief had ondertussen het terras opgeschoond. Met een laatste slok koffie keken we voldaan naar de gedane arbeid. Zoet rusten ja, dat was wat wenselijk was.

Een gedachte over “Wat wenselijk was

Reacties zijn gesloten.