Uncategorized

Zoals het een dagelijks blogger betaamt

En dan heel vroeg in de morgen het verkeer horen aansuizen door de kier van het zolderraam en niet weten hoe laat het inmiddels is, want nog steeds pikkedonker. Eergisteren was het al bijna licht rond vijf uur als normaliter de dag ontwaakte. O ja, drong het langzaam door tot het door slaap vertraagde brein. De klok en haar tweejaarlijkse semi-eigenzinnige verhouding met de tijd. Een uur vooruit betekent een uur minder slaap. Twee dagen later betekent een uur vooruit vooral een verlaat schemerduuster. De Grote Beer schittert onverbloemd en onverbleekt aan het firmament.

De dag begint dus in het halfduister. Een winterse kwinkslag. Een uur vooruit maakt nog geen zomer. Zo leedmoedig als de dag begon zo berustend rolde zich de rest van de ochtend af. De rit ging naar Bunnik, op de Tomtom slechts 16 minuten vanaf mijn parkeerterrein. in werkelijkheid twee minuten later, maar nog altijd ruim op tijd. Een immens gebouw, waar het speellokaal zich zou bevinden. Daar was de dansdag gepland voor de groepen een/twee van de basisschool. Succes verzekerd, want wie wil dat kleine lijf niet in de onmogelijke bochten wringen. Er was een interactief onderdeel bij.

Wat een school. Geld als water toen ik de entourage bekeek. Ergens is het bestieren van een schoolgebouw met inhoud toch een kunst op zich. Zo ver hadden we het met onze kleine eenpitter nooit gebracht. Luxe aankleding, speels, kleurrijk, prachtige ruimtes, alles wat je je als doorgeleerde lekkerbek van kunst en cultuur zou wensen. Uitdagende aankleding die het vermoeden deed rijzen dat ze er wel oog voor hadden. Dan was het goed. Als er maar meer dan voldoende gebruik van gemaakt wordt, dan gun ik het elke school.

De kinderen waren keurig op tijd, pasklaar voor de beschermde vloer, dus schoenen uit. Wel zo’n kalm begin, als iedereen in polonaise om de dansvloer geleid kan worden en dan aan de rand kan gaan zitten.

Die schatjes, ik zag de mijne er in terug. Mijn eigen wetenschappers, mijn kostelijke kleine vragenvreters…Waarom? De kinderen in hun hele eigen wereldje, wars van alles wat de goegemeente doet en die in hun eigen hoekje kruipen, de schatjes, die nooit recht blijven zitten, maar al luisterend achterstevoren, ondersteboven, binnenstebuiten hangend alles in zich opnemen, de schuchtere moppies die hun mouw hebben nat gesabbeld of aangevreten van de zenuwen.

Deze lieverds bleken ook kant en klare prima ballerina’s in de dop. De split werd tussen neus en lippen door uitvoerig geprobeerd, net als de pirouette. Er waren erbij die de krijtjes-uitdaging met beide handen aangrepen of het spiegelen, het klimmen in de door de armen gemaakte cirkel van het maatje. Een jongetje bleef temidden van het feestgedruis stokkestijf staan en keek en keek en keek al het verwonderlijke er vanaf.

Bij de tweede dag waren er drie ouders bij en een van de meisjes kwam daardoor niet meer tot spel. Ze was met geen mogelijkheid te bewegen mee te doen. Met een wrokkige uitdrukking op haar gezichtje bleef ze zitten waar ze zat. Iedereen om haar heen danste vol overgave mee. De dag van hun leven. Bij de tweede dag was er ook een school die door omstandigheden de voorstelling vergeten hadden. Een gemiste kans. Arme lieve schatten.

Ik probeerde de derde voorstelling nog naar voren te schuiven, maar de groepen konden niet. Extra wachttijd dus, dan maar een boodschapje en daarna naar huis. Eindelijk posten, zoals het een dagelijkse blogger betaamt.

Uncategorized

Het werkt nog altijd

Soms is er een dipje nodig om weer nieuwe sprongen te kunnen maken. Hoe verhelderend het kan zijn, om eerst zo’n voorval te overpeinzen en dan de volgende dag, na een nachtje slapen, er weloverwogen over te praten. De gelegenheid bij uitstek om de emotie om te buigen naar het waarachtige gevoel, waardoor daarna zoveel meer aan diepte is gewonnen. Het stemt dankbaar en voelt als oneindig.

Maandag op de tuin, in die heerlijke lentetemperatuur, was het goed toeven. De kussens op de nieuwe stoelen, kleedje over de tafel, het boek van de Zwijger in de tas, maar het werk lonkte. Lief slechtte drie wilgenkronen en ik begon vast aan het verwijderen van het dorre restant van de winter. De grassen hadden de overhand genomen in de zachte winter. Hele pollen moesten worden uitgespit. Achterbuuf was er ook en natuurlijk werd eerst de winterlange tuinstilte bijgeklept. De bouw van hun nieuwe huis, mijn nieuwe liefde en de toekomstmuziek die door alles heen klonk. Daarna haastte ik me om de stapel wilgentakken te ontdoen van de zijloten. Mooie lange rechte vlechtstaken werden zo verkregen. De kleine takken gingen in bunders naar de afscheiding tussen de buurvrouw en mij, zorgvuldig gestapeld door lief. Ook een manier om een hekwerk te verkrijgen. De staken waren voor dochterlief.

Op naar broer en schoonzus die een snelle versnellingenfiets hadden staan en hem hadden voorbestemd voor ons. We kwamen totaal onverwachts, maar schoonzoon wilde de volgende dag hardlopend naar hen toe om vervolgens weer terug te kunnen fietsen. Dat kwam ik vertellen. Het weerzien met Lief die ze beiden nog kenden was allerhartelijkst. De fiets te mooi om waar te zijn, Lief in zijn nopjes en iedereen blij.

Daarna zal het transport aanstaande zondag per fietsdrager naar hier gaan. Dan kunnen we daarna allebei op de fiets naar het feest van de schoonfamilie. Een fietstocht samen is iets om ons zeer over te verheugen. De laatste keer was ooit, plusminus 45 jaar geleden, geweest. Een tocht door Voorschoten, waar we toen woonden en Wassenaar richting Noordwijkse Duinen. Ook die tocht voerde langs lammetjes en uitbottend groen. De kroon op die inspanning was een heerlijke lunch in De Gouden Leeuw, eenmaal terug in Voorschoten. Iets wat met ons beperkte studentenbudget een grote uitzondering was, dus wel iets om te onthouden.

De volgende ochtend begon de dag vroeg. Richting Baarn over een net ontwakende snelweg met heiige overgangen van de weilanden door de snel stijgende temperatuur. Het theater was een feest van herkenning, met haar mooie wandvulling, het rode pluche en de prachtige beelden her en der. De voorstelling over Ridder Florian, een alleraandoenlijkst lief klein riddertje met een stokpaard naast een pompeuze lakei, een duitse middeleeuwer, een lief jong draakje dat wilde spelen, een pochende rijke ridder op een wit stokpaard en een aandoenlijk oud vrouwtje met toverdrankjes voor moed, voor stoer en voor sterk, liet het kleine grut genieten en alleen de tweede voorstelling leverde een angstig huilend meisje op.

Al met al was er weinig tijd over om te schrijven, want bij de fysio viel er ook nog het nodige te doen. Krachttraining is nog belangrijker dan de beweging op zich, posteerde hij. Iets om te beamen. Niet voor niets had ik voor de djembe gekozen zodra ik hoorde dat er sprake was van deze aandoening. Spieren sterken om het gebrek aan lucht op te vangen. Dat is het idee erachter. We gaan ervoor.

Voor de splinter in mijn vinger, die ik op de tuin had opgelopen en die te diep zat om open gepulkt te worden, haalde ik teerzalf en soda. Er gaat niets boven de wijsheid van het verleden. Naast de oude Grieken en Romeinen met hun spreuken werden heel wat huis-, tuin- en-keukenkwalen opgelost door grootmoeders almanak en middels overlevering doorgegeven. Het werkt nog altijd.

Uncategorized

Aan de slag dan maar

Volle maan speelt parten nu ze weer aan het afnemen is. Het zou ook zomaar het begin van de lente kunnen zijn, de deadlines die in de nek hijgen, het boek van Willem waar ik maar niet snel genoeg in ga, de komende gebeurtenissen…Kortom muizenissen ten top. Goed voor een slapeloze nacht. Grote beer, het steelpannetje, winkelt boven me door het dakraam heen en fluistert verhalen, zingt een nostalgisch suja suja slaaplied voor me, maar het mag niet baten. Pas tegen de vroege ochtend word ik toch overvallen door lede ogen die toevallen, en een droom herbergen van een tachtigjarige ex-vriendin, die zwanger blijkt te zijn. Wat me bij blijft, is het feit dat ik hooglijk verbaasd ben dat dat mogelijk is. ‘Altijd’, bevestigen de zustersirenen om me heen en ze knikken heftig. Probeer er maar eens chocola van te maken van al die losliggende gedachten, het rafelt mijn leven binnen.

Gisteren zag ik het mooie programma van Nadia Moussaid en haar vader, ‘ Mijn vader de gelukszoeker’. Een boeiende tocht door zijn verleden, het verblijf als illegale gelukszoeker in Parijs en vooral het feit dat de tijd stil gestaan lijkt te hebben als je nog steeds opgeschoten jongens, nog maar net de puberteit ontgroeid, ziet hosselen op straat. Een innemende vader in een Bretonse trui met een praatje voor iedereen. Kenmerkend is het vertrouwd zijn met het milieu dat ze opzoeken en het gemak waarop hij de jongens aanspreekt. Triest om te zien dat de illegaliteit bloeiend is, de uitzichtloosheid van het geheel, het hele bestaan van achterom kijken en vluchten. In het eigen land geen toekomst en in het westen er niet boven uit kunnen groeien drijft ze regelrecht in de armen van de kleine misdaad. Het overschreeuwen van hun ellende klinkt nog lang door. De tranen zijn echt, zowel van de vader als van de dochter. Er volgen nog twee afleveringen.

In gedachten gaat mijn reis naar een oud huis ergens achter gare du Nord. In het huis een paar polen, wat Senegalezen en wat jongens van de Ivoorkust. Stuk voor stuk jonge mannen en een vrouw met een kind, die het huis bestiert, een huis waar de vettigheid van het bakken tegen de muren op is gekropen. Geen echte toekomst, vooral veel straatwerk en de opvang bij de vrouw die voor iedereen altijd een maaltijd over heeft. Tussen de dampende sigarettenrook door probeer ik hun blikken te peilen en te ontdekken wat hen beweegt, waar ze naar verlangen, hoe ze de toekomst zien. Ze werken veelal illegaal in de horeca of hosselen hun hachje bij elkaar. Een van hen wil met me trouwen, al had ik zijn oma kunnen zijn. Als ik naar buiten stap, de frisse nacht in, voel ik me zwaar te moede. Te onmachtig, te klein, hoe overleef je een rechtenloos bestaan.

Vanmorgen in alle vroegte na de koffie weven Lief en ik in een fijne conversatie de levens van Willem de Zwijger, die ik aan het lezen ben en Erasmus, die hij nu aan het lezen is, met elkaar. Nog steeds is het Middeleeuwse plaatje niet rond, het ene leven vanuit de Clerus en het Humanisme en het andere vanuit het wereldje van de edelen en hun talrijke oorlogen en schermutselingen. Het voetvolk, zoals ik het leerde kennen in Het Boek van Jongen van Catherine Gilbert Murdock, een arme ganzenhoeder die met een voorbijtrekkende monnik meereist naar Venetie, of Mariken van Nieumeghen geven een heel ander beeld. Zo sprokkelt het plaatje Middeleeuwen langzaam haar onderdelen bij elkaar. Ik ben benieuwd wat het geheel ten einde completeert.

Het Sahara-zand heeft mijn schoongewassen ramen een waas van stof gegeven en het uitzicht vertroebeld. Om alles goed te blijven zien is het zaak helderheid te bewaken. Aan de slag dan maar.

Uncategorized

Ze is kostbaar en vliegt zomaar voorbij

Pluis was er even klaar mee, met die Willem de Zwijger. Iemand die niets zegt en op je lekkerste plekjes van de bank gaat liggen, wordt toch als een querulant gezien. In de letterlijke zin van het woord zelfs een dwarsligger. Ze bleef maar aan zijn loshangende staart knagen. Het was een welkome afwisseling voor de vele moordpartijen en oorlogen. Wat een onvoorspelbare tijden kenden die middeleeuwers. Dat had voor menigeen een bittere afdronk. Was er geen strijd, dan altijd nog wel de pest met etterende zweren, ongedierte of gebrek aan huis en haard omdat het was platgebrand en nu was zelfs Anna, zijn vrouw, aan melancholie ten ondergegaan. Kommer en kwel.

Dan maar bedenken hoe we deze luie dag verder gaan invullen. Aanvankelijk leek het de tuin, maar bij nader inzien toch maar beter bewaren voor morgen, gezien de weersvoorspelling. Lief had koffie gehaald en met de biechtstoel naast het bed(van oma)babbelden we over Verweggistan en de noodzaak voor eventuele vernieuwingen. Het kost moeite om de zorg om mijn gezondheid weg te nemen. Hoe vaak ik met de hand op mijn hart en in het redelijk stofhappende oude eigen huis ook verzeker, dat ik geen last heb van stof met mijn aangedane longetjes en dat ik heel goed een reis aan kan van gemiddeld vijf uur per dag rijden, zoals het een echt bejaard stel betaamt, kan ik maar niet zijn ongerustheid wegnemen. ‘Eerst zien en dan geloven stuurt mijn rebelse oma door. Precies. Gewoon doen en gaan, dan is dat idee vanzelf van de baan.

Dochterlief stuurt een foto op van de twee schilderijen die ik van de kleinzonen had gemaakt. Een was er ingelijst, maar de ander had ze te krap gekocht. Gisteren had ze eindelijk de laatste er toch in gepeuterd en ook al kan het er nooit meer uit, beweert ze, zo hebben we het maximale aan eer van het werk. Direct er achteraan kwam een opdracht voor de jongste, liefst ook aan zee. Kom maar door met de foto, misschien is een opdracht weer een goede stimulans om de penselen op te pakken.

Hier op zolder worden we ‘smorgens wakker van de kauwtjes, die met het bein van deze lente vast druk in de weer zijn om hun nest in te richten. Er wordt geklotterd, getikt, met takken gesjouwd, tenminste als ik de geluiden goed interpreteer. Het is er een drukte van belang. Dat betekent straks met een paraplu over de galerij, want als er kleintjes zijn, veranderen deze goedmoedige kauwen in ondermaatse haviken, die er alles aan doen om hun kroost te beschermen.

Gisteren was ook een dag van betrekkelijke rust. Soms is een pas op de plaats nodig en zeker na de drukte van afgelopen vrijdag. Omdat er van de week eters zijn, experimenteer ik deze dagen met verschillende recepten. Nu had ik een hele fraaie gevonden voor zoonlief, die toe was aan een vleesmaaltijd. Het werd de Ovenschotel Genovese van Rudolph van Veen, naar geheel eigen stijl en inzicht en met schnitzel, maar niet met pappardelle. Dat werd spagghetti, in een dwars-door-de-kast-bui. Nooit gedaan, de gekookte pasta op het vlees in een ovenschotel onder een heerlijke saus, maar o, wat lekker. Nu al een klassieker hier, kan ik jullie verzekeren.

Ziezo, nog een dag rust en dan weer een volle week. Hoe dat toch werkt. Nu de hele corona los is gelaten stroomt de agenda voller dan vol. Bewaken die tijd, want ze is kostbaar en vliegt zomaar voorbij.

Uncategorized

Daar viel nog lang over na te mijmeren

Zo’n dag dat je denkt, deze duurt tot in lengte der dagen en de tijd om alles te doen is volledig van mij. Zo wisselend kan het zijn. Het enige dat gepland stond, was het wachten op een pakketje en het verrijden van de zakken met de restanten van het oude bankje uit de tuin naar de stort. De ter ziele gegane pick-up, die op zolder stond, mocht eindelijk mee naar de kringloop.

Willem de Zwijger valt van de ene strijd in de andere. Moorden, platbranden, deserterende of muitende soldaten, een wormstekig spel tussen diverse edelen, er komt heel wat op mijn pad. De wortels van het kwaad zijn diep gezaaid, wordt steeds meer duidelijk. Dat lieflijke wereldje van vroeger gonsde net zo van het ongemak. Tussen alle glooiende heuvels en schone natuur floreerden heel wat kruitdampen. De smog was destijds absoluut een ingeburgerd staaltje vervuiling in menige stad. hele dorpen werden platgebrand.

Het andere boek van Thomas Moore ‘De ziel kent geen leeftijd’ is als een handleiding voor iets wat je allang wist en dat maakt het lastig om te lezen. Een wonderbaarlijk fenomeen als mensen vanuit hun eigen omstandigheden de richtlijnen schenken aan goedgelovigen. Niets is zaligmakend, alleen wat het beste is voor jou onder de gegeven omstandigheden en die kunnen er mijlen ver van af liggen.

De zon brandt nu op de op wintersterkte ingepakte benen. Deze ochtend moest ik om kwart over zeven op pad om een voorstelling te begeleiden in Wijk bij Duurstede. Dat eerste op zich al was geen straf. Met rijp bedekte velden, de prachtige nevel die de wereld in tweeën klieft, een strak blauwe lucht en een oogverblindend zonnetje. buiten het schoonkrabben van de ramen was er geen vuiltje aan de lucht. Veel te vroeg kwam ik bij het nostalgische theater aan de markt aan. Gewoonlijk trek ik een uur uit om de situatie en de locatie te bekijken om daar mijn strategie op te bepalen. Het stadje ademde zondagsrust. Een voor een gingen de winkels open. Een warme bakker in een oud pandje, het restaurant op de hoek maakte zich klaar voor het nuttigen van de eerste koppen koffie, de dames van het Kruidvat kwamen aanlopen en even later de beheerster van het pand met de sleutel in haar hand.

Om half negen was er ineens leven in de brouwerij. De eigenaar van het theater bleek aan de achterkant van het imposante pand te wonen en was binnendoor gekomen. De sfeer van het kleine pand had een nostalgische grandeur. Klatergoud en rood pluche in het belendende café en een wat moderner bekleding voor de stoelen in het theater maar wel zoals ik me van vroeger de bioscopen en theatertjes herinnerde. Knusse gezelligheid. Daardoor was de helft van het succes al verzekerd.

Hieperdepiep amboulah bleek een mimevoorstelling te zijn met slapstickachtige humor. Achref Adhahdi slungelde over het podium en tot hilariteit van de kinderen was hij elk functioneel gebruik van de doodgewoonste voorwerpen vergeten. Hoe moet je zitten op een stoel, aan welke kant gebruik je een zwabberdweil en hoe zet je een verjaardagshoedje op. Iedere handeling ontlokte oerkreten en wuivende armen. Heel veel kinderen wilden alleen maar helpen en begrepen hem volkomen. Hoe kan het ook anders dat je niets weet als je uit Tunesië komt en je vader en moeder moet missen. Ontroerend waren de momenten waarop bleek dat Achref in zijn eentje verjaardag moest vieren en bij het cadeau in de coulissen steeg er gejuich op. De interactie was eveneens hilarisch. Hij pakte een meisje in in een verjaarsslinger met vlaggetjes en liet kinderen zijn huishoudhandschoenen uittrekken. De kinderen genoten en wij als volwassenen konden ook menig keer een lach niet onderdrukken.

‘Bent U een soort mister Bean’ vroeg iemand na de voorstelling. Daar kon de acteur zich wel in vinden. En of hij echt jarig was. ‘Alle dagen, omdat ik vroeger nooit mijn verjaardag kon vieren in Tunesie’. Onder de indruk van dat feit verlieten de kinderen de zaal. Daar viel nog lang over na te mijmeren.

Uncategorized

Eenmaal in het koppie, dan voor altijd

Wat zitten er toch weinig uren in een dag. Ergens tussen toen en nu zijn ze gekrompen. Toch had de morgenstond goud in de mond en startte de ochtend al vroeg op. Haar in de henna en nu weer terug in bed gekropen met plastic zak erom en handdoek-tulband, Willem de Zwijger onder handbereik en dochterlief straks in mijn eerste telefoontje. ‘Zin om even bij te kletsen’, appte ze. Zeer wederzijds. Af en toe sparren is zo onontbeerlijk. .

Gisteren bij de fysio was er weer nauwelijks zuurstof uit de lucht te halen. Lichte oefeningetjes dan maar. Hoe wisselend kan het zijn. Daarna wilden we eigenlijk naar de tuin, maar dat had ik op deze ademstroom nooit gered, dus daarom maar even kuieren over City-Plaza. Lief wilde de bibliotheek zien om in de stille uurtjes daar naar toe te kunnen gaan om er te lezen of wat te schrijven, iets wat we vooral in onze begintijd veel gedaan hadden. In de imposante bieb van Utrecht vroeger, de oude naast de Dom in de Voetiusstraat, was het goed toeven, een gewijde sfeer tussen de oude binten. Daar haalde je het niet in je hoofd om geluid te maken. Elk boek dat viel, denderde door de ruimte als een zwaar verwijt. Later zaten we veel in Leiden en pas geleden nog gingen we een kijkje nemen in de centrale bibliotheek aan de Neude, dat prachtige monumentale gebouw, dat vroeger het oude postkantoor herbergde en een ontwerp is van J. Crouwel jr., naar de Amsterdamse school. Wat een verbetering en goede sfeer. De stilte, de werkende of lezende mensen, wat reuring hier en daar, ideaal om bij te mijmeren.

De centrale bieb hier is een imposant gebouw, moderne architectuur dat van binnen een vleugje Guggenheim met zich mee draagt. Buiten de boeken valt er nog veel meer te halen. Het gemeentehuis zit er in, de raadzaal en de wethouders, een kunstenaarscollectief met expositie en nog veel meer. Er kon ook al gestemd worden. We wandelden er doorheen en, samen met het halen van de boodschappen, was het net te doen.

Op benauwdheid valt geen peil te trekken. Op de bank kwam ik tot rust. Op het balkon was er een bewoner gekomen in het vogelhuisje, dat zoonlief aan het eind van de winter had opgehangen, tenminste, dat denken we. Eerst gingen de pimpelmezen op verkenningstocht, maar lieten het links liggen en nu zijn de koolmezen volop nieuwsgierig en leek er in de uitgang leven te ontwaren.

Dochterlief meldde dat ze met de takken, die er van de drie wilgen waren afgekomen, al een hekje had gevlochten tussen haar en het tuintje van de buurman. Vandaag gaat Lief er weer een paar slechten en ik knip twijgen om tot mooie staken te komen. Het is een fijne gedachte, als het materiaal weer hergebruikt kan worden. De kleine kringloop der natuur.

Het boek over Willem de Zwijger is voorlopig een vrij uitgebreide opsomming van de stamboom en de voorgeschiedenis, zijn jeugd en de verhoudingen en vriendschappen aan het hof. Soms zoek ik naar de relevantie. De hoeveelheid doet me duizelen, maar ik merk aan Lief dat het het gebrek aan kennis over de middeleeuwen is die me daarbij parten speelt. Wat heb ik vroeger in de klas toch uitgespookt. Ik vond geschiedenis wel altijd boeiend, maar meer om de mooie werkstukken die je ervan kon maken en waar ik hele oude boeken mishandelde door er de gravures en platen van te gebruiken. Ze werden wel altijd hooglijk beloond en als het goed is, heb ik die schriften zelfs wel bewaard, maar dan moet ik graven in al die oude paperassen hier op zolder. Altijd al beelddenker geweest en tot nu toe gebleven. Het slaat pas op, als ik het verwerkt heb in een mooi verhaal. Eenmaal in het koppie, dan voor altijd.

Uncategorized

Een tikje weemoed

De lente sijpelt via berichtjes op de social media binnen als kattebelletjes. Ze komt eraan. Echt waar, roepen ze vanuit hun wonderschone fotogenieke stand. Parende meerkoeten, nestelende zwanen, de bloeiende kornoelje, de eerste krokussen. Voorzichtig gaan mensen, ondanks de kou, het terras weer op. Dikke dassen worden puffend afgelegd onder de verwarmingselementen boven hen, luchten kleuren zachtoranje/roze.

De fysiotherapeut had Corona, maar zijn stagiaire, mijn vaste begeleidster voor een maand of drie, was heel wel in staat om zijn taken over te nemen en leidde me vriendelijk door de oefeningen. Hangend aan de touwen ondernam ik een poging om de biceps wat op te krikken. Op en afstappen met geheven been, zo zwaar als trappen lopen, om de balans en de coördinatie ademhaling,/zwaartekracht te stimuleren, mijn persoonlijke catwalk op de tenen met minieme stapjes voorwaarts en een stok boven het hoofd leverde een zwaar trapezium op.

In de auto uitpuffen en daarna door voor de boodschappen en ondertussen een gerecht verzinnen voor de overgebleven gekookte eieren van de brunch afgelopen zondag. Het werd Boemboe Bali Telor. Een hemelse keuze bleek achteraf. Wat kan simpel toch lekker zijn.

De buurman vroeg, onversneden als altijd en in onvervalst Utrechts, of ik een nieuwe vriend had. Buuf keek met vriendelijke oogjes naar wat er aan reactie op mijn gezicht te lezen stond. Dat geschiedenis zich herhaalde maakte verhalen los over een broer die hetzelfde had meegemaakt. Daarna, zonder blikken of blozen: ‘Ik vraag me nou eigenlijk al een tijdje af, hoe of dat nou is, op die leeftijd’. De ogen van buuf lichtten op. Natuurlijk roemde ik het samenzijn, maar trad niet in de details, die hij ongetwijfeld nader had willen horen. Met het excuus dat ik naar de fysio moest, maakte ik me uit de voeten. Precies genoeg info voor speculaties, waarmee zijn gekluisterd zijn aan huis een gouden randje zou krijgen die dag, bedacht ik me. Zo is het. Af en toe hebben we voeding nodig om te mijmeren, al is het maar een buuf met een nieuwe liefde.

Lief las Erasmus en ik boog me over de Griekse wijsgeren uit het boek kinderen van Chronos. Nooit geweten dat dat de God van de tijd was, iets wat met een beetje doordenken duidelijk leek. ‘Chronologisch, chronografen, chronoscopen, chroniciteit’, somde Lief achter elkaar op. Aha, op die fiets. De man had de tijd in handen. Het verhaal strooit af en toe met wijsheden. Socrates is de wijste mens in het oude Griekenland ‘omdat hij weet, dat hij niets weet’. Doordenkertjes om met een groep kinderen eens flink op te broeden. Waar is een groep als je die nodig hebt.

De zon in de kamer is af en toe een spelbreker bij het verder lezen. De slaap overmant. Natuurlijk kan het liggen aan het feit dat ik ‘s morgens heel vroeg het warme nest verruil voor het bed bij de boom voor het raam, na eerst gerede tijd naar de sterren in het dakraam te hebben gestaard, een wakker woelen zonder beweging, alleen de gedachten. Bij het onderuitzakken bemerk ik, dat het de grote Beer is, waar ik tegenaan kijk. Een onmiskenbaar steelpannetje.

Dochterlief belt, is het mogelijk Dribbel op te vangen op donderdag, want de opvang laat hen in de steek. Gezellig en erg vroeg. Goede oefening voor het normale leven.

In het kader ‘ ontdek je plekje’ kuiert Lief naar het centrum met behulp van de route-planner en stort ik me op de Boemboe, terwijl ik een liedje uit ons prille begin neurie, omdat ik de tekst vergeten ben. Ladjoe, Ladjoe, terwijl om me heen het denkbeeldige konijntje huppelt met dezelfde naam. Ach ja, het kan geen kwaad door de realiteit een tikje weemoed te kloppen.

Uncategorized

Altijd weer op te poetsen

Nieuwe afspraken gemaakt en vandaag begonnen met uitproberen. De behoefte aan slaap is hier en daar wat anders. Lief maakt lange nachten en die van mij zijn altijd korter. Hiervoor lag ik in het bijzijn van hem in het donker te staren en vooral veel te peinzen en te luisteren naar de geluiden die de twee kauwtjes in de dakgoot naast ons produceerden. Daarna kon ik later pas het achterstallig onderhoud zoals de schrijfsels inhalen. Dat bracht mijn rust in gevaar, want het gaf een haastig gevoel. De dag was inderdaad vervolgens altijd te kort.

Nu hebben we besloten dat ik naast doezelende man zonder bezwaar kan schrijven en dat is een hele opluchting. Hij vindt het geluid van het getyp niet storend en soest door, terwijl ik volledig mijn ei aan gedachtenspinsels kwijt kan.

Iets wat ook achterop raakte was het uitspellen van de krant. Geen puzzeltje meer in een verloren uur of ter compensatie van het zwaardere denkwerk. Ook dat pak ik weer op. Gewoon, in alle stilte. Nu is dat makkelijker aan het worden omdat het steeds vroeger licht wordt. Lief leert dat hij de gezelligheid benoemen kan, meer dan de verzuchtingen om de volheid van het huis. Zo werken we naar een samenleven toe die voor beide een aangenaam toeven is en daarna zal er steeds, stukje bij beetje, een onderdeel vervangen of bijgeschaafd worden door iets, dat we samen gaan uitkiezen. Zo schaart huis en haard zich steeds meer achter de nieuwe situatie. Als er iets in komt gaat er ook iets uit, wordt de gouden regel. Daar kan ik me weer in vinden. Zo schikken we en minnen we. Het blijft een mooi gegeven. Wennen, maar goed te doen.

Vandaag de draad oppakken van het lijstje met zaken die noodzakelijk af te handelen zijn, nu het vorige lijstje zo glorieus is gelukt. Lief maakt een afspraak met de dokter die in te passen valt in de tijd, want we moeten ervoor naar Hoek. Er zijn wat mogelijkheden die we moeten natrekken om het leven helemaal hier naar toe te trekken. Oude vrienden kunnen bezocht worden. Ook moeten we aan de slag met de wilgenbomen in de tuin, voordat ze helemaal in een jubelend lente-enthousiasme uitbarsten. Kauw in de dakgoot waarschuwt daarvoor, omdat ze al druk bezig is met het nest, aan het getik en geklotter te horen. Het belooft alweer een prachtige dag te worden. Wel koud, maar zonnig, iets waar we in die eindeloos zichzelf verlengende herfst naarstig naar verlangd hebben.

Van vriendinlief kreeg ik een artikel doorgestuurd over Jeanne Bieruma Oosting, de ietwat vergeten etser en schilder, die nu, door de inspanningen van Jolande Withuis, een aantal tentoonstellingen krijgt. Het begint in de kleinere musea en eindigt in een grote overzichtstentoonstelling in museum Henriette Polak in Zutphen. Die komt natuurlijk op het inspiratielijstje.

Vorige week zijn we samen in het kader van ‘Ken je leefomgeving’ door het oude Vreeswijk gekuierd. Dat was voor Lief een mooie en nostalgische ontmoeting die veel herinneringen binnenbracht. De bestorven straatjes van het oude gedeelte, de loopbrug over de kleine gracht, de stenen poort, het centrum met de oude sluizen, het uitzicht op de Lek en met name ook de ophaalbruggen maakten veel los. Ooit vanuit Utrecht op de fiets als jongetje van 14 gezien, in de vergetelheid geraakt en nu zo betekenisvol en in tact nog immer aanwezig. Er wacht ons nog een dorp of wat, mooie verstilde wandelingen, daarna is de fiets aan de beurt. Geen gek plan met de benzineprijs, die niet stopt met stijgen.

Enfin, als je de liefde van je leven hervindt, is het alle dagen feest, soms met wat verlepte slingers, maar díe zijn altijd weer op te poetsen.

Uncategorized

In alle facetten

Alsof de zon wist, dat het geheel vandaag een feestelijk tintje mocht hebben, bleef ze uitbundig schijnen. De eerste zondag van de maand bewaren we om elkaar als gezin met alles erop en eraan te ontmoeten. De locatie is steeds verschillend. Vandaag was het een brunch, maar daardoor konden de twee jongsten, die nog vast zitten aan hun middagslaapje, en hun moeder, er niet bij konden zijn. Volgende keer gaan we een high tea organiseren, dat is precies na het dutje en omdat het een vaste dag per maand is, kan iedereen hem vrij houden. Maar als er iets tussen komt of er een andere afspraak loopt, is het geen punt.

In de vroege ochtend, voor mijn doen altijd later, stonden we op. Als het kriebelt dan wil ik gewoon beginnen om vooral rustig en achter elkaar door te kunnen werken, zonder stress of gehaast.

Ik begon met caprese uit de oven op een bladerdeeg-bodem. Die kon er vast in. Achteraf was dat niet een goed idee. Maak die caprese maar vlak van tevoren, want dan is ie op z’n lekkerst. Nu droogde hij gedurende de twee uur bereidingswijze van de andere hapjes een beetje in. Eieren in de pan, twaalf, stuks. koken maar, niet genoeg voor iedereen, maar er zijn altijd anders-eters. Daarna was het tijd voor de bladerdeegworstjes. Die gaan uitstekend van te voren. De wraps met roomkaas en zalm konden erachter aan. Een losse salade van tomaat en komkommer er naast. Daarna de broodjes uit de oven, het broodbeleg en het suikerbrood. Op het allerlaatst de gisteren bereidde pan soep op het vuur. Ziezo laat de horde maar komen. Lief keek met verbazing hoe georganiseerd een en ander verliep en met welk een rust.

Grote gezinnen hé, dan ben je niet anders gewend. Vroeger thuis met feest was het niet anders. Veel eten, maar dan de dingen van die tijd. Aardappelsalade, leverworst, osseworst, augurken in cervelaatworst, gevulde eieren en niet te vergeten de blokjes kaas met mosterd. Verder stonden er pepsels op tafel en moeder had die heerlijke bowl(met blikken fruit, maar desondanks smaakvol) binnen handbereik. Alles ruim van tevoren bereid en in de koele kelder bewaard. Iedereen aan kinderen, die kon en er gevoel voor had, bereidden mee.

Dit was een brunch, vandaar de uitgebreidheid ervan. Een voor een kwamen ze binnen druppelen. Lieve schoonzoon kwam expres wat vroeger om mee te helpen met de organisatie. Die was echter nagenoeg klaar. Op de tafel het mooie batikkleed en daarop alles uitgestald compleet met de borden, de glazen, de kannen met sap en het bestek.

Wat een gouden greep. Niets zo relaxt als een lopend buffet. Iedereen kon pakken wat hij of zij wilde in eigen tijd en op eigen uur. De kinderen lagen, zaten of stonden te eten, geen probleem en kwamen er tussendoor aan een heerlijk spel toe. Geen gehang, geen gepiep, geen verplichte zit- strategieën, maar een relaxt en ontspannen sfeertje. Ieder kon met elkaar een gezellige boom opzetten en over en weer vonden grappen en grollen een weg. Kleine en wat grotere zorgen werden gedeeld en alles bij elkaar was het vooral ontspannend en gezellig. De mannen deden de afwas en Lief werd opgenomen in de verhalen. Ik was zeer benieuwd hoe hij het zou ervaren, maar hij voelde zich, temidden van die gezellige drukte, direct helemaal thuis. De kinderen kregen onderricht van oom de Vogelaar en mochten allemaal door de grote verrekijker turen. Gelukkig zat de kleine pimpelpiraat net aan het vethangertje te pikken en ging zowaar daarna nog water drinken, ondanks de drukte achter het glas.

Geslaagd, vonden we allemaal, en in de herhaling volgende maand. Dan wordt het gecombineerd met twee verjaardagen op de zaterdag en de zondag. Een overdosis aan rijkdom. Om te koesteren. Elk moment trouwens. Omdat het allemaal nog betrekkelijk normaal gaat. Dat is precies waar het om draait. Pluk de dag in alle facetten.

Uncategorized

Het helpt

Het was me het dagje wel. Vol lente-energie dat uitmondde in een totale schoonmaak. Balkondeuren open en dan los gaan. Het zonnetje scheen uitbundig naar binnen en nodigde uit tot los gaan in tegenstelling tot de winterse luiheid. alsof ze riep, kom eruit, jullie dwazen. Ruik de lente. Voel de kracht van de zonnestralen. Schudt die winterse dufheid van je af. Dus begon ik met verstand op nul, maar wel vastbesloten tot in ieder hoekje of gaatje te gaan. Ook om lekker te raggen en alles wat dwars heeft gezeten in een huishouden met twee van me af te raggen.

‘Leer me kennen’, schreeuwde mijn verbeten aanpak. ‘Zo is het, ondanks dat ik een chronische aandoening heb, ben ik geen kasplantje. Zo doe ik het altijd. Hou op met me als zodanig neer te zetten of te bestempelen. Het is niets. Ik weet niet wat voor vrouwen je gewend bent, maar ik vaar al 25 jaar op mijn eigen kompas en heb geleerd wat de mogelijkheden zijn. Soms vergaloppeer ik me daarbij. Dat is niet erg. Daar leer ik van. Volgende keer beter is mijn insteek. Maar laat mij mijn optimisme, zonder dat kan ik niet leven’.

Lief legt uit dat het bezorgdheid is en ik bind in. Natuurlijk, maar toch. Ik wil energie uit de relatie halen en niet verdrietig worden onder de opgewerpte bezwaren. We snappen het van elkaar. Het duurt even, maar dan wordt het toch een aanvaardbaar feit. Ik ben op mijn hoede, maar aanvaard het. Natuurlijk. Verkeerde inschattingen horen erbij, maar leer ervan, is de belangrijke boodschap.

Het is een voorbereiding, omdat morgen het hele spul hier komt. Met het hele gezin hebben we afgesproken de eerste zondag van de maand bijeen te zijn om gezellig te brunchen, tenminste, iedereen die kan. Het geeft de vrijheid andere afspraken te hebben als het zo uitkomt. Morgen komen er 9 volwassenen en 6 kleinkinderen. Hoe leuk is dat. ‘Soepje’, dacht ik meteen, dwars door de koelkast heen en alleen maar groenten in verband met de veganisten onder het kroost.

Boodschappen bij onze Duitse collega’s, die in deze bittere tijden nog enigszins betaalbaar blijven, al stijgen zij zelfs mee in de vaart der volkeren. Niet getreurd, beter te veel dan te weinig, hou ik Lief voor, die fronsend kijkt bij de hoeveelheden. Liever een improvisatie dan vissen achter het net. Een goed verstaander heeft hier maar een half woord nodig. Dus heerlijke brunch-mini’s, bladerdeeghapjes en grote volKorn broodjes. voor een wrapper is er ook vulling, even aanzien of het nodig is.

Ziezo, soep klaar, alles voorradig en het huis tot in de puntjes schoon, begane grond dan hè, de rest komt van de week. Nog niets gelezen, nog niets aan recensies geschreven, nog geen tuin, maar het gaat goed komen.

Het oorlogsgeweld komt teveel binnen, merk ik. Drie keer per dag het nieuws volgen is net iets teveel voor mijn doorgaans opgewekte gemoed. Ik moet minimaliseren, bijvoorbeeld alleen in de ochtend een half uur. De zorg om kinderen en kroost neemt een vlucht. Dat is het verwende moederhart, zonder directe ellende groot geworden. We hadden wel de dreiging van de koude oorlog, en die vreselijke Vietnamescalatie, maar daar kwamen we hier in het westen nog mee weg. Nooit werd het bewaarheid.

Ik weet het intuïtief. Er moet meer Haagse Bluf door heen geklopt worden en dan heb ik het niet over de regering, maar het luchtige toetje van opgeklopt eiwit met bessensap. Een hap en je wist dat het puur bedrog was, deze zoete lekkernij, maar om niet te versmaden. Positiviteit moeten we er door mengen in alle hoeken en gaten en waar het kan. Daar voor gaan. Het helpt.

Uncategorized

Hoe een koe een haas vangt

Samenzijn is het hoogste goed. Eindelijk, na de lange rit, wisten we dat het een weerzien zonder grenzen was. Geen onderzoeken, geen afspraken anders dan alleen die ene, samen naar het strand op deze stralende dag, een belofte voor de toekomst, ook al was er nog een weg te gaan. ‘Wie niet waagt, die niet wint’, juichte mijn moeder, die wel heel dichtbij en voelbaar was. Maar ze had altijd al een zwak voor Lief.

We liepen naar het strand en zagen broer van Lief als een Boeddha zich koesteren in het zonnetje voor een van de strandtentjes. Hij wachtte op vrouw en schoondochter om te gaan lunchen. Na een omhelzing en een babbeltje kwamen de twee aanlopen. Wij liepen door in een belofte van samenzijn met de vreedzame blauwe lucht, het okergele zand, de stralende zon en de knerpende schelpen onder onze voeten. Het water bewoog zich vastberaden in het eeuwige ritme van eb en vloed. Met de armen om elkaar geslagen volgden we dit patroon van een onafgebroken perpetuum mobile en voelden de rust, die het vredige tafereel met zich meebracht. Even de bewuste eenwording met het moment. Weg vlogen eventuele beren en bezwaren, terug waren de verlangens naar deze staat van zijn.

Onder de lege blikken van een grote Boeddha vonden we een tafel in het tussenterras omdat het buiten erg druk was. Heel de stad en alles wat daar buiten lag was uitgelopen om te genieten van het mooie weer. De ober was zo enthousiast dat hij de wijn voor bij de brunch in een zwieper omver wierp en daarbij de tegenwoordigheid van geest hield om het glas in een flits over zijn eigen broek heen te zwaaien. Dat was toch attent van hem. Bij ons was de schade beperkt, maar hij was drijf. Verontschuldigingen te over die met dezelfde vaart weer van zijn geweten werden weggewoven. Soepje hier, kroketje daar en de inwendige mens voelde gesterkt genoeg om de reis te aanvaarden. Een drukte van belang na de balans van de rust. Onverstoorbaar als altijd joeg de kleine voort.

‘S Avonds een klein stukje oorlog om te weten van de hoed en de rand en heel even de ellende binnen te laten. Daarna bewust afstand nemen omdat geen menselijk denken kan dealen met de verschrikkingen van al dat leed. Wie tot vernietiging van zoveel schoonheid en levens kan overgaan moet een heel vertekend beeld in zijn hoofd hebben van de werkelijke verstandhoudingen. Het hart bloedt bij het zien van deze barbarij. Wie stopt de man.

In de krant vlak gisteren lees ik in ‘Het woord van de week’ een staaltje van ‘gespreksnarcisme’. Een mooie term voor een bekend fenomeen, waarvoor je alleen maar een willekeurige wachtkamer hoeft in te lopen. Als zich daar een gesprek ontwikkelt, gaat dat vaak in overtreffende trap, wat impliceert, dat een ander slechts een bagatel moet ondergaan. Ook in het dagelijks bestaan is het een veel voorkomend verschijnsel. Als je er op let, ook ongewild. Het is een gewoonte en komt in allerlei samenspraak voor. De term is bedacht door journalist Kate Murphy’s, die het gebruikte in een boek over beter luisteren. Beter luisteren is iemand de ruimte geven het verhaal te doen zonder te interveniëren. Als het een goed gesprek is, kom jij aan bod om je eigen chocola te maken. Het is een mooi gegeven. Iets om te oefenen de komende tijd en niet met allerlei eigen ervaringen en aannames te komen. We gaan het samen doen, hebben we afgesproken en daar de verheffing uithalen.

Een loffelijk streven in moeilijke tijden. Maar nu straks eerst naar de wachtkamer van de longpoli. juist ja, met de oren op steeltjes. Een bron van informatie en gespreksnarcisme. Je weet maar nooit hoe een koe een haas vangt.

Uncategorized

Zussen, kringlopen en zoete vreugde

Soms begin je vol verwachting aan een dag en dan komt al dat moois dat ergens besloten ligt, gewoon uit. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Iets om dankbaar voor te zijn en om even over na te mijmeren.

Alles liep gisteren op rolletjes. Twee bedden verschoond, een was gedraaid, de juiste kleding uitgekozen, Lief geappt en veel sterkte gewenst en op de minuut af op tijd beneden aan de flat om in de auto van zuslief te kunnen stappen.

Richting jongste zus, daarna spoorslags naar de stad met ons aller Flipje, die ooit de witte boterhammetjes met Blueband had versierd, een smaakmaker van formaat voor onze kinderziel.

De eerste ruime en onbekende kringloop had alles voorhanden voor kinderen om tot glorieus buitenspel voor peuters te komen. Manden werden volgeladen, spullen er weer uitgehaald, sommige dingen omgewisseld, een doosje kralen hier, een appelmoeszeef daar, een oude biezen picknickmand om alles in te doen en klaar waren we met de ‘must do’. Bij de kleding hing een gigantische slagroomjurk en met het oog op mijn huidige status met Lief verzochten de zussen om vast eens uit te proberen hoe zoiets zou staan. ‘Say yes to the dress’ riep de jongste en ik wurmde me aan de voorkant door de mouwen terwijl de tweede zus mijn taille strak trok en mijn haar omhoog hield. Hilarisch natuurlijk en stikkend van het lachen schoot de rest foto’s en filmpjes. Nou Lief, we zijn er klaar voor hoor. Haha. Ik heb de slagroomsoes toch maar weer terug gehangen al stond het natuurlijk beeldig.

Aan het meisje achter de kassa, die met een onverstoorbare traagheid de inboedel van het mandje scande ondanks de immense rij achter ons, vroegen we naar een leuk eettentje. Ze wees ons op iets met de naam ‘samen’ en het ontfutselde zowaar een glimlachje op haar gezicht. Uit een deur achterin kwam een identiek exemplaar van het meisje achter de kassa gelopen in dezelfde uniforme outfit. Hé, dat was grappig. Geen oogafwijking, maar daadwerkelijk twee identieke dames.

De geroemde gezelligheid van het establishement viel reuze mee, maar de lunch was oké. Dat betekende voor mij naar behoren een soepje en brood, niet te zwaar, lekker hartig en sterkend. De bijbehorende wijn kwam pas aan het eind, na de maaltijd, door. Zus had om een boterham met uitsmijter gevraagd zonder de poespas, maar dat werd wel erg letterlijk genomen. Op haar bord lag een benepen eitje op een bruin boterhammetje te zieltogen in eigen vet. Geen greintje groen of anderszins ter versiering. Gelukkig had andere zus een enorme Waldkorn met tonijn.

Ach ja. De wereld bezien door een roze bril viel het allemaal reuze mee. Bij de winkel van de grote kortingen, de winkel voor zuslief, omdat daar haar kleding en de bijbehorende prijzen zelfs in de opruiming te vinden waren slaagde ze ras. Door de Hema naar de andere kant van het stadje en dan valt het zwaar niet voor de Hemaworst te bezwijken, in drieën dan maar, ieder een hap, het was aan mij niet besteed. Op naar de volgende kringloop in een dorp in de buurt.

Weer een die we nog niet eerder bezocht hadden. Het was er stil. Poes moest buiten blijven, stond met hanenpoten op de deur en binnen liep inderdaad een grijs exemplaar met witte sokjes, die wat schuw naar ons keek. Even later begrepen we waarom. Een van de winkeldames joeg hem met een ‘vort jij‘ uit haar domein. Ach ja, poes, tussen al die vreemde luchtjes aan meubels en kleden zou het je wel eens wat territoriumbewaking kunnen ontlokken.

We besloten de avond met een heerlijk dinertje ter ere van zus die over twee dagen er een jaar bij aan mocht tikken. Dat we nog maar lang mogen genieten van dit heerlijke samenzijn. Zussen, kringlopen en zoete vreugde.

Uncategorized

Licht in de duisternis

En voor de derde dag deze week was het aanpoten om op tijd alle twee klaar te zijn voor de reis naar de tijdelijke woonplaats van mijn lief aan de kust. Bijna blind volg ik de weg, weet feilloos het voorsorteren toe te passen, met of zonder TomTom. Onverstoorbaar volgt de kleine blauwe de gegeven voetsporen. Onderweg blijven de gebeurtenissen van dit moment, en wat volgende week nog staat te wachten, rondzingen. Te belangrijk en te overheersend voor het leven van alledag. Eerst de oplossing uitvoeren en daarna pas verder met de toekomst en mogelijkheden. Zo gaat dat in het hoofd van iemand die een aantal jaren toch in een soort van isolement heeft geleefd. Welke tweede oorzaak het ook heeft aangezwengeld, Corona was de onderliggende boosdoener en de onbereikbaarheid omdat het reizen tijden lang onmogelijk was. Ze zijn er niet meer. Er staat niet langer iets in de weg om verder te bouwen.

Mijn kordate aanpak gaat soms te snel voor de denker. Al van jongsaf was duidelijk dat Le Penseur van Rodin hem op het lijf geschreven was. Vanaf het begin in dat verre verleden was hij mijn eigen Epicurus, met een logica waar geen speld tussen te krijgen was. De laatste had bijvoorbeeld stellingen als: ‘Vrees de dood niet, want zolang we er zijn is de dood er niet, en als de dood er is, zijn wij er niet meer’. Een welhaast Cruijffiaanse gedachte.

Als je uit de koffer leeft, zoals hij nu, komt er nog een tweede gegeven bij. Het ontheemd voelen, dat niet in de koude kleren gaat zitten. Afhankelijk van de overhaast ingepakte bezittingen, die een weekendtas behelzen, is het nauwelijks mogelijk een thuisgevoel te creëren. Als we relativeren, zeggen we tegen elkaar ‘ En al die vluchtelingen dan, verstoken van huid en haard, waar dan ook, voor oorlog op de vlucht, hoe moeten die zich voelen’. En vult hij aan ‘ik heb mijn huis nog, ook al staat het over twee grenzen heen en niet hier’. Onmiddellijk schuift bij zulke overwegingen de betrekkelijkheid naar voren en komt het op nummer een.

Ik denk aan het lied ‘Kom Kees, het is maar tijdelijk‘ van die onvervangbare kleine Leen Jongewaard, groot in zijn cabareteske liedjes, door A.M.G. Schmidt gevoed. Positief denken is een kunst op zich, vooral als het gedoseerd wordt toegepast. Er zijn tijden, bijvoorbeeld als de nieuwe Tijd aan de poort staat te kloppen zoals nu, dat het moeilijker is vol te houden vanwege de nog onbekende begaanbare weg.

Pluis vind het geweldig om een nieuwe dierenvriend erbij te hebben en nog wel eentje, die het leuk vindt om met haar te spelen. Enthousiast en jeugdig beantwoordt ze de moeite en geeft uit pure dankbaarheid kopjes aan de om haar heen wandelende onderdanen van vriendlief die daar dan weer verheugd op reageren kan.

Op de voederstandaard is het een komen en gaan van het grote vliegende volk. Ook hier heerst het recht van de sterkste. Vrouwen zijn toch sneller geneigd om samen te werken, wordt per observatie duidelijk. Dikke Dollie Duif heeft de Turkse Tortel weggejaagd en smult haar kostje superieur bijeen. De tortel komt onvervaard weer terug en nu pikken ze gezusterlijk samen van de granenkost. Als mannetje houtduif met veel uiterlijk vertoon van wapperende vleugels zijn roodblozende borst laat zien, kuiert de tortel gemoedelijk over de balkonrailing weg. Wat zou je je ook druk maken. Mekkerend bekijkt Pluis het tafereel en legt zich er dan gelaten bij neer, al blinkt er waakzaamheid in haar ooghoeken.

‘Waarover praten zij, die twee daar op dat hek…‘

Het is de dag van de vier seizoenen, werkelijk alles komt voorbij, hagel, miezermot, slagregen, zon, zelfs natte sneeuw, een vlok of vier. Alsof we zelf mogen kiezen welke we prefereren. Doe dan de blauwe lucht met stralende zon maar. Dat kunnen we wel gebruiken. Licht in de duisternis.

Uncategorized

Proost

Nou, dat was net op het nippertje. Eerst zagen we dat we niet richting Den Haag moesten, maar naar Delft en daarna dat we het qua tijd net zouden redden door een ingewikkelde parkeergarage waarbij je niet rechtstreeks naar de balie in het ziekenhuis niet de lift kon komen, maar buiten om moest.

Het patientenpasje vergde ook wat nader onderzoek door de uithuizigheid in Verweggistan.Al met al stonden we ons net bij de poli te melden toen de chirurg kwam vragen naar ene mijnheer…Vriendlief dus. De man beende hem voor met wapperende witte jas vooruit en lief ging er wat bedeesd achteraan.

Zo kom je nog eens ergens en het viel me op, dat het wonen in een tweejarige eenzaamheid toch bepaalde hiaten deed vertonen in de dagelijkse routine. Alles is een beetje vreemd. Zo’n parkeergarage, de aanmelding, de gegevens, de vragen rondom. Het grote dossier hadden we maar thuis gelaten en alleen de benodigde papieren meegenomen. Een snelle leerling, dat lief van mij. Een prachtig gasthuis, dit ziekenhuis en het was er behoorlijk druk. De nauwe gangen lieten de anderhalve meter afstand bijna niet toe.

Vriendlief vindt het een grote warwinkel en voelt zich een soort ‘Alice in Wonderland’ in deze elektronische wereld die, sinds de jaren dat hij zijn ‘computerkunde’ heeft afgerond, niet de nieuwe ontwikkelingen meer had bij kunnen houden op het platteland waar zijn residentie staat en zich nu als een vreemde eend in de bijt voelde. Patientenpasjes, die volledig per automaat gaan, het scannen van de nieuw veroverde onderdelen en ga zo maar door. Zelfs de parkeergarage getuigde van vooruitgang. Verwondering op verwondering gestapeld geeft vervreemding. Het duurt dan langer voor je tot gewenning komt, is mijn ervaring met de lieverd.

Om het te vieren dat we samen aan een tafel kunnen zitten, snorren we het sfeervolle gloednieuwe restaurant op. Wat een mooie plek. Daar genieten we van een liefdevol verzorgde soep en mijnheer wenste liever een koffie met een saucijzenbroodje. Op deze geserveerde soep ga ik een wijle oefenen met de room en de vork. Een probaat middel voor dergelijke versieringen.

We rijden in de vriendelijke lentelucht terug naar huis en krijgen later de uitslag doorgebeld, met een uitleg over de te nemen stappen. Als we net thuis zijn belt de verpleegkundige al. Het valt alles mee en is een chronische kwaal en het valt op te lossen maar de moeheid is een andere kwestie en dient eerst te worden uitgezocht. De beren op de weg vinden een uitleg in ‘het nu nog niets weten’. Maar de ratio weerlegt het. Iets wat uitgesloten is, telt niet meer mee. Afstrepen op het lijstje. Twee ogen kijken me argwanend aan en beamen daarna het gelijk. Rationeel gezien valt het zuiver te beredeneren. Het gaat niet om het gelijk. Het gaat om het vertrouwen om de zon die weer moet schijnen in plaats van angst voor het ongewisse.

Uitbundig schitteren de fraaie oranje tulpen van dochterlief in het hartverwarmende middagzonnetje en ze vormen met Pluis, die bedachtzaam rond kijkt, evenals zoonlief naar zijn vogels, een en al schoonheid.

De oudste valt binnen met een torn in zijn lievelingsbroek en een hele doos Hello Fresh, eten voor een weeshuis. Wel een echte verrassing wat er allemaal in de grote bruine zakken zit die in een enorme doos zijn verpakt. Arme bezorgers, denk ik onmiddellijk, die hebben heel wat af te sjouwen, maar goed dat ik het niet bestel met mijn vier trappen hoger gelegen maisonnette. Het regime van elke dag een verse maaltijd bereiden, viel toch zwaarder dan gedacht, omdat de wens om soms iets anders te snacken of te eten soms zwaarder weegt.

Ziezo, alles is opgeruimd, zoonlief weer vertrokken, de jongste in zijn kamer en wij moesten maar eens een aperitiefje nemen om de eerste lentedag te vieren. Alle dagen feest. Proost.

Uncategorized

Knop om en verbeelding aan

Mijl op zeven met die wind om de kleine blauwe in het gareel te houden en hem niet de weg af te laten blazen. Foefje…Muziek op ruime gehoorsterkte en hard meebrullen boven de storm uit. Ogen goed de kost geven, dus breed kijken. Binnen het gebruikelijke uur was ik op de plaats van bestemming, alwaar een harde rukwind de deur uit mijn handen sloeg bij het openen van het portier. Met het volle gewicht er tegen aan om haar, tegen de wind in, dicht te duwen.

Lief stond gepakt en bezakt klaar met zijn hele dossier in een mapje, om richting Den Haag te gaan. Wat zenuwachtig, maar dat bleek achteraf nergens voor nodig zo op het oog. Dat laatste ja, want bij aankomst bleek de vrouw van de echo ziek geworden te zijn. We konden meteen door voor het consult naar de specialistisch verpleegkundige. Die keek niet vreemd op van wat haar getoond werd, of nou ja, vooral wel van het dikke pak papier dat ze voorgeschoteld kreeg. Toch nog eens voorzichtig uitleggen hoe dat in Nederland werkt, en waar je alleen mee moet nemen waar men om vraagt. Juist omdat ze verder niet verblikte en verbloosde en een heldere uitleg aan het euvel kon geven, stelde ze me erg gerust. Vriendlief was nog niet ten volle overtuigd. Woensdag in de herhaling met de echo.

De terugweg was al even stormachtig en door het gesloten portier klonk het onheilspellende loeien van de wind. Toch was ze goed dicht. Averij en windschade dus. Vandaag maar langs mijn garage om die te meten. Misschien gold het een losgerukte schroef of iets dergelijks.

Eenmaal op het veilige honk raken we niet uitgepraat over alles wat we meemaken en hebben meegemaakt. De kurk is van de fles en Aladin strooit verhalen in het rond van de hak op de tak. Herinneringen, recente gebeurtenissen, nog meer verleden, ouders, broers en zussen, vrienden, ze passeren allemaal de revue. Op Spotify zoeken we de muziek die we mooi vinden of waar we naar terug verlangen omdat het ooit een gezamenlijke beleving was. George Moustaki, Loudon Wainwright, Nostalgische steelbands, de gamelan, de Buena Vista Social Club. We hangen op de bank, maar de schouders bewegen mee in het aanstekelijke ritme. Als de benen het niet doen, compenseren we jeugd met de rest van het vege lijf en genieten.

Lasagne stond op het menu, maar we hadden buiten de bechamelsaus gerekend en dat is zo’n beetje het allerlekkerst in combinatie met die geurende tomatensaus. Uitstellen dus en dan maar een simpele Macaroni a Rugu van wat er zoal in huis was, zoonlief en lief eten de oren van het hoofd dus een grote pot alla di mama.

Voor het verhaal uit het neolithicum heb ik veel aan de filmpjes over de steentijd op de schooltelevisie. Handig om je een voorstelling te maken hoe het er in die tijd aan toe gegaan moet zijn. Door de acteurs ontstaan er nieuwe beelden in het hoofd. Iets dergelijks had ik ook al eens gedaan met het verhaal over de gevonden vrouw met kind hier op het terrein van het klooster uit de Swifterbandperiode. Ik neem me dan ook heilig voor om volgende keer er wat eerder in te duiken, om meer perspectief te hebben in het onderzoek naar dat verleden. Maar ach, aan de andere kant zijn er ook zoveel bezigheden te verrichten, dat een klein beetje druk van de laatste loodjes tot ongekende mogelijkheden kan leiden. Knop om en verbeelding aan.

Uncategorized

Even de ontluikende lente in

De storm met haar welluidende naam Eunice heeft de boom voor het raam versierd met een guirlande. In het nachtelijke uur had ik haar organza, dan wel ragfijne tule, toegedicht, maar bij het grijze daglicht blijkt het van ordinair plastic te zijn. Ben benieuwd hoe lang dat daar zal blijven hangen hoog en droog. Misschien overweegt de familie kauw nog om het als opvulling voor het nest te gebruiken. Wie weet.

Gisteren lang geskyped met lief en o, hoe voedt dat het verlangen naar zijn aanwezigheid. We slaan ons er door heen en maken er het beste van. Met Skype leer je gezichten lezen tot in de kleinste rimpels. Het heeft zo zijn voordelen.

Het woeste weer van gisteren zorgde ervoor dat ik de zon maar uit een gerecht ging halen. Dit keer moest ik afreizen naar Sicilië voor een Melanzane alla parmigiane. Dat laatste slaat niet op de kaassoort die je gebruikt voor de ovenkorst, maar op de wijze waarmee je de aubergine in de ovenschaal legt. Als de latjes van de luiken voor de Italiaanse ramen. Als bijgerecht maakte ik er een foccacia met olijven en knoflook bij. Het was een bewerkelijk geheel, maar wel erg lekker en derhalve al die inspanning ten zeerste waard.

Voor vandaag staat er een Orechietta al Rugu op het menu, een pastagerecht uit Bari, voor dat kleine beetje warmte uit het zuiden en als oefening voor de lekkerste gerechten volgende week, als we weer even samen zijn. Vriendlief had een ingewikkeld klinkende Hongaarse schotel in elkaar gedraaid. Misschien zou ik me daar ook in kunnen verdiepen. Ben benieuwd waar daar de vegetarische maatstaf ligt. De klusjesman in het huis daar in Verweggistan heeft het over een zachte lente. Nu al. Eigenlijk is ook dat verlangen gegroeid, het huis zien en er samen van genieten. Dat is een cadeautje voor later om uit te pakken. Er moet nog het een en ander aan gebeuren.

Gisteren zag ik Eus met zijn gast Carry Slee in De Geknipte Gast en haar relaas over de gemankeerde opvoeding die ze kreeg en hoe ze uiteindelijk het geluk vond bij haar enige en grote liefde. Het was aandoenlijk en liet goed zien, hoe zij zich in kon leven in puberproblemen, omdat ze zelf aan den lijve had ondervonden hoe intens het verdriet om gemis aan aandacht en het gebrek aan zelfvertrouwen kon zijn. Alles uit ervaring beschreven omarmt de persoonlijke waarheid. Eus weet, met zijn rustige uitstraling, toch vaak de diepste emotie aan te raken en dat is op zijn beurt weer heel erg knap.

Hoera, buiten de vink, de pimpelmezen, de koolmees en de roodborst, het kauwtje, de tortels en de duiven heeft zich nu ook een mus gemeld aan de voedertafel. Zoonlief loopt druk heen en weer en checkt met zijn power-verrekijker om de haverklap de levende have om verheugd nieuwe strategieën uit te broeden. Het is leuk om hem zo bezig te zien.

Het zonnetje schijnt en niets herinnert meer aan Eunice behalve de guirlande van armoe in de boom voor het raam. Kauw zit eronder en kijkt bij tijd en wijle argwanend omhoog naar dat wapperende vaantje in de ochtendbries. Na verloop van tijd laat hij het voor gezien en neemt een duikvlucht naar het grasveld aan de voet van de boom om een lekkere vette worm omhoog te trappelen.

Het is tijd voor een geurende kop koffie en het oude Griekenland wacht in het tweede, te lezen, kinderboek. Daarna even de ontluikende lente. In.

Uncategorized

Het maakt woorden overbodig

Een prachtige mooie winterdag was het afgelopen vrijdag. De zon, daar was ze eindelijk weer, trok haar lange winterschaduwen over het veld tussen Rhijnauwen en Amelisweerd. Twee zielen in het groene gras, elke vezel barst van leven en liefde. De wereld draait door en dit heerlijke landgoed verandert niet. Het kleine meisje met alle broers en zussen wijst picknickplaatsen aan, waar de voetstappen liggen van haar en haar ouders, de broers en de zussen. Boterhammetjes en een thermosfles met lauwe thee. Een goddelijke versnapering na de rennende kindervoetjes door de laan, die eekhoorntjes de boom in doen springen en hazelmuizen op de vlucht laten slaan. Kinderstemmen schallen tegen de hoge bomen en echoën de blijdschap om de vrijheid in dit ademende groen.

De rij statige populieren staan als wachters aan de zoom van het bos, als altijd. We zoeken bewust de stilte om te genieten van elkaar, in gelijke pas, de handen vast. Zo’n bijzondere ervaring om samen door ons eeuwenoude bos te gaan. Hoe vaak hebben we er vroeger, van de liefde knetterend, gelopen, net als nu. We geven licht en de grachten weerspiegelen de onpeilbare diepte ervan.

Als we aan komen lopen bij de jeugdherberg, dat herkenbare oude pand, met de trap naar het bordes, ontwaar ik een vriendelijk gezicht, ze zwaait, met de hond aan de hand kan ze niet te dicht bij komen, anders wordt hij te enthousiast. Omhelzen kunnen we elkaar niet, moeder van een dochter en twee zonen, die jaren achter elkaar ooit mijn leven hebben verrijkt met hun komst in de groep. Hun speciale kijk op de wereld zorgde voor een vaste plek in mijn hart, een deur waarachter de herinnering aan dit bijzondere drietal sluimert.

Bij de laatste fotozoektocht kwam ik de foto tegen van de dochter in haar specifieke vrijgevochten houding, triomfantelijk een boek omhoog, het stoere jekkie los, de springerige blonde haren als en warboel om het olijke hoofd. Zo legde ik haar vast op een digitale tekening en nu toonde ik die aan haar moeder. Vertederd zag en herkende ze haar dochter, het stoere jekkie, jaren uit het verleden borrelden boven. Herinnering aan ons toneelspel op de kampen in die tijd, moeder hoogzwanger van de derde, als hulpeloze vertederende worm in de rulle aarde, een worm met een buikje. De kinderen vonden niets wereldvreemd.

We namen afscheid van haar en vriendin, terwijl de hond met een gevoel van spijt ons met trouwe hondenogen nakeek en doken terug in de wereld van ons samen. Overal opende natuur zich voor de heerlijke winterzon, een schrale wind, dat nog wel, een bankje om uit te rusten en te mijmeren over alles wat nieuw en toch zo hetzelfde was gebleven.

De volgende dag schoot door het lome rusten de tijd om te schrijven er bij in. Bovendien zou het eerste coronavrije gezin zich ‘s middags melden om te komen eten en om, brandend van nieuwsgierigheid, kennis te komen maken met vriendlief. Naarstig op zoek naar een feestelijk tintje aan de maaltijd besloot ik Griekse wraps te maken, met homemade tzaziki, rode ui, gegrilde gemarineerde vegan kip en tomaat, komkommer en frisse groene veldsla.

Samen boodschappen doen is als je dat altijd alleen doet, een verrijking. Twee weten meer dan een, lachte de toekomst. Daarna nog een stief uurtje voor de voorbereiding. Tzaziki bracht het verlangen naar zon en wandelen door de nauwe schaduwrijke straatjes met de gepleisterde muren, het okergele zand en een zee, blauwer dan blauw. Een sprankje zonlicht op het bord. Er kwam geen einde aan gespreksstof toen een onontgonnen terrein werd aangesproken. De kinderen in het grote tekenboek, een oude huisagenda, waar kleindochter een monstergezin wilde met haren, papa monster, mama monster, broermonster en zusmonster, waarop de kleine filosoof spontaan zijn eigen monsters tekende. Langzaamaan wordt het het grote monsterboek, een soort vriendelijke barbapappa’s.

Met smaak werden de Griekse lekkernijen verorberd, een ijskoud biertje voor de mannen, wij een heerlijke frisse sancière en weer vergeet ik de gebruikelijke foto’s te maken, omdat hoofd en hart zo vol zitten. Dochterlief schiet ze stiekem en later spat de liefde van het beeld, als we naar elkaar opkijken. Het maakt woorden overbodig.

Uncategorized

Een perfecte harmonie

Ja, blauwe lucht met roze wolkjes, letterlijk licht in de duisternis. Niet dat hier sprake van is, maar wel voor de rest van de wereld waar iedereen ziek is of onderweg en ouders ziek zijn van het geregel met kinderen in huis en thuiswerk.

Gisteren werd gekleurd door de warmte van het samenzijn, het wederzijdse begrip, de aandacht voor elkaar en elkaars bezigheden, om daar tussendoor als vanouds samen het huishouden weer op te pakken, kleine details verfijnen maar vooral plannen maken voor de nabije toekomst en die van hopelijk wat verder weg. Wat het meest treft is de eerlijkheid in de vele gesprekken. We hoeven het niet meer mooier te maken dan het is. Allebei wat krakkemikkig, maar vol vuur, opnieuw leven ingeblazen, het buffert alle fysieke ongemakken.

In de biografie van Jeanne Bieruma Oosting was er weer een opmerkelijk feit te verwerken. In de oorlog hadden veel vrouwen zich ontpopt tot daadkrachtige en heldhaftige vrouwen, die met hand en tand verzet pleegden tegen de vijand. Mannen en vrouwen solidair aan eenzelfde verantwoordelijke taak en vaker nog, solitair of in samenwerking met andere vrouwen. De teleurstelling na de oorlog was des te groter. In plaats van dat vrouwen gelijke rechten kregen, werd het arbeidsverbod voor gehuwde vrouwen van stal gehaald en bleven gehuwde vrouwen handelingsonbekwaam en mannen hoofd der echtvereniging. en zo werd de vrouw weer teruggedrongen naar het huishouden. Om het negentiende eeuwse adagium maar aan te halen, volgens Jolande Withuis: Hem de wereld, haar het huis. Dit idee beleefde zijn gloriejaren.

Waar waren de strijdbare vrouwen, hoeveel ruimte moest dat mannenbolwerk krijgen. Ongelijkheid is nog steeds aan de orde van de dag. Als je geluk had met vriend of echtgenoot dan waren er op kleine schaal wel veranderingen. Dat ervoer ik aan den lijve. Samen een huishouden bestieren was ons antwoord op de almaar redderende vrouwen uit de jaren ‘50. Zelfs mijn moeder wist met list en slimheid zich er onderuit aan het vechten, voordat ze tot mantelzorger werd gebombardeerd. We gingen ook wel de barricaden op, maar zette het zoden aan de dijk op dat punt van gelijkheid en inclusie.

Enfin, er volgt in het laatste stuk van het boek nog veertig jaar ontwikkeling, waar we grotendeels ook zelf deel van uitmaakten. De tijd zal het leren.

De zon schijnt uitbundig en ik gooi de balkondeuren open. Heerlijk licht stroomt de kamer binnen. Pluis ziet haar kans schoon en zit met dichtgeknepen oogjes te genieten, maar als er een Turkse tortel komt aanwakkeren, vliegt ze behendig het hekwerk van het balkon op en had het arme dier bijna te pakken, haastig fladderend ontspringt ze net op tijd de dans.

We besluiten na een eenvoudige brunch om wat te gaan wandelen in Amelisweerd en te genieten van het hand in hand lopen. Een simpel iets voor stelletjes maar voor ons is het een wereld van verschil zoals alles wat zich in liefde aandient en waar we zo gelukkig om zijn.

Alles eigenlijk, is nieuw en toch zo vertrouwd, samen luisteren naar muziek, een passage voorlezen uit een boek, een vleug wetenschap waar zoonlief ook alles van afweet zodat er een boeiend gesprek ontstaat over algoritmen en artificiële intelligente en ik, domweg gelukkig op mij bankje(ken uw klassiekers)deze gemeenschappelijke deler tot ontwikkeling zie komen.

Pluis ligt weer veilig op haar bank en droomt van Turkse tortels die het haasje zijn, vriendlief schrijft zijn gedachten uit op zijn computer en ik de mijne op de iPad onder de bedaarde klanken van een instrumentale evergreen. Een perfecte harmonie.

Uncategorized

Het verlangen tegemoet

Hoofd in de henna, warm oud okergeel vest aan, paarse handdoek om de plastic zak op het hoofd, ik kan er weer twee uurtjes tegen. Vandaag herdenken we de vader van de kinderen, die nu al 20 jaar hoog boven onze hoofden in de lucht cirkelt. Hij is er altijd bij. De helft van de gezinnen is gevloerd door Covid. In het weekend naar het strand om boodschappen aan hem mee te geven met de zee, zit er dus niet in. We schrijven ze in hoofd en hart, ze komen toch waar ze wezen moeten.

Gisteren voor het eerst sinds lang een kringloop bezocht en een mooie blouse op de kop getikt. Een ouwetje van Didi volgens mij, maar dat mag de pet niet kreuken. Het zit heerlijk en staat leuk. Bij de fysio een paar lastige oefeningen en een gezellig gekout. Welke muziek wilde ik op en zowaar daar schalde Stromae door de zaal en daarna Wim Sonneveld, wat opmerkelijk was met zijn leeftijd, maar zijn moeder draaide vroeger de platen grijs.

We zijn nog steeds verstoken van zonlicht maar vriendlief appte gisteren en vandaag op deze bijzondere dag, ga ik hem halen. Dus van binnen volop warmte en zonneschijn. Vanuit hier kunnen we alle wetmatigheden afhandelen. Ik weet sinds kort weer wat verlangen naar betekent en ook het schrijnen als iemand ergens anders is. Dat is een mooie gewaarwording, die heel lang in de wacht was gezet door mij. Hoe je je kan wapenen tegen stekeleteeën door een schild op te trekken om het kwetsbare gevoel heen en wat er voor nodig is om dat te slechten. Het voelt echt als een wonder, met de goedkeuring van bovenaf. Liefde, anders dan die voor mijn lieve schatten, nooit gedacht dat ik het ooit nog zou beleven. Na 44 jaar weer samen en reken maar dat we het leven gaan vieren.

Vanmorgen keek ik project Rembrandt terug. Zoveel mensen mogen op komen draven, maar er moeten er wel weer gelijk 15 af. Dan is het wel een beetje zuur als je daarbij zit. Zou het niet handiger zijn om vooraf te schiften en dan vanaf de eerste uitzending het diepe in te gaan. Het blijft natuurlijk spannend, zoveel verschillende stijlen bij elkaar. Bij het stilleven van de citroen, moest ik denken aan mijn klassieke cursus, waar ik met veel ploeteren en aanwijzingen best twee kleine paneeltjes bij elkaar had geschilderd, maar het kostte me tot in de uiterste vezels moeite om het leuk te vinden. Ik ben meer van de grove streken. Ook voor stillevens. Ineens zag ik het oude tuinhuis weer voor me, waar ik een laken om de koude kachel had gedrapeerd en een theepot en schaaltjes plus stenen duif had neergezet. Rapsodie in grijs en wit.

Het boek van Jolande Withuis, de biografie van Jeanne Bieruma Oosting is zeer de moeite waard. Het zijn allemaal nieuwe feiten die de onbeschaamd de vorige eeuw uit de doeken doet. Soms val ik steil achterover van verbazing. Die onderdrukking van de vrouw…Duurde dat echt zo lang? Als ik mijn eigen jeugd bekijk, dan weet je het wel, maar toch. We zijn eind jaren ‘60 begin jaren ‘70 begonnen met het om schoffelen van al die benepen dogma’s. Sommige zijn verhevigd teruggekomen. Opvallend is hoe ver Parijs dan al was vergeleken bij ons land. Daar kon je als vrouw wel alleen ontbijten of dineren in een restaurant of bar. Daar hoefde je hier niet aan te denken. Op dit ogenblik woekert de oorlog over de bladzijden en ontdek ik hoe moeilijk het was voor kunstenaars om trouw te blijven aan de principes en te gaan voor vlag en vaderland. Het werken werd hen onmogelijk gemaakt, als je niet was aangesloten bij de KultuurKamer. Er moest toch brood op de plank.

Zo, de henna begint onder de handdoek uit te kruipen aan een koud straaltje te voelen. Tijd om in de benen te gaan mijn nieuwe avontuur en het verlangen tegemoet.

Uncategorized

In de voetsporen van de tijd

Een appje in de vroege morgen om het adres te vragen aan mijn recent weer ontmoette volksdansvriendin. Haar wens een uurtje later te komen kon met gemak in vervulling gaan. Geen probleem. Eigenlijk zouden we er ook een wandelingetje achteraan plakken, maar na de laatste chemo en een bacteriële infectie erna, met opname in het ziekenhuis, zat dat er even niet in.

Ze had een perfect mutsje over haar kale bolletje getrokken en met de vrolijk gebreide slobkousen tot aan de knie over haar broek zag ze er uit als een mooie Lapse, geheel in de steil en de sfeer van het huis, dat een keur aan folkloristische elementen bevatte. De tuin was een waar vogelparadijs. Pimpelmezen vlogen af en aan, vinken speelden krijgertje in de bomen, de Vlaamse gaai stapte overal bedaard door heen. Tot op het raam, waar tegen ook een voederbakje hing, kwamen ze pikken zonder een greintje vrees.

Er kwamen twee thermoskannen thee op tafel en een schaaltje met stroopwafels en brokken chocoladereep. Thee slempen en kletsen, oeverloos lang, van de hak op de tak oftewel kriskras door de tijd. Haar ervaringen met de eerste chemo’s, de eerste angst voor het volstrekt onbekende, de nieuwsgierigheid naar hoe een hoofd zonder haar er uit zou zien, omdat ze het haar ook wel gemillimeterd droeg en toch het dramatische van de werkelijkheid toen het een feit werd. ‘Plukken haar in een kam’, seinde mijn verbeelding in. Ik moest daarbij denken aan de scène van Olga uit Turks Fruit, die op een ochtend dat feit gewaar werd. Nooit zo’n heftig emotionele reactie als die meer gezien.

We kwamen er achter dat ze op de oude tuin met mijn lieve eigen tuinvriendinnen een tuin had gehad. Toeval bestaat niet. Dat is met het verleden op een presenteerblaadje de laatste dagen, een gevleugelde uitspraak. We bespraken het tijdsbeeld en trokken de conclusie dat het qua vrijheid van leven en liefde verreweg de beste tijd was, als je zoals wij in rijkdom waren geboren, hier op dit stuk grond.

Haar lieve partner die nog druk was geweest met de laatste kruimeltjes op te vegen toen ik te vroeg bij dit glazen paleisje aankwam, sukkelde langzaam in slaap. Zoveel zorg om haar zieke wederhelft, maar nu gelukkig, vier weken vrij, want ze gingen voor de laatste chemo vier weken in strenge quarantaine, omdat de bloedwaarden al niet denderend waren. Als die niet op peil zijn, zou de laatste chemo worden uitgesteld. Tussen de regels door zweefde het verlangen naar de dagen zonder ziekte en van vrolijk vermaak. Vriendinlief was een rasoptimist in hart en ziel en zag, net als ik, overal en altijd lichtpuntjes.

Het was een heerlijke namiddag en voor het eerst voelde ik de noodzaak van een stevige omhelzing, maar dat kon ten enenmale niet. Lucht-kussen en een diepe namasté-buiging, daar moesten we het mee doen. Dag lieve vrouwen, het was een aangenaam en huiselijk genoegen.

Mijn heel bescheiden vogelwereld. Vink op bezoek

Een appje van vriendlief, die bij de huisarts was geweest en een doorverwijzing had gekregen voor een vaatkliniek bij hem in de buurt. ‘Ik haal je op en dan rijden we er samen heen’, was mijn antwoord op dit heugelijke nieuws. Er kwam schot in de zaak. Stap één van het lijstje was gezet. Fantastisch. Nu kon de kluwen van regelingen zich afrollen. ‘Kalmpjes aan dan breekt het lijntje niet’, fluisterde mijn moeder goedkeurend in mijn oor. Zo is het. Dat is de juiste manier om deze weg te gaan. In de voetsporen van de tijd.