Uncategorized

Het kan nog alle kanten op

Vandaag las ik een indringend verhaal van een lieve vriendin, waarvan ik eigenlijk een beetje ondersteboven ben. Het moet nog tot bedaren komen, maar het heeft alle radertjes in werking gezet. Dat is een andere kant van het leven. Iets overkomt of overvalt je en dan is het hard werken om het een juiste plek te geven. Moeilijk ook, om verdriet niet te laten overmannen en alles in het goede perspectief te blijven zien. Het vergt veel, maar is ook krachtig. ‘Tijd slijt’, zei mijn moeder vroeger. Maar gemis blijft altijd schrijnen, zeker als je weet dat het anders kan.

Gisteren in de tuin hadden we na een lichte aarzeling van mijn kant, toch het besluit genomen het voorste bed grondig aan te pakken. De lupinen waren gaan wandelen, de sieruien opgepeuzeld door meneer en mevrouw woelmuis en de grassen en de dagkoekoeksbloemen hadden hun kans waargenomen en woekerden vrolijk voort. Daar moest een stokje voor gestoken.

In het tuincentrum hadden we salvia, veronica, geum, scabiosa, lavendel en een witte lupine gehaald. Lief had lopen sjouwen met zakken aarde en compost en ik was aan het ontginnen gegaan. Alle boterbloemen en grassen eruit. Zeepkruid mocht blijven, ook al neemt ze graag haar vrijheid net als de hondsdraf, beiden zijn te mooi als ze bloeien en je kunt ze wel in de hand houden. Het was veel werk en na afloop waren we moe maar voldaan. De inspanning loont, maar eiste ook haar tol. Geen zin meer om te koken. Wel hadden we nog broodjes brie gegeten na al het werk.

‘S Avonds bij de dodenherdenking raakte ik ontroerd door de verhalen van de mensen die daadwerkelijk de oorlog hadden meegemaakt en daar een kleinkind over lieten vertellen. Dan is het protocol van regering en burgemeester eigenlijk niet meer dan dat. Doorleefde verhalen zeggen zoveel meer dan het leggen van een krans alleen.

De verhalen van mijn moeder en vader waren summier. Mijn vader werd tewerk gesteld in Oostenrijk, mijn moeder sjouwde met kinderwagen en een Engelsman naar het station en fungeerde daarbij moedig als dekmantel. Ook verhaalde ze over haar tocht naar Kampen en verder om proviand te halen in de hongerwinter op een fiets met houten banden en lopend terug. Er zijn brieven van mijn vader aan mijn moeder, maar waar zijn ze gebleven?

De herdenking van een oorlog terwijl er een oorlog vlakbij woedt, heeft toch iets tragisch. ‘Nooit meer’ is al een aantal keer geschonden. Lief en ik zoeken naar de vredige momenten, die we vinden bij elkaar en in de stilte van de tuin. Gisteren waren er drie en waren we ons heel bewust van de sereniteit van het moment. Dat alleen al is soms genoeg om op adem te komen en bij te tanken. Bij het terugwandelen naar de kleine blauwe stonden we op het bruggetje over de sloot en keken naar het oerHollandse landschap. Een meerkoet zwom verderop, achter ons de eenden, ginder lag het weidse land. Meer is dan even niet nodig.

Vandaag is er als vanouds feest in de Lombok, een grote braderie, met heel veel kraampjes. Tijd om even bij vriendin te kijken en schoonzoon en de kleine filosoof en kleindochter lopen er ook vast en zeker rond. Normaal is het een ontmoetingsplek voor iedereen. Maar nu is bevrijdingsdag een gewone werkdag geworden en dochterlief en zoonlief kunnen niet meefeesten. De krullenbol en zijn lieve kleine broer zijn ziek en de Franse familie zit in Parijs. Dat schiet niet op.

Eerst maar eens kalmpjes de dag inwandelen en dan zien we wel hoe het gaat lopen. Het kan nog alle kanten op.

Uncategorized

Dag dametjes, tot morgen

We konden nog niet naar de tuin, want er stond een afspraak met de fysiotherapeut. Eenmaal uit de routine van alle dag, dan duurt het bij terugkomst langer eer je er weer in komt. Dinsdag fysiodag, altijd. Even terug naar de te doen gebruikelijke agenda.

Er was een nieuwe stagiaire. Heerlijk. Doorgaans waren het altijd vierde jaars en ze kwamen met leuke nieuwe ideeën en de. Nieuwste weetjes uit de opleiding. Dit keer was het een boomlange jongen, die onmiddellijk, na ingelicht te zijn door mijn eigen fysio over mijn status, zelf met me aan de slag ging. Drie splinternieuwe oefeningen, waarbij een krachtoefening met het touw. Iets waar ik altijd al verlangend naar had uitgekeken, omdat het me zo stoer leek met dat touw te golven en tegelijk spierballen te kweken.

Natuurlijk was het bij mij meer een kwestie van de kipfileetjes op te peppen tot het niveau stevig, maar goed, alle kleine beetjes helpen. Hij nam de ene kant van het touw en ik met beide handen de andere kant. Opmerkelijk hoe we gevoelig blijven voor complimentjes. Hij vond dat ik een goede schwung had en ik produceerde de juiste golfbeweging. Een goede fysio stimuleert. Hij komt er wel.

Lief zat in de open wachtruimte en las het Zoutpad. Daar was ik heel erg blij om, want ik vond het zo’n enorm goed voorbeeld van twee mensen die ondanks alle lichamelijke ongemakken en grote financiële problemen op wilskracht en in verbondenheid met de natuur zich lieten leiden door de grilligheid van weersinvloeden en het barre land. De man, die aan een chronische aandoening leed, vergat bijna zijn getob en werd er krachtiger van, al naar gelang het boek vorderde. Het was een mooi voorbeeld van hoe je kan overwinnen door niet in de aandoening te gaan hangen. Op de een of andere manier had ik bedacht dat het voor lief goed zou zijn om daardoor een extra stimulans te krijgen.

Als ik hem in de tuin bezig zie, eerst met engelengeduld en de maaimachine op de laagste stand, wat voortdurend deed vastlopen, maar goed was, omdat het gras gemillimeterd langer door kon groeien en hem daarna in de weer zag met het slechten van de opkomende iepen en hun wortels her en der, dan doet hij eigenlijk het zelfde als de man van het echtpaar op het zoutpad. Het trotseren van de kwaal dankzij de afleiding door de grilligheid der natuur.

Alle bollen, mijn prachtige sieruien, de blauwe druifjes en al die anderen van vorig jaar, zijn verorberd door de woelmuizen. Ze huizen in grote getale onder mijn grasveldje en laten het zich lekker smaken. Nog geen voorjaarsbloemen in de tuin, helaas. Straks wandelen we naar het alternatieve tuincentrum op de hoek en halen daar al wat bloeit naar binnen. Perk voor perk hebben we afgesproken. Vruchtbare aarde erin en de nieuwe aanwas en dan maar eens kijken hoe het opknapt. Nu Lief kan sjouwen, hoef ik niet meer met lede ogen aan te zien hoe alles achteruit loopt. Behalve dat is dit stukje grond de oase, die we hier hard nodig hebben als we niet in de Hoffstede zijn in Verweggistan.

De achterbuuf kwam ons begroeten en maakte kennis met lief, die ze waarschuwde, dat hij wel aanspraak op me mocht maken maar me niet mocht ontvoeren naar zijn woonstee, omdat ze me niet konden missen. Zo lief. Met haar zit ik in de bioclub. Ze was al wat verder gekomen in Willem de Zwijger, maar had net zoveel moeite met de uitvoerige beschrijvingen van personen, conflicten en veldslagen als ik.

Op de terugweg naar de kleine blauwe schoot haas voor onze voeten weg uit een leger onder een struik van een van de tuinen verderop. De dames schaap hadden nu een lichtbruine kleur en een donkerbruine kop en keken nieuwsgierig op, toen we langs kwamen. Dag dametjes, tot morgen.

Uncategorized

Nog even geduld

Afscheid van Terschelling, maar niet eerst zonder een goed ontbijt. Bij Pura Vida vonden we een veganistische variant op het doorsnee Hollandse ontbijt. Een veelvoud aan granenpannenkoekjes met vruchten, sappen, mueslivarianten en thee en koffie gemaakt met alles, wat denkbaar is uit het leven om ons heen. Puur natuur.

Een goed begin is het halve werk. Om zeven uur was ik gisteren al aan het douchen. Heerlijk om je bijtijds klaar te kunnen maken voor de reis. We keken terug op een gouden weekend in een warme beleving van het samenzijn en hadden daarnaast het gevoel, alles eruit gehaald te hebben wat er inzat. Een veelvoud aan schoonheid van de natuur, het uitwaaien aan zee, het delen van al die prachtige indrukken en een inhoudelijke diepgang in de gesprekken.

De reis verliep voorspoedig. Aan de Afsluitdijk werd gesleuteld, dus was er een kleine opstopping bij de brug die openging om wat zeiljachten door te laten, maar verder was het rustig op de weg en te warm in de auto. Dochterlief moest naar Amsterdam Noord gebracht worden, want die zou de Thalys nemen naar Parijs, waar haar Franse schoonfamilie zich al hadden ontfermd over haar kinderen en hun zoon, haar man. Zo zit je ‘s morgens op Terschelling en ben je des avonds weer in Parijs. Reizen is een stuk sneller geworden dan onze boemels van de NBBS.

We hoefden niet heel Amsterdam door, dat scheelde. Prompt miste ik wel de afslag naar Utrecht, maar via de slinkse en mij welbekende wegen kwamen we bij het huis van dochter twee aan. Een sanitaire stop voor mij en een liefdevolle ontvangst voor haar door man en klemmende armpjes van de kinderen. Prompt stond ik op de terugweg in een file, maar daarna kon ik eindelijk mijn lief in de armen sluiten.

Dag lief eiland

Het welkomstcomité bestond uit zoonlief die de bagage naar boven sjouwde, lief die me de trap op leidde, een dikke Dollie op het balkon in de voederbak, kauw er vlak achter, een turkse tortel in de boom van de benedenbuurvrouw en een tak verder zelfs de halsbandparkiet, nog steeds solo, zonder de gebruikelijke zwerm vrienden. Pluis vertikte het om me kopjes te komen geven. Ze was vast hoogst beledigd over het gemis van mijn gezelschap.

Daarna waren er de verhalen over en weer en een kleine fotopresentatie, maar niet te veel en te lang. In eten had ik geen zin, met het late lunchbroodje aan het eind van de middag. Teveel inspanning geleverd en nu alleen maar een beetje leunen tegen brede, lieve en warme schouders. Dat volstond. Voeding voor de ziel was op dit moment belangrijker.

Vandaag belooft het tuinweer te worden en ik realiseerde me nog net op tijd dat er ook een afspraak voor de fysio stond. Eerst dus de fysio en dan de tuin. De batterij voor de grasmaaier niet vergeten, want ik vrees dat er veel aan achterstallig onderhoud is weg te werken te beginnen met het doorgeschoten gras. Koek en zopie mee voor in de vroege avond, dan kunnen we een slag maken. Lief heeft wel weer behoefte aan wat groen onder de handen. We nemen wat verpieterde plantjes van het balkon mee. Misschien kunnen we ook wat klein grut kopen bij het tuincentrum.

De batterij van het apparaat is op, waarschuwt het mij. Mijn batterij nog lang niet. Het leven neemt weer een nieuwe wending. We gaan door met kwaliteit van leven. Het invullen van de kwantiteit gaat vanzelf. Daar hoeven we ons niet druk om te maken. Verspilde energie die we beter voor het verhogen van de kwaliteit kunnen gebruiken. Kauw in de dakgoot is het met me eens en klokt een tevreden geluid. Top. Lieve tuin we komen er aan, nog even geduld.

Uncategorized

Van binnen en van buiten.

Het was een rijk gevulde dag gisteren. Na een uitgebreid ontbijt maakten we ons op voor een wandeling en een kop koffie in de haven en daarna hadden we gereserveerd op de Talisman, die een boottocht naar de zeehonden organiseerde. Terschelling heeft een plaat waar ongeveer 1800 zeehonden toeven. De bootsman gaf een uitgebreide beschrijving van de leefgewoonten van de dieren en we voeren er vlak langs op een fluistertocht. De meeste oudere dieren lagen op de kop van de plaat, maar er waren ook al jonkies geboren en alles was goed te zien. Het leverde mooie foto’s en filmpjes op.

De zon scheen uitbundig en zelfs de handschoenen konden eindelijk uit. Omdat we deze dag de fietsen in moesten leveren, besloten we toch nog een laatste tocht over de dijk. De eerste dag hadden we dat gedaan in barre kou, maar nu was het aangenaam fris. We werden beloond met twee lepelaars die druk hun kostje bij elkaar snaterden in het water aan de voet van de dijk . Er waren veel fietsers op hetzelfde idee gekomen, dus weken we uit naar het pad dat we al eerder genomen hadden, dwars door de eilanden heen. Na een gezond uurtje fietsen kwamen we bij de fietsenmaker aan die jolig vroeg of we zadelpijn hadden en bij het beamen vond, dat we dan goed ons best hadden gedaan.

In de koelkast vonden we de laatste restjes van ons losbandige eilandenleven. De Dahl, nog wat soep, mozzarella en tomaat voor de Caprese, dit keer zonder basilicum, want die hadden we al eerder genuttigd. in de vroege avond hadden we een afspraak voor de ecosafari. Het was in een paar dorpen verderop en de bus stopte bij de verzamellocatie. Voor ons alledrie was het de eerste keer in openbaar vervoer. De laatste keer gold het pre-corona tijdperk.

We hobbelden de wegen over naar de plaats van bestemming en inderdaad verscheen na enige tijd vlak voor het hotel ‘de Walvisvaarder’ twee open elektrische jeeps. Met wat passen en meten konden alle gegadigden mee. Wij zaten knus met z’n drieën op de middenbank. Aan weerskanten was het open. Er was genoeg om foto’s te schieten vanuit de jeep zelf. Soms vroeg onze gids een stukje mee te lopen. Er volgde een lading aan informatie over de begroeiing van het duin en wat verbazingwekkend was, dat er zoveel mensenhanden aan te pas waren gekomen om de begroeiing te realiseren en de diversiteit te waarborgen. Hele stukken zijn aangeplant, platgebrand, bestookt met geïmporteerde grazers om de natuurlijke vegetatie op peil te houden. Een aandoenlijk verhaal ging over de wilde kleine appelbomen, die je overal bloeiend tegenkwam. Dat waren de klokhuisoverlevers bij uitstek.

Ook de geschiedenis werd aangeroerd. Zo was er een terugflits naar de vroege middeleeuwen, langs de strijd om de haven tussen de Hollandse en de Friese graven, via de Duitsers en hun forten, van de arme keuterboeren tot nu, naar de rijke verhuurders van de accomodaties, omdat je beter badgasten dan koeien in je wei kon hebben. Met dezelfde droge humor hield hij zijn verhalen en wees terloops op de een of andere rondvliegende buizerd of sperwer. De weidevogels hadden er zin in en vlogen hun avondrondes en masse boven de weilanden. Voornamelijk brandganzen, maar ook de wulp, de kievit en de grutto lieten zich zien.

Halverwege was er nog een cranberrysapje voor de kinderen en een Terschellings rose in een plastic shotglaasje voor ons. De cranberry’s, de vlier, de vuurdoorn had hij al eerder laten zien. We werden weer netjes voor het hotel afgezet. Een glaasje kon in het hotel worden genuttigd, omdat de bus een uur op zich liet wachten. Met voldoening blikten we terug op de dag en het weekend zelf. De manier om uit Terschelling te halen, wat er in zat. Zilte zeelucht, zon, samenzijn en warmte. Van binnen en van buiten.

Uncategorized

Een mooie samenzijn op rij.

We zouden na een vers ontbijt eerst gaan winkelen gisteren. Op dit prachtige eiland zijn er een beperkt aantal winkeltjes, die op het vasteland nauwelijks te vinden zijn, met over het algemeen vrij duurzame kleding met een bijbehorende prijs voor dat bewustzijn. Maar wat zijn het mooie materialen en kleuren, alles met zorg uitgestald en opgehangen.

Ondanks dat het zaterdag was en vakantie bleef het redelijk rustig in de winkels zelf. Buiten was er een aangename reuring en de terrasjes zaten vol, want er was zon. Tussen dé bedrijven door zocht ik steevast een stoel op om de bedrijvigheid van de dametjes te observeren en om te zien waar de belangstelling naar uitging. In beider gevallen een spijkerbroek en een van hen een zwart lief bloesje. Ikzelf zag de verleidelijke paarlemoeren schelpenmobiel in lichtgroen, wat zo verleidelijk was als lentegroen en dacht hem op de veranda in Hongarije. We maakten grapjes, het stel achter de kassa en ik, en dat gaf een gemoedelijke sfeer, ondanks het feit dat we overduidelijk toeristen waren. Nu was dit wel zo’n ouderwetse souvenirwinkel met alle gekke snuisterijen van het eiland, tegeltjes met wijze spreuken en de vreemdste hebbedingetjes. Ze moesten het hebben van toeristen.

Op het terras bij de biologische winkel aten we lekkere wortel/noten, bananencake, sinaasappel/ cheesecake en dronken koffie. Het gesprek ging over acceptatie van jezelf. Daar kwam ik niet helemaal uit. Het leek mij dat er veel mensen zijn nu, die zichzelf makkelijker dorsten te exposeren, meer dan ik ooit in mijn hele leven had gedaan. Altijd heb ik iets van gene gevoeld en er zit daar een berg aan frustratie achter. Nu met lief ebt dat in sneltreinvaart weg, al zullen er bepaalde dingen altijd blijven. Dochterlief had over die vanzelfsprekendheid haar twijfels. Heel veel mensen zijn onzeker van zichzelf. Zo wisselden we die gedachten uit en het leverde emotie op. Thuis moesten we even bijkomen. Daarna konden we door. Het is fijn, dat daar tijd en ruimte voor is en geeft naast het gewone samenzijn ook weer diepgang, want automatisch denk je er over door.

Ik paste een wijde broek met een prachtige print, maar hij was veel te wijd voor dagelijks gebruik. Laten hangen dus en verder alleen maar kijken en opslaan in het geheugen. Praktisch denken blijft zaak, want aan dingen die alleen maar in de kast hangen heb je niet zoveel. Thuis heb ik zo’n drie stuks, die nooit verder zijn gekomen dan het thema bruiloft.

We hadden al het uit eten gaan voor deze dag gereserveerd en boekten een plaatsje in het strandpaviljoen waar we de dag ervoor een aperatief hadden genomen. Het bleek een beste keus. We moesten er een heerlijk stuk voor fietsen over de duinweg door de prachtige brede duinenrij die Terschelling rijk was en vonden er een kaart met zowel vlees en vis als veganistische en vegetarische gerechten en daarbij ruim uitzicht op zee. Na een heerlijke Melanzane, een gestoofd auberginepotje, voor mij, zeewolf en udongnoedels voor de meiden, koffie toe, waar een klein cakeje bij zat, precies genoeg als toetje, konden we van de ondergaande zon boven zee gaan genieten. Hoe komt een mens aan die mazzel.

We wilden niet in het donker fietsen, dus voortijdig gingen we terug, maar dat leverde zo mogelijk nog mooiere plaatjes op met de oranje zonnegloed in de vennetjes, die verscholen lagen in de duinpannen om ons heen en de ondergaande zon door het dennenbos was ook niet te versmaden. Moe kwamen we thuis met de voldoening van opnieuw een mooi samenzijn op rij.

Uncategorized

Een fijne kant

De eerste nacht is het wennen. Vreemde geluiden krijgen indachtig een plek, stemmen die langs komen zeilen en wel binnen lijken, zo duidelijk als ze zijn, weet ik te plaatsen als laatlopers. De stappen van de mevrouw achter-boven verstommen, een mannenstem dempt evenzeer. Dan keert een betrekkelijke rust weer. Het late nachtelijke uur is aangebroken. Hoeveel geluiden heb ik in dit leven niet op die manier trachten te ontcijferen en te vertalen in grijpbare beelden. De slaap overmant bij het driehonderdveertigste schaap dat over mijn waakgrens springt.

De volgende ochtend doezel ik tot een uur of acht, maak koffie, luister naar de rust die de kamer er naast uitademt, regelmatige ademhalingen en wat gedraai, af en toe een zucht. Na het douchen is er een vers ontbijt, dat de dochters gehaald hebben bij de bakker en daarna stappen we zo snel mogelijk op de fietsen. Dikke lagen kleding voorkomen dat de koude grip krijgt. Een opgebroken weg leidt ons over het duinpad. We besluiten om naar het wrakkenmuseum te gaan. Een stief uurtje fietsen maar dan heb je ook wat. In het meer dan donkerbruine cafe warmen we op met warme rooibos, maar daarna storten we ons op al die wonderlijke attributen die na een diepzeeduik weer boven water zijn gekomen.

Heel vermakelijk zijn de briefjes, die bezoekers hebben achtergelaten en die bij de desbetreffende voorwerpen zijn gelegd. De charme van de enorme bonte verzameling is dat ze op volgorde van vondst zijn uitgestald. Een van de ordentelijke bezoekers vond het een grote chaos, maar je moet wel het systeem herkennen als het er is. De shoenami ziet er hilarisch uit op foto’s, maar ook in het echt is het onvoorstelbaar. Hetzelfde geldt voor de badeentjes. De flessenpost is aandoenlijk en gaat tot ver terug in tijd maar ook in plaats van het posten.

Dat geldt ook voor het gedicht van de vrouw des huizes, die er ooit leefde en waar een flessenmonument voor was opgericht met een ingemetselde foto en het betreffende ontroerende schrijven, buiten. Daar is het er omheen nog bonter en het piratenschip van Woeste Willem vond gretig aftrek bij de lieve jeugd, net als de antieke duikershelm die je over de oren mag laten zakken aan een katrolletje. Er is veel van ontelbaar.

Evenveel is het boekenrijk in de boekenboerderij, iets verderop. Er wordt veel gesnuffeld en weinig gekocht, maar het is al qua curiosa indrukwekkend genoeg. Als we weer buiten staan, schijnt de zon en verwarmt niet alleen het vege lijf, maar ook de harten. Zon zet het eiland aan en de schoonheid leeft op.

We besluiten bij Hessel te gaan lunchen. Het is niet ver. In de muntthee zwemt een verdwaalde jonge naaktslak. Dochterlief krijgt nieuwe. Ach ja, het kan verkeren. We vangen nog een glimp van de grote Hessel en zijn dochter op en blazen een eventuele gang naar een optreden de volgende dag, af. Zo is het ook goed.

Daarna willen we zee zien en dochterlief kent de weg naar het enorme brede witte strand met een heerlijk paviljoen waar we iets kunnen nuttigen. Een kolonie aalscholvers zwaait ons onderweg, in het duin, tegemoet met hun koddig wapperende vleugels.

Zee brengt de rust en schudt alle opgedane indrukken tot een rij. Het strand is zo breed, want eb, dat dat loopje voldoende is na de klim tegen het duin op. We verzamelen wat schelpen en scheermessen om te beschilderen en duiken daarna het paviljoen binnen waar het gezellig roezemoest.

Na zo’n hartversterkertje lijkt de terugweg minder ver. dochter doet boodschappen en maakt Indiase Dahl met Naan. Daarna maken zij nog een wandeling en mis ik de zonsondergang, maar dan had ik eerst een hoog duin over moeten klimmen. Zo is het goed. De foto’s zijn prachtig. Met een fijn muziekje op beschilderen we de meegebrachte buit. Een eigen zonsondergang, de Brandaris, een zwevende kwal krijgen allemaal een plekje op schelp of steen en daarmee een nieuwe bestemming, met de nodige diepgang aan gesprekken. Het leven toont zich van een fijne kant.

Uncategorized

Moe maar voldaan

Afscheid van Lief, voor het eerst weer eens een dag of vier zonder elkaar zal een bijzondere ervaring zijn. Daar stond tegenover dat er een cadeautje uit te pakken viel van in gezelschap mogen toeven met mijn lieve meiden. Ze stonden alle twee al te popelen. Bagage hapte de kleine blauwe in een adem weg, ben je mal, niet bang voor extra vulling.

De route naar de haven in Harlingen verliep over een afsluitdijk waar hard aan gesleuteld werd. De weg net zo smal als de wegwerkzaamheden van een paar dagen daar voor in Duitsland. Maar ach, daar draaien we de hand ook niet meer voor om. We kwamen bijtijds in Harlingen aan en hadden ruim de tijd om nog een panini met kaas weg te happen. Wel haalde ik het vest uit de koffer te voorschijn en een dikke das, want de wind was hier in het noorden aardig straf.

Ondertussen kletsten we alle jaren met kinderen bij, haalden herinneringen op aan vroeger en wisselden de laatste nieuwtjes uit over het samenleven met onze lieve achterban. Twee uur duurde de oversteek en toen waren we op een winderig en koud Terschelling, waar niets me meer herinnerde aan de komst met de lieve vader van de kinderen waarmee ik hier op het eiland trouwde. Hoogzwanger en snel, zonder familie en met getuigen van het raadhuis. Dat was inmiddels alweer tweeënveertig jaar geleden. Mooie herinneringen waar nu tijd genoeg voor was om ze in volle glorie te delen met de lieve dochters.

Met het boodschappen doen is het hele dorp, of zijn vooral de nieuwbakken tijdelijke bewoners, op hetzelfde idee gekomen. Bíj de fietsverhuur was het al niet veel beter. Het hele dorp West Terschelling overspoelt bij de aankomst van de boot. Dat zou toch wel wennen zijn als je hier als eilandbewoner zo’n uitwaaierende vakantiemenigte van elke boot ziet komen. Maar ze zijn er waarschijnlijk al aan gewend.

Het huis dat we gehuurd hebben, is fantastisch. Het is de school voor de zeevaart en we zitten in een soort verbouwde loods, waar met veel sfeer en heel veel liefde een mooie plek is gemaakt in een mix van modern, antiek en industrieel. Het ziet er smaakvol uit. Alles is aanwezig in dit pandje om drie mensen een heerlijk onderkomen te schenken.

Met de gekochte spulletjes flansden we een maaltijd van soep met salade Caprese en hapjes in elkaar. Glaasje wijn erbij en verzorgd was de inwendige mens. Om de pot te verteren, besloten we vast een eerste fietstocht te maken. De schapen graasden in een losse stelling over de hele dijk lang en de lammetjes namen voortdurend hun kans waar om weg te huppelen van hun moeders, die onverstoorbaar door graasden en niet op of om keken naar het dartelende grut. De zee strekte zich uit in een aantal grijstinten in een vloeiende beweging met het hemelzwerk. Onderweg zag ik de eerste kievit sinds jaren en prachtige zwartwitte kuifeenden, een scholekster en natuurlijk de gebruikelijke ijverige kwikstaarten. Bij Midlum zochten we snel de beschutting van het bos op langs de duinen. Dat was een verademing na de schrale wind. Met rode wangen kwamen we weer thuis. Moe maar voldaan.

Uncategorized

Op naar een nieuwe beleving

De dag begint stralend met een heerlijk zonnetje. Het is zeven uur en ik schrijf beneden met uitzicht op de vogels, die door zoonlief nog altijd ruim gevoederd worden, en op het groene struweel van de pruimenboom van de beneden buurvrouw. Het huis slaapt nog, zelfs Pluis is alweer vertrokken na eerst naarstig om eten te hebben gebedeld. Ze eet de laatste tijd de oren van ons hoofd. Toch eens even laten checken of daar niet iets anders achter zit.

Het koffertje is gepakt en de rugzak. Straks tank ik de kleine blauwe nog een keer vol en dan haal ik de lieve dochters op en rijden we naar Harlingen. Zo’n zin in om even helemaal bij te kletsen. Vier dagen is lekker lang.

Lief slaapt nog. Ik ben vreselijk als ik aan het inpakken ben. Het gedub wat nou wel of niet in de koffer moet. Dat alleen uitvogelen is het fijnst. Het belooft een paar koudere dagen te worden, dus kien uitzoeken. Wat dunne truien en een vest, een hele dikke trui voor de ecosafari in de vroege ochtend, gympen en de zwarte kloffies. Die laatste gaan aan. Het is bijna een routine geworden.

Koningsdag heb ik gisteren links laten liggen. Het zag er allemaal vrolijk en vooral ook druk uit. Na dagen in een serene rust te hebben vertoefd is er niet heel erg de behoefte aan gedruis. In de familieapp kwamen oranje boa’s en wangetjes met vlaggen versierd langs. Buit werd ook gedeeld. Zo vierde ik het langs de zijlijn mee.

Het is weer anders om hier te zijn, een wereld van verschil. Waar je in Verweggistan zelden iemand door de straat ziet wandelen, is het hier een komen en gaan. Daar staat de klok toch veel meer stil en de dag verglijdt in alle rust. Hier proef je de hectiek op straat. De mensen kuieren of wandelen niet, maar ze haasten zich of spoeden voort, inherent aan een stads leven.

Na de lange reis was er niet veel puf tot initiatieven meer over, maar wel had ik veel zin in een Harira, de Marokkaanse soep naar eigen aan-en invulling gemaakt. Turks brood erbij, afgebakken in de oven en klaar. De versnelde vegetarische versie moest het worden en ik had bedacht om een grote pan vol te maken met extra veel kikkererwten en linzen en voor de vulling ook nog wat aardappelschijfjes, zodat de mannen er nog twee dagen op konden teren. Maar ik had buiten de waard gerekend. Ze aten met zoveel smaak dat er nog net een bodempje overbleef. Dan laat ik het aan hen om de dagen met maaltijden te vullen.

De ecosafari zal vast boeiend zijn. In alle vroegte op en reeën en roofvogels spotten met verrekijkers en fototoestellen. eerst dacht ik het grote fototoestel thuis te laten, maar nu lijkt het me toch beter om maar extra te sjouwen, het is wellicht de moeite waard. De zonsopgang is ook spectaculair, belooft de site. Nu maar duimen dat het mooi helder blijft.

Inmiddels is Lief wakker en zoonlief naar het werk. De vogels zijn druk in de weer op het balkon en Pluis mekkert haar ongenoegen bij elkaar omdat ze er niet bij kan. Er staat een aardig windje. Dat wordt een winterjas voor vandaag op de boot. Hup, in de benen. Op naar een nieuwe beleving.

Uncategorized

Zoals waar geluk betaamt

Gisteren kwam er niets meer van schrijven. Reizen door Slovenie en Oostenrijk is een aangenaam genoegen. Het ging voorspoedig. Nagenoeg geen files onderweg en voor een maandag opvallend rustig. De wegen in Hongarije zijn van een erbarmelijke kwaliteit, tenmnste in de dorpen.

Er is een goede weg en die loopt naar Boedapest, maar de rest hangt erbij als een lappen deken, moesten we droog constateren. Overal waren gaten, al dan niet opgevuld met wat nieuw asfalt. Sommige delen waren verzakt en meestal liep de weg af richting berm. Het gunstige van het geheel was, dat een goed geoutilleerde route regelrecht de hemel werd ingeprezen. Als pleister op de wonde waren de grote bloeiende koolzaadvelden onder een strakblauwe hemel.

Onderweg waren snelle stops bij een Raststätte voldoende. Zo konden we vlot door. Het hotel in Regensburg was zo klein en lieflijk als we ons gewenst hadden. Alleen het restaurant was er niet meer. Wel kregen we drie adressen door met een routebeschrijving van een paar goede restaurants zo verzekerde de vrouw achter de balie. Maar inmiddels was de grote trek verdwenen, dus werden het broodjes met kaas en een biologisch wijntje in de rust van de hotelkamer in de makkelijke huisbroek en met sloffen aan de sokkenvoeten. Relaxt en heerlijk na zeven uur rijden en uiteindelijk de beste therapie om uitgerust in te dommelen.

De volgende ochtend begon met een juweel van een uitstalling voor het ontbijt. Je kon het zo gek niet bedenken of het lag er. Van zalm tot aan sachertorte. Een goed begin is het halve werk. Lief smulde er ruimhartig van. Het regende buiten. Uit het raam had ik uitzicht op de forsythia’s en een enorme bloeiende pruimenboom ‘Heerlijk ontbijt en Moe staat voor het raam’, appte ik naar de zussen en broer. Bij ons in de Amandelstraat stond een forsythiastruik, waar mijn moeder gek op was. Fijn dat er van die kleine momenten zijn, waardoor ze nog dichterbij is dan anders.

We namen afscheid van dit fijne onderkomen met de belofte terug te zullen komen. Gisteren hadden we een blik kunnen werpen op de universiteitswijk in de stad met de oude en nieuwe universiteitsgebouwen, de campus en een lommerrijk oud en groot park, aan de monumentale toegangspoort te zien. Heel veel jonge stralende mensen, fit met rugzak en op de fiets, of stappend, pratend, lachend met elkaar. Het plaatje van hoe een stad tot leven komt. Het deed me denken aan al die universiteitssteden overal ter wereld, die ik gezien had en die allen hetzelfde beeld vertoonden. Een wijk van de hoop en een toekomst.

Na het uitchecken vervolgden we de reis. Een druipende autobahn met een deken aan mistige nevel viel ons ten deel. Van Regensburg tot aan Keulen was het hetzelfde eentonige lange lied en niet zelden in overtreffende trap. Een oog bleef gericht op de voorgangers en de achteropkomers en het andere argusoog zat vastgekleefd aan de witte strepen, omdat er verder nauwelijks zicht was.

Ingespannen rijden vreet energie, dus de pepermunten van zoonlief kwamen goed van pas. Een ladinkje suiker voor de broodnodige energie hield me alert en toen na Keulen de zon weer begon te schijnen konden we het aftikken als een moedig gedragen heldendaad.

Het autorijden is me alles meegevallen en het opent heel veel perspectieven. Niets is leuker dan plannetjes te maken samen met Lief. De toekomst lacht nog altijd. Wij en ons samenzijn groeien ervan. Zoals waar geluk betaamt.

Uncategorized

On y va

Het is zeven uur in de ochtend en we zijn al op sinds half zes op. Kalmpjes aan werken we het gebruikelijke pakprogramma af. De formule is eenvoudig. Alles wat door de handen gaat, erna inpakken. We zijn n iet heel erg van de lijstjes. Het werkt als een trein. Zo ben je er verzekerd van dat alles ook daadwerkelijk in de tas zit. Mijn lieve oude zwarte tas heeft al heel wat reizen en reisjes meegemaakt.

Voor de vriend van Lief ligt er wel een lijstje klaar met de klussen die hij in eigen tijd en eigen uur kan verwerken. Een van de dingen is een nieuw aanrecht in de keuken. Hij vindt het heerlijk om de Hoffstede mooier te maken en voelt zich op alle manieren erbij betrokken. Ook let hij erop dat de sceptic tank op tijd geleegd wordt en de kuka, de vuilnisbak, op woensdag voor de deur staat. Heerlijk, zo’n getrouwe vriend.

Gisteren was het een kalm dagje met de rust en de ruimte om te genieten van de lentekriebels van groen, vogels en de kleine salamanders in de stenen van de oude stallen. Ooit het onderkomen van de geiten en de varkens van de herenboer, nu een rustiek schuurtje in authentieke staat. Vanuit de veranda kijk je op de ruif waar ooit de paardenstallen hebben gezeten. Die zijn er gesloopt om meer zicht te hebben op het land.

Het was heerlijk voor de kleine boeddha achter de rozemarijnstruik, de paarse dovenetel, de paardebloemen. We zaten in de luie kampeerstoelen en lief dommelde weg in dat vreedzame geluk. Ik tekende boeddha na op de Ipad, maar die werd veel te heet in de zon. Dus nog eens dunnetjes over in het schetsboekje terwijl het in de verte angstaanjagend begon te rommelen. Een inktzwarte lucht beloofde een fiks onweer. Voor de zekerheid trokken we ons toch maar terug op het terras. De bui dreef echter af, een andere richting op. Dat gebeurde vaker vertelde lief, dan leek het erop of het elk moment los kon barsten en ineens scheen de zon plotseling weer volop.

Nu we voor het terras in de zon zaten was er ruimte genoeg om de twee kleine salamanders, die vanuit het kruidentuintje naar het oude muurtje schoten en verdwenen tussen de klimop of de spleten van de oude stenen te bekijken en fotograferen. Over het wasrekje hing mijn wollen-truien-was te drogen, zodat ik bij thuiskomst een tas met schone was had. Wel zo handig omdat ik donderdag met de twee dochters een lang weekend ging vieren. Dochterlief vond het een en ander strak gepland. Dat was het ook, maar ik had me eigenlijk, sttt niet verder vertellen, in de datum vergist. Bijna hadden we dan ook een hotel voor de zondag gereserveerd en zo kwam ik achter de vergissing omdat de datum niet strookte met de dag.

Daarna mochten we deze heerlijke weken afsluiten met een zondags wijntje. In gedachte neem ik afscheid van deze prachtige plek, maar zonder weemoed, in de wetenschap over enkele maanden er weer te zijn en de tuin te mogen aanschouwen in haar zomerkleed. Nu gaan we in de benen en de bagage plek geven in de kleine blauwe prins. Die staat van ongeduld te glimmen achter het hek. Hij heeft er weer zin in en wij ook. On y va.

Uncategorized

Vrijheid, blijheid

In alle vroegte, terwijl ik aan het schrijven was, stond de vriend van lief met een maat voor de deur. Ze kwamen het grote oude hek in ere herstellen. Het viel nu bijna van zijn zuilen en moest nodig her en der gelast en rechtgezet worden.

Daar hadden we niet echt op gerekend, maar het was een fijn idee, dat behalve het binnenhek nu ook het buitenhek fit zou zijn. Door het idee van de Roomse kervelsoep van gisteren besloot ik eerst door te gaan met hele bossen weg te halen uit de voortuin, omdat we toch een beetje in de buurt moesten blijven voor vragen van de lassende mannen. Dan konden gelijk de kleine Waalse keien van het druivenprieel onder handen genomen worden. Daar stortte lief zich op. Zo werkten we al vroeg in de tuin in plaats van op zolder. De dag leidt zichzelf als je de gebeurtenissen volgt zoals ze zich aandienen.

Eigenlijk was het goed te doen. Niet te warm, met kleine tussenpozen overwegend zon, het lachen en bassen van de stemmen bij het hek met die wonderlijke klanken en het krabben van de tegelritser over het dichtbegroeide mos van de keien. Het tafeltje stond er wat verloren bij. Waren er ergens nog twee gietijzeren stoeltjes te vinden? Lief ging kijken op zolder en daarna in de datsja en warempel, daar kwamen twee ranke exemplaren te voorschijn met een mooie mozaïek in het midden van de rugleuning.

De mussen waren een en al bedrijvigheid en vlogen kwetterend heen en weer, soms met vette buit in de kleine bekjes. De berg keien op de hoek van het betonterras met de oude rozemarijnstruiken, de thijm en de wilde marjolein herbergde ook kleine salamanders ter grootte van een veldmuis, die snel het hazenpad kozen als ze lucht kregen van onze bemoeienissen. Daar kon ook nog wel het een en ander aan onkruid weggehaald worden, maar waarschijnlijk waren er nesten met jongen, dus misschien was het beter even te wachten.

Omdat de vriend van lief eerst zijn maat naar huis ging brengen, besloot ik alleen de boodschappen te gaan doen. De weg kende ik al, de supermarkt met het bekende Duitse concept herbergde ook geen geheimen. Derhalve geen centje pijn. Alleen de kookroom was een puzzel op zich. Maar vorm en het kijken naar de afbeeldingen op de verpakking, de rubricatie en enkele herkenbare woorden hielpen me een aardig eind op weg. Bij de kassa was het vooral zaak om gebaar en duiding van het hoofd van de caissière goed te interpreteren. De bankpas moest niet op maar boven het apparaat gescand worden. Geduldig stond ze me bij, terwijl er een hele volzin uitkwam waar ik niets van begreep. Een goed verstaander heeft gelukkig maar een half woord nodig.

Op de terugweg allemaal knipperende autolichten. Vriend van Lief legde uit, dat men hier op die manier seint dat men de snelheid controleert. Als de tegenliggers passeren draaien ze ook een cirkel met een hand boven het stuur, Radarcontrole wil dat zeggen. Ik dacht dat ik in het dorp de juiste snelheid reed, maar zeker weten doe ik het niet. De maximum snelheid staat slecht aangegeven.

De Roomse Kervelsoep is een aanrader. In een handomdraai een heerlijke voedzame soep met als extra, aardappel, boterbonen, prei en room, naast de uien en de knoflook en de vers gesneden Roomse kervel. Bouillonblokjes erbij en wat parmezano om het te completeren. Vandaag zal het vast nog lekkerder zijn.

Ziezo het hotel voor de terugreis is ook geboekt. We hebben maar voor een duurder segment gekozen. Iets meer luxe en, niet onbelangrijk, snel te boeken. Het is rustgevender nu dat afgehandeld is. Helaas was het ontbijt niet bij de prijs inbegrepen. Die komt er bovenop. De volgende keer als we teruggaan naar hier gaan we op zoek naar de kleinere pensions, zodat die fijne tijd begint bij het dichttrekken van de deur. Vrijheid, blijheid.

Uncategorized

Zoldergeheimen

Het weer is vannacht opgeklaard. Het lijkt ook warmer te zijn dan de rest van de week. Gisteren begon de dag met een frisse lentebui en het bleef grijs. Omdat het fluitekruid zo hoog begon te worden en werkelijk elk plekje in het bloemenperk aan het veroveren was samen met het kleefkruid besloten we tussen de buien door daar een en ander aan te doen. Het was ons de laatste dagen al opgevallen dat, bij het wegtrekken of maaien ervan, er een sterke zoetige heerlijke anijsgeur vanaf kwam. In een korte theepauze toch maar eens even die alwetende vraagbaak raadplegen en ja hoor. Het blijkt dus geen fluitenkruid te zijn maar eetbare Roomse kervel. Dat wordt vandaag natuurlijk een lekker lentesoepje uit eigen tuin. Moet lukken met wat prei, bieslook, aardappel en grote witte bonen en ajuin. Voedzaam en lekker.

We hebben het plekje voor de kruidenspiraal al gelokaliseerd. Ze staat in een diagonale lijn met de boeddha verderop. Een mooie spirituele verbinding en nog altijd met de voeten stevig op de aarde. Natuurlijk is de roomse kervel het eerste kruid dat erin zit. We kunnen wat stekken van kruiden uit Nederland meenemen, maar het is ook leuk om eens te kijken wat er hier in de tuincentra aan inheemse plantensoorten te krijgen zijn.

Dan is het werken om het laatste restje fornuis weer blinkend schoon te krijgen en lief moet er de verfkrabber bij gebruiken. Het valt niet moeilijk te raden dat ze aardig verweesd is gebleven de laatste jaren. ‘Waren die vrouwen en mannen van jou dan geen keukenkanjers’, vroeg ik hem, omdat er, voor de laatste twee coronajaren, regelmatig logees over de vloer waren geweest. Niemand had erg veel aandacht aan het fornuis besteed en hooguit de buitenkant een beetje gepoedeld. Dat zet geen zoden aan de dijk.

Het was nogal veel schuurwerk: inspuiten, intrekken, schuren, inspuiten, intrekken, schuren en zo verder, net zo lang tot het acceptabel was. Het email was hier en daar toch wel aangedaan. ‘Pure mishandeling’, vond ik. ‘Verwaarlozing’ vond lief. ‘Verwaarlozing is ook mishandeling’ reposteerde ik. Dat moest hij beamen. Nu staat er nog een reefje om schoon te poetsen. De handen krijgen een lekkere vette crème omdat ze zelf bijna als schuurpapier aanvoelden.

‘S middags hield het op met zachtjes regenen en was er een flinke onweersbui. In dit goed geïsoleerde huis was het bijna romantisch om te horen. De regen roffelde naar beneden in een gestaag ritme. We hadden besloten om de logeerkamer op zolder te stofzuigen en te ontdoen van de witte vlekken van een vogelbezoek. Lief had zich al lang afgevraagd waar dat laatste vandaan kwam in dit afgetimmerde gedeelte van de grote zolder, maar had het antwoord nooit gevonden. Bij het verschuiven van de koffers die er stonden, vonden we de aanstichter, verdroogd en goed geconserveerd. Een kleine mus was onder een staande reiskoffer gedoken en daar een wisse dood gestorven. Arme kleine. Lief bracht hem naar beneden om hem terug te geven aan de natuur. Morgen gaan we eens kijken of we de nu schone kamer logeerklaar kunnen maken. Er liggen twee hele goede dekbedden die alleen maar goed gelucht moeten worden. We herstellen de elegante kaptafel van de grote zolder weer in ere en de grote vogelkooi krijgt een mooie plek met een plant erin of iets dergelijks. Wie weet vinden we nog meer mooie spulletjes tussen al die zoldergeheimen.

Uncategorized

De Hoff van tijd en eeuwigheid

Langzamerhand krijgt alles vorm. Het huis, het land erachter, de Datsja, en wijzelf samen binnen deze heerlijkheid. Ondertussen zijn we druk namen aan het verzinnen voor dat wat binnen de kortste keren tot een belangrijk deel van ons leven behoort, buiten alles wat er aan liefde in Nederland is. Hofftuin, Hoffstede, de Hoff van tijd en eeuwigheid. De laatste dekt het beste de lading en klinkt ook als een klok qua ritme. Hoff met twee effen, niet alleen omdat het cachet heeft, maar Lief heeft het in zijn familienaam zitten.

Het regent. We waren net op tijd met de aanpak van het land. Met deze nattigheid maait de grote maaimachine niet optimaal en zou diepe voren trekken. Lief maaide in een regen van groen en ik trok brandnetels, grassen en vooral ook kleefkruid. De grote vijg op de hoek zag zich liefdevol omarmd door die eigenzinnigheid. Enige voorzichtigheid was geboden, want in deze oude rotstuin stond een grote cactus, een echte stekeletee, die maar wat graag in je vel prikte als je te dicht bij kwam.

Bij het uitrusten spotte ik de merel, een grote groep mussen, de tortels en de koolwitjes, die dartelend over het land vlogen. Opeens zag ik een opvallend grote witte vlinder. Hij fladderde niet, maar zweefde, soms tot ver boven de bomen uit. Uitrusten deed hij op de paarse dovenetel vlakbij en toen ik naderde om een foto te maken, bleef hij rustig zitten waar hij zat. De vleugels wijd gespreid, toonden een patroon van zwart en wit gestreept. Het had de vorm van een waaier. Nader onderzoek leerde dat het de Koningspage was en, niet onbelangrijk, dat dit Verweggistan een walhalla voor vlinders scheen te zijn. Er worden zelfs vlinderreizen georganiseerd.

Met het maaien oogde het allemaal fris en ruim en alleen de oude boeddha was verdwenen achter een grote struik rozemarijn, dus knipte ik de helft weg om te drogen waarbij het vertrouwde hoofd weer minzaam boven het groen uitstak vanaf de veranda gezien.

De temperatuur was aangenaam om in te werken. De zon liet zich van haar beste kant zien. Het werd tijd om uit te rusten en bij te komen na deze noeste arbeid en de dag te besluiten met een wijntje en iets om te knabbelen en tegelijkertijd de Datsja in te wijden. Nog even met een Sapu lidi de vlonder van de veranda schoonvegen, de tafel glanzend poetsen en de formatie van stoelen opstellen. Waxinelichtje erbij en de staande kandelaar erachter. Ziezo, weer een mooie zithoek toegevoegd. Ooit worden de kampeerstoelen vervangen voor ouwe-bessen-schommelstoelen natuurlijk. Toen er teveel schaduw kwam, verkasten we naar beneden aan de voet van de boomgaard, waar ook het geluid van de weg verderop werd gedempt. Zo, te midden van deze zaligheid, bezagen we het geluk dat ons ten deel was gevallen. Vanaf de eerste dag van onze vernieuwde kennismaking en het razendsnelle verloop van de maanden die volgden, tot aan dat moment. Toen de buurman het oude hout begon te stoken gingen we naar binnen. Hier mag twee dagen per week worden gestookt.

In de vroege avond na de maaltijd keken we Arjen Lubach terug, die het probleem van het waterschap uitlegde en met Matthijs van Nieuwkerk over diens nieuwe programma, een quiz, sprak. Als altijd de vileine opmerkingen op het scherpst van de snede, waardoor het denken over dergelijke onderwerpen werd verscherpt. Het zijn de juiste prikkels daartoe.

Van dochterlief kreeg ik een app over de tuinen daar. Ze had water gegeven in die van ons en de bloeiende appelboom op de foto gezet. Ook stuurde ze foto’s van de kruidenspiraal, die ze zelf gemaakt had op hun tuin met oude bakstenen die er lagen. Wat een goed idee. Toen ik me verdiepte in verschillende andere vormen, kwamen we ook op de symbolische betekenis van de spiraal. ‘Die van geboorte en wedergeboorte, van leven en verbinden, van loslaten van het vertrouwde en weer herboren worden. De beweging erin duidt het proces van verdieping en groei aan en in veel culturen is het een symbool voor eeuwig leven’. Dit las ik op de site van de schaapskooi op het landgoed van Drakenburg, maar bij het verder graven kwamen we bij de Maori’s en Kelten terecht en de betekenis van het naar binnen of naar buiten draaien van de spiraal. Boeiende materie, die alles te maken heeft met de ontwikkelingen die we zelf ondergaan op dit moment. Een prachtig object en onmisbaar in een Hoff van tijd en eeuwigheid.

Uncategorized

Morgen is er weer een dag

De dag begon gisteren al vroeg met, voor het eerst in een paar dagen, een zon, die haar uiterste best deed om door een koude nacht heen te breken. Het plannetje in mijn hoofd om de zitkamer te ‘stylen’ begon steeds meer vorm aan te nemen. Maar eerst schrijven. Een poging om op het terras de dappere pogingen van de zon waar te nemen, strandde, door de ijskoude voeten ondanks het duffelse winterspul. Veilig achter glas zag ik merel en mus genieten van een ongestoorde natuur.

Toen lief uitgedoezeld was en ik uitgemijmerd, zaten we vroeg aan het ontbijt. Vers brood met jam, grote kop thee erbij en daarmee energie genoeg om eindelijk aan de klus te beginnen. Samen, want in mijn eentje kreeg ik de zware oude chesterfields echt niet van hun plek. Er moest grondig geschuierd worden met de grote bouwstofzuiger, die de vriend van lief had gebruikt bij de aanleg van de nieuwe ramen. Dat betekende, vriendlief op de knieen en eerst het tapijt en daarna het kleed ontstoffen. Ondertussen nam ik het bouwstof op de nieuwe vensterbanken met een natte doek af.

In het lage dressoir aan de zijkant zaten kastjes volgestouwd met geheimen, souvenirs uit vroegere verre reizen, kaarsen, ouderwetse koperen kannen, mooie koperen boeddhabeeldjes. Nu de neppe luipaardvellen van namaakbont van de banken af waren en de enorme onhandige kussens, die idem dito bekleed waren, kwam de schoonheid van het oude leer met haar craquelé veel beter tot haar recht.

Het schilderij van een Afrikaanse vrouw, die ergens achteraf hing, had ik naar voren gesleept en kreeg een plekje naast een prachtig houten paneel van Indiase komaf, aan de motieven te zien. Voor een inheemse aankleding waren er voldoende andere accesoires. Zo met de banken tegen elkaar geschoven, het perzisch kleed ervoor, over een lelijke plek in het okerkleurige tapijt en de zware robuuste tafel erop, hadden we ineens een fijne ontvangstkamer. Een van de grote yuca’s werd uit de gang gesleept. We werkten als een perfect team door. Lief versjouwde al het zware spul en ik redderde er achteraan om de sfeer te complementeren.

We hadden de smaak te pakken en gingen door met de middelste kamer, de werkkamer. Daar stond de grote tafel met de computer van lief, maar was ook een ongebruikt volgestouwd grenen secretaire met rolluik en al jaren niet open was geweest. Geen mooie antieke maar ruim voldoende om er een hoekje voor mij van te creëren in de trant van ‘wat je niet ziet, is er niet’. Dus veel van de stoffige spullen erin werden schoongemaakt en kregen een plek in de laatjes. Langzaam maar zeker kon ik het dan vervangen voor mijn eigen rommeltjes.

Nu door met schuiven en de koperen prullaria werd op de rugkachel uitgestald. Elke kamer zijn eigen sfeer. Dat was het streven. De oude Singer Naaimachine van de moeder van lief stond er en verder kreeg iedere lege spijker een passende bestemming.

Nu we toch bezig waren, moest de bibliotheek, annex atelier, er ook aan geloven, daar hadden we al een en ander aangepast, maar de krukjes bij de schildersezel konden vervangen worden door een kleine grenen tafel uit de keuken en diende als werkoppervlak. Het zitje met de geliefde rieten stoelen bleven op onze favoriete plek staan, daar waar iedere avond de zon onder ging.

In de middag scheen de zon uitbundiger en met voldoening konden we vast een begin maken met het volgende project. Het land achter het huis, waar de grassen welig tierden. Lief probeerde de maaimachine aan de praat te krijgen en ik begon vast wat grassen te trekken. Het was even puzzelen met die maaier. Er moest het een en ander opnieuw worden schoongemaakt of aangedraaid en toen, warempel, wat onwennig hortend en stotend, sloeg de motor aan. Het eerste pad werd gebaand. Daarna was de koek op en vonden we het welletjes. Morgen is er weer een dag.

Uncategorized

Als de nood aan de man komt

Om 20.00 uur zat ik er klaar voor. De zoom met de redactie. Alsof er geen 1400 kilometer tussen zat, zo helder en duidelijk was de ontvangst. We bespraken de copy die al binnen was gekomen voor het eertvolgende nummer en er volgde een brainstorm voor het eindnummer van dit jaar, waarvan het thema in het kader van de jong volwassenen, zou zijn. De overgang van basisschool naar middelbaar en de aansluiting die daar doorgaans bij gemaakt wordt, maar meer nog, de overgang van een jenaplanschool naar een middelbare, die op het gedachtegoed van Peter Petersen is geschoeid. Alweer boeiende materie, ook omdat de nieuwe scholen volop in ontwikkeling zijn. Petersen schreef en ontwikkelde zijn begeleiding van het kind vooral in de categorie 6-16 jaar.

Er werd ook weer een volstrekt nieuwe categorie boeken aangeroerd. Ik was al een beetje begonnen om deze doelgroep mee te nemen met Bizar van Sjoerd Kuyper. Dergelijke coming of age boeken had ik vooral zelf als puber willen lezen. Door het onbespreekbare open te breken liggen er minder taboes op de loer.

Vroeger lag er over het hele volwassen worden een deken van geheimzinnigheid. Over de meest banale dingen werd niet gepraat. Waar de uitgewassen maandverbanden voor dienden bijvoorbeeld, die aan de waslijn te bungelen hingen, dat werd niet aangehaald, zelfs niet als je kon verwachten ze te moeten gaan gebruiken. Taboe. Om over vrijen en kinderen krijgen maar te zwijgen. Juist doordat die beklemming voelbaar was, konden we het anders aanpakken bij ons eigen kroost.

De bevrijde opvattingen over het seksuele leven uit de jaren 60 en 70 heeft heel wat ruimte geschept en nieuwe paden gebaand. In het hoofd echter stond nog altijd de deur op een kier, waarachter het dogma, dat alles wat in die geest was als smerig moest worden beschouwd. Het lukte niet om totale onbevangenheid daaromtrent over te brengen op de kinderen, maar gelukkig kregen ze hulp van elkaar door ervaringen te delen. Vanaf zestien jaar liet ik ze los. De normen en waarden, op mijn leest geschoeid, waren bekend. Op die leeftijd waren ze oud en wijs genoeg om vooral hun eigen tijd en ruimte in te delen.

Zo is het gegaan en nu zullen ze hun weg daarin vinden naar hun eigen kroost toe. Het mooie van het leven is dat we van de eerder opgedane ervaringen leerpunten kunnen maken voor een identiek moment, die zich ongetwijfeld zal aandienen.

Het was fijn om elkaar na zo’n lange winterperiode weer eens te zien. Vertrouwde koppies, de gebruikelijke kwinkslagen en de serieuze ondertoon als het op de onderwerpen aankwam. Boeiende materie op zich. Er valt weer lang op te teren. Het vorige nummer is inmiddels in de bus gegleden en die over Verwondering staat op de rails.

Gelukkig maar want hier in dit prachtige huis staat de routine op een laag pitje. Er is te veel om van te genieten, al is er ook ruimte voor meer gewenning, al dan niet met de nodige gevoeligheden. Soms zou je willen dat er ergens een luikje zat, waardoor je naar binnen kon kijken, bij de ander of vice versa. Met name om te duiden wat de intenties zijn van sommige handelingen, omdat de kiem ergens ligt in de diepste gevoeligheden, die ieder van ons anders heeft ervaren of eigen gemaakt. Een middag ontleden en, met de uiterste inspanning, proberen niet in futiliteiten te vallen maar de wortel te zoeken, kost energie. Het duurt een tijdje voor dat feit verwerkt is. We zijn allebei schrijvers. Het papier hoort meer dan de ander. Iets om bewust van te zijn en, belangrijker nog, het mededeelzaam te maken als de nood aan de man komt.

Uncategorized

Met die belofte krijgt de droom gestalte

Tweede paasdag was in de regel voorbestemd voor een paasbrunch met de familie. Iets om erin te houden. Nu waren het de enige vrije dagen in de agenda, die we hadden om naar Verweggistan af te reizen. Soms moet je de dingen nemen zoals ze komen.

Gisteren kwam goede vriend van lief om de nog verdere verbeteringen aan het huis te bespreken. Om wat lekkers in huis te halen togen we op weg naar de Tesco, een winkelketen hier, een soort Super Marche, waar naast levensmiddelen allerlei spullen te koop zijn, zoals kleding en kinderspeelgoed, servies en meer van die dingen. Eigenlijk doorgaans dat, wat je net niet nodig had. Helaas, alles was potdicht. Zelfs de kleine Penny, die eruit zag alsof ze een extra centje had kunnen gebruiken. Het weer was wat guur met een straf windje. De kleine blauwe zoefde er vrolijk doorheen, blij eindelijk weer van stal te zijn gehaald. Eigenaardige bijkomstigheid hier is het plotselinge omslaan van het weer. Ineens kan er een forse wind opsteken en dan is het wel tien graden kouder.

Gisteren, met de zon al in de voorkamer, Lief schrijvend achter zijn laptop, Strauss op de achtergrond(waarom Strauss?), nodigde alles uit tot een wals. Voorzichtig want knapknieën en zwabberbenen, maar zowaar, een 1-2-3 haalden we er nog wel uit. Wat was dat lang geleden. Snel ging het niet, het waren niet de uitgelaten walsen die je met mijn moeder of met oma kon inzetten, maar jeugd liet het zich welgevallen, het lijf deed vrolijk mee.

In de ochtend hadden we met veel zwoegen de schilderezel in elkaar gezet. Het had wat voeten in de aarde, maar dan heb je uiteindelijk ook wat. Daar was een echte werkplek ontstaan in de bibliotheek en onder de zwierige klanken duurde het oppakken van de penselen niet lang meer. Tja en wie kan je dan niet beter schilderen dan het geliefde voorbeeld dat daar aan het bureau zat. Nog eerst even met foto’s, om de onwennigheid van me af te schudden, maar straks als levend model. Het lukte wonderwel. Oker op de achtergrond en de opzet met omber.

Snelle opzet, onder constructie

Elke gelaatstrek was me vertrouwd en ook heel kenmerkend, het brede gelaat, de Indische invloeden, de neus. Ze vloeiden als vanzelf uit mijn kattentong, die voor de grove opzet voldoende was. De wat oudere olieverf was meegekomen, maar nu wist ik dat ik nog een keer een betere selectie had moeten maken. Van de ene tint was er teveel en van het andere te weinig, maar met een beperkt palet kan je nog heel goed uit de voeten.

Duif koert zijn hart uit, ik hoor geen antwoord. De nacht trekt langzaam weg. Het is wat grijzig. Meestal klaart het op tegen de middag. Donderdag en vrijdag beloven buitenschrijfdagen te worden in het vroege ochtenduur. Daar kijk ik naar uit, dat heerlijke ontwaken van de natuur. Als je er middenin zit is de beleving heel anders dan achter het raam.

Hoe ik het ook probeer, er komt nog niets van lezen. Voornamelijk ook omdat we in de avond het liefst aan het schemeren zijn, met een kaarsje en een wijntje en luisteren naar de welluidende muziek van Paul Simon, de Eagles, of een gave mix door Spotify in elkaar geknutseld met mijn voorkeur. We hebben zoveel te delen met elkaar, heel veel gespreksstof maar ook de stilte en het luisteren. Daarnaast zoeken we de parallellen in het leven los van elkaar op en stuiten op de nodige overeenkomsten. Vooral ook in het minder makkelijke segment. ‘Ieder huisje draagt zijn kruisje’ is absoluut op beiden van toepassing. Het is wonderlijk dat alles zo gelopen is. Nog steeds blijft het een droom, die uit is gekomen, dit heerlijke samenzijn. In een volgend leven weten we dat we onvoorwaardelijk voor elkaar zullen kiezen, beloven we elkaar. Waarschijnlijk onbewust, maar net zo overtuigend. Met die belofte krijgt de droom gestalte.

Uncategorized

Mijmeren.

Het is zes uur, buiten wordt het langzaam licht. Ik zit op een van de lievelingsplekjes in het huis voor het keukenraam. Uitzicht op de oude druif en de fluweelbomen. Buiten is het te koud, maar in de loop van de week belooft het zonnig en warmer te worden. Het geeft niets. Met welk weer ook, het is hier altijd genieten.De merel vliegt aan. En ik hoop op een ochtendzang. ‘Blackbird singing in the death of night’.In de verte over de tuinen van de buren heen kleurt de lucht voorzichtig zalmroze.

Eergisteren hebben we op de kleine ipad de documentaire liefsteling gekeken. Een indrukwekkend verslag over de liefde tussen twee oude vrouwen, waarbij de een langzaam maar zeker de gaten in haar geheugen ziet vallen. We zijn er allemaal getuige van hoe de mist haar brein beneveld en hoe de ander stikt in een mengeling van liefde en wanhoop. Ze is vastberaden om haar geliefde niet naar een tehuis te brengen, maar het vergt een krachtsinspanning om alle blinde vlekken op te vangen. Het is de kracht van de liefde waarop ze samen drijven. Het leven op een tedere manier in kaart gebracht.

Liefde, wat weten wij van de liefde. Het wonderlijke is dat ik het idee heb, nu pas te begrijpen wat het inhoudt. In alles overstijgt het. Het gaat ver buiten de grenzen van regels en normen, van het betamelijke, de gewoonte. In elke vezel van de ander de schoonheid zien, je verbonden weten tot in het diepst van de ziel. In de donkere nacht met de silhouetten vaag in de kamer, luister ik naar de ademhaling, zo vertrouwd, zo rustgevend en weet me veilig en geborgen in die grote armen, diep weggedoken. Ik wil blijven liggen en tegelijkertijd dringt de gedachte zich op om te gaan schrijven, de woorden willen vorm geven aan dat wat het hart beroert.

Bij de eerste koffie daar, voor het raam, werkt de natuur mee. De buizerd cirkelt boven het huis en scharrelt zijn kostje bij elkaar. Gisteren zijn we samen naar de Datsja achter op het land gaan kijken, waar de grote schuur achter zit en zagen de nieuwe mogelijkheden. Een betere tafel voor deze waar ik nu aan schrijf. Prachtige kleden over attributen die het waard zijn om voorzichtig gewassen te worden en nieuw leven in te blazen. De mogelijkheden om deze mooie ruimte om te bouwen tot atelier. Het wachten is op het aflakken van de vloer.

Buiten in het weelderige lentegroen tooit het land zich in bloeiende wikke, orchis, paardenbloemen, madelieven, grote maagdenpalm, muurbloem, grote struiken rozemarijn en salie, de tijm doet haar best er bij te blijven horen. De kruiden staan in een klein perk om de waterdragende vrouw heen. Ze is al oud en een tikkeltje verweerd, al roemt haar houding de jeugdige schoonheid. De lange grassen om haar heen lichten bijna op en zorgen voor een ideale omlijsting.

Binnen worstelde ik met de meegebrachte schildersezel. Ik was vergeten hoe hij uit te vouwen is. Het heeft dezelfde moeilijkheidsgraad als een muziekstandaard, die men steevast verkeerd om probeert te vouwen. Ik kom een eind. De drie poten staan, maar daar stopt voor mij ten enenmale de logica. Voor de barst in de grote spiegel van de keuken speuren we internet af naar de Japanse Kintsugi-techniek, de ideale oplossing met goudverf en lijm.

Als we ‘s avonds in de rieten stoelen voor het raam in de eerste kamer zitten en de ondergaande zon langzaam maar zeker zien verdwijnen, staat de muziek op mijn spotify en zorgt ervoor dat onze kist met het verleden opengaat. We zitten en praten oeverloos door, tot de slaap overmant en achter mijn oogleden kruipt. Lief blijft nog even mijmeren.

Uncategorized

Missie op de rol

Half zeven en ik zit op de houten bank achter de grote tafel op het terras. De zon is net boven de kim verschenen en zet alle bomen in een gefilterde zonnegloed. De ochtendstond heeft goud in de mond. Van hieruit kan ik het fluitenkruid omhoog kijken zo hard groeit het op dit moment. De eerste bus rijdt al door de dorpsstraat. Buiten het ruisen van de langsrijdende auto’s, ze zijn er vroeg bij op deze paaszaterdag, is er de rust van het platteland. Blaffende honden in de verte, gekoer van elkaar bevragende duiven en de kippies van de buren hebben vast hun eerste paaseitjes al gelegd. In de grote dennenboom aan de zijkant zitten de tortels nog wat na te soezen op een tak. Het vrouwtje bekijkt de doezelende houding van haar eega. Gisteren waren ze in grote onrust achter elkaar aan aan het vliegen. Misschien hebben ze eindelijk de juiste plek voor een nest gevonden. Ik hoor de buurvrouw hoesten. Ze geeft de kippen eten en die begroeten haar met een zacht tevreden kirren.

Het huis. Eenmaal de deur door was ik compleet van mijn sokken. Wat een prachtig oud maar fit huis was dit. De statige entree met glas-in-loodramen boven de oude deur, de spiegelende granieten vloer, de grote geraniums op een oud tafeltje, direct om de hoek van de deur, statige kasten en sitetables, de flinke yuca’s in hun grote stenen potten aan het eind van de gang. Alles ademde zorg en liefde voor de historie van dit oude huis.

Een Habsburgse herenboer, vertelde Lief, was vroeger de eigenaar geweest en toen ze het aantroffen en besloten tot koop over te gaan, was het echt in verval. Maar het huis had potentie met de nodige vernieuwingen en aanpassingen, terwijl toch zoveel mogelijk de details bewaard zouden blijven. Op dit ogenblik zijn een aantal plekken authentiek, maar de belangrijkste vernieuwingen gedaan. Het sanitair is vernieuwd, badkamer zowel als toilet, de ramen en vooral de kozijnen waren vervangen zonder de bijzonderheid van de uitstraling van het huis aan te tasten, de keuken was nog in oude staat.

Dat werd het eerste project. De koelkast uitpoetsen, die overhaast was achtergelaten, de enorme tafel hoorde niet hier in de betrekkelijk kleine ruimte maar op het grote terras bij de lange bank die er was. Het was een kwestie van ingevingen volgen en vooral die van het hart. Waar stond wat op z’n best. binnen een twee uur werk hadden we het terras en de keuken naar eigen hand gezet en een knus hoekje gemaakt met uitzicht op de pergola met de oude wijnranken. Nu nog in knop en straks een weelderige parasol voor een intiem zitje.

Tevreden bekeken we het eindresultaat. Er was weer heerlijk veel ruimte in het midden en bij het raam was die eerder beschreven ontbijtplek met een tafel uit de voorkamer, waar er twee op een rij hadden gestaan naast een oude Zwarte Habsburger vleugel op twee poten met een stut van blank hout aan de voorzijde. Daar viel ook vast een mouw aan te passen.

De statig hoge plafonds met hun originele rozetten gaven de kamers een grandeur die niet zou misstaan in menig herenhuis. Ze zijn nog wat leeg, de meubels zijn in haast, na aanpak van de ramen, door de noeste arbeiders ergens neer gezet. Het zal schikken en herschikken worden, maar dat alles met liefde zoals het leven hier deze dagen betaamt. Vandaag nemen we ook een kijkje op de zolder. Voor mij een ruimte vol geheimen, die ontrafelt mogen worden. Lief is er al lang niet geweest en is vergeten wat er staat. Er schijnt een zolderkamer te zijn, maar het achterdeel van de zolder is nog in originele staat en in de geest van de Habsburgers. Wie weet wat er te ontdekken valt. Missie op de rol.

Uncategorized

Een gelukkig mens

Na een kalm ochtendje en een voorstelling in het vooruitzicht, toog ik met de kleine blauwe naar Zeist. Met een respectabel aantal kinderen in de planning en niet wetende hoe de entourage zou zijn, was ik er een uur vroeger dan de voostelling aan zou vangen vertraging kenmerkte de dag, want de acteurs waren nog druk bezig met het opbouwen van het decor. Er moesten vernuftige snufjes in, die vooral om precisie vroegen. Oei het pand had maar liefst drie ingangen waarlangs de scholen konden binnenkomen. Met deze hoeveelheid een onoverzichtelijk geheel. Het optreden was in de grote zaal, die straks helemaal vol zou zitten. Ik was in mijn eentje met een joviale barman, die zei zijn kant wel in de gaten te houden.

Een van de dingen die me altijd blijft verbazen, is het feit dat de leerkracht vaak het allerlaatst binnenkomt. Ik weet hoe dat komt. Op school valt er vlak voor het weggaan veel te organiseren. Maar schakel dan toch een verantwoordelijk ouder in, die daar de leiding in kan nemen. Op een vreemde plek, zonder de vertrouwde autoriteit met heel veel kinderen van andere scholen, gaat het al gauw mis. Het waaierde in alle reten en kieren van de foyer uit..ze plukten aan de kartonnen bekers voor de popcorn, stoven de trappen op naar de eerste zaal en niemand van school die hen corrigeerde.

Een school was te laat. Dat betekende lang wachten en dus lieten we de groepen die er waren alvast naar binnengaan. Een zaal vol rumoer was het resultaat. Het werd hard werken voor de acteurs om de aandacht gevangen te houden. Het was een spektakelstuk met grapjes, slapstick, schiete, zang en dans, en de kinderen leefden uitbundig mee. Vandaag krijg ik gelukkig hulp van de regieassistente en zullen we samen toch eerst de regels vastleggen, zodat iedereen weer even weet hoe iets boeiender kan blijven.

De tweede voorstelling is inmiddels geweest. Gewapend met taart voor de acteurs van de organisatie, een extra hart onder de riem, en met veel betere afspraken over het leiden van de organisatie als de scholen binnen kwamen konden we met vijf man en vrouw de boel beter stroomlijnen. Meer kinderen en toch minder herrie en heen en weer geloop. Nog een voorstelling te gaan.

Gisteren is het hotel op de heenreis geboekt. Dat wilde ik doen, maar zoonlief zei me te wachten omdat hij korting kon krijgen. Hij regelde de overnachting en gaf hem gelijk aan ons cadeau.Hoe lief is dat. Dat slaapt extra lekker natuurlijk. Lief blij, want nu wist hij zeker dat ik niet door zou rijden, zoals ik vroeger altijd placht te doen.

In de rustige foyer is er een uurtje gelegenheid om verder te schrijven. Op die manier kan ik en het laatste kinderboek verwerken en de blog afschrijven. Buiten schijnt het zonnetje uitbundig, maar hierbinnen is het bijna fris. Wat ben ik blij met mijn colletje, die ik vanmorgen uitgekozen had. Als ik ook nog een kopje thee los kan peuteren, zit hier een gelukkig mens.

Uncategorized

Vrank en vrij

De kauwtjes zijn drastisch bezig om een paradijsje van hun dakgoot-onderkomen te maken. De grote takken, twee keer de maat van henzelf, zijn met veel lawaai geschikt en herschikt en nu komen ze met snavels vol gras en aarde aangevlogen. De geluiden die ze maken zijn op vermoeden in te schalen. Het lijkt alsof de kiem is gelegd voor een ei, maar zeker weten doen we het niet. We wachten het maar af. Zodra ze kamikaze- neigingen krijgen als we de deur uitgaan, weten we het zeker. Dan valt er jong leven te beschermen.

De verjaardag gisteren was een groot succes voor kleindochterlief die nog nooit veel mensen op haar feestje had gehad tot dan toe. De taart met het vuurwerk en de drie kaarsjes konden we meemaken, omdat dochterlief belde om te vragen of we er al snel zouden zijn. Halsoverkop in de benen omdat we een half uur later hadden bedacht, maar op tijd voor het ‘Moment Suprème’.

Het was al vol huis, maar ik wilde eigenlijk komen op een tussenuur, omdat de andere helft van de familie nog vast zat aan de middagslaapjes. Het maakte niet uit. We konden nu, schoonpa en ik, namens allen, schoonfamilie incluis, het cadeau overhandigen. Een vernuftig magnetenspel waar mee te bouwen viel. Het vond direct gretig aftrek.

Het was een komen en gaan van mensen en alweer zolang geleden dat we met elkaar zo’n feestje hadden gehad. Gewoon op bezoek kunnen komen, soms omhelzen, soms op afstand, maar wel om één tafel. Heerlijk. De kinderen speelden boven of tussen de gasten in, af en toe moest er een klein brandje geblust worden als de kleinsten in gedrang kwamen bij de overheersende wil van de grotere kinderen, maar tranen zijn snel te sussen en afleiding was steeds zo gevonden.

Om half zes gingen we weer. Een patatje voor de zaterdagdis en de boodschappen en Wintertijd met Harry Winter en Hedy D’ancona, met daarna een aflevering van A long call, waarvan ik dacht dat het een volledige detective was, maar dat de zoveelste aflevering van een serie bleek te zijn. Die Hedy. Ze bracht een terugblik op onze jeugd mee, een vleug zeventiger jaren, het roerige politieke toneel, haar wonderlijke liefdesleven met de meest uiteenlopende mannen, die allen door elkaar heen liepen. Haar laatste samenzijn met de kunstenaar Aat Velthoen. De omlijsting bestond uit drie van mijn grote helden. Adele Bloemendaal, Robert Long en Aretha Franklin. Het kwam allemaal voorbij. Ze had nooit mijn persoonlijke voorkeur, maar haar reflectie op die periode was boeiend en aangenaam.

Vandaag de tweede verjaardag en vanmorgen met koffie op bed al een deel van de reis uitstippelen. Vragen als hoeveel stops, hotelkamers, vignetten kwamen voorbij. Het verschil in de beleving. Voor Lief een huis, dat hij had moeten achterlaten na een moeizame periode en ik die niet kon wachten om alles te aanschouwen en boordevol plannetjes. Gelukkig was er een grote verbouwing geweest in de periode dat hij hier was. Dat op zich luidde al een nieuwe fase in. Straks zal het huis en de omgeving zich voegen naar onze nieuwe situatie. Nu, in abstractie, is het nog andersom.

Het komt goed. Daar zijn we beiden gelukkig wel van overtuigd. Hoeveel veranderingen hebben we al niet meegemaakt in ons leven. Flexibiliteit, uw naam is mens. Tenminste, als je onze verschillende levens naast de meetlat legt, mag je dat wel stellen. Niets is avontuurlijker dan dat. Met de stroom mee wiegen en vooral genieten. De beren op de weg zijn inmiddels geslecht. De weg ligt open, vrank en vrij.