Uncategorized

Zoals waar geluk betaamt

Gisteren kwam er niets meer van schrijven. Reizen door Slovenie en Oostenrijk is een aangenaam genoegen. Het ging voorspoedig. Nagenoeg geen files onderweg en voor een maandag opvallend rustig. De wegen in Hongarije zijn van een erbarmelijke kwaliteit, tenmnste in de dorpen.

Er is een goede weg en die loopt naar Boedapest, maar de rest hangt erbij als een lappen deken, moesten we droog constateren. Overal waren gaten, al dan niet opgevuld met wat nieuw asfalt. Sommige delen waren verzakt en meestal liep de weg af richting berm. Het gunstige van het geheel was, dat een goed geoutilleerde route regelrecht de hemel werd ingeprezen. Als pleister op de wonde waren de grote bloeiende koolzaadvelden onder een strakblauwe hemel.

Onderweg waren snelle stops bij een Raststätte voldoende. Zo konden we vlot door. Het hotel in Regensburg was zo klein en lieflijk als we ons gewenst hadden. Alleen het restaurant was er niet meer. Wel kregen we drie adressen door met een routebeschrijving van een paar goede restaurants zo verzekerde de vrouw achter de balie. Maar inmiddels was de grote trek verdwenen, dus werden het broodjes met kaas en een biologisch wijntje in de rust van de hotelkamer in de makkelijke huisbroek en met sloffen aan de sokkenvoeten. Relaxt en heerlijk na zeven uur rijden en uiteindelijk de beste therapie om uitgerust in te dommelen.

De volgende ochtend begon met een juweel van een uitstalling voor het ontbijt. Je kon het zo gek niet bedenken of het lag er. Van zalm tot aan sachertorte. Een goed begin is het halve werk. Lief smulde er ruimhartig van. Het regende buiten. Uit het raam had ik uitzicht op de forsythia’s en een enorme bloeiende pruimenboom ‘Heerlijk ontbijt en Moe staat voor het raam’, appte ik naar de zussen en broer. Bij ons in de Amandelstraat stond een forsythiastruik, waar mijn moeder gek op was. Fijn dat er van die kleine momenten zijn, waardoor ze nog dichterbij is dan anders.

We namen afscheid van dit fijne onderkomen met de belofte terug te zullen komen. Gisteren hadden we een blik kunnen werpen op de universiteitswijk in de stad met de oude en nieuwe universiteitsgebouwen, de campus en een lommerrijk oud en groot park, aan de monumentale toegangspoort te zien. Heel veel jonge stralende mensen, fit met rugzak en op de fiets, of stappend, pratend, lachend met elkaar. Het plaatje van hoe een stad tot leven komt. Het deed me denken aan al die universiteitssteden overal ter wereld, die ik gezien had en die allen hetzelfde beeld vertoonden. Een wijk van de hoop en een toekomst.

Na het uitchecken vervolgden we de reis. Een druipende autobahn met een deken aan mistige nevel viel ons ten deel. Van Regensburg tot aan Keulen was het hetzelfde eentonige lange lied en niet zelden in overtreffende trap. Een oog bleef gericht op de voorgangers en de achteropkomers en het andere argusoog zat vastgekleefd aan de witte strepen, omdat er verder nauwelijks zicht was.

Ingespannen rijden vreet energie, dus de pepermunten van zoonlief kwamen goed van pas. Een ladinkje suiker voor de broodnodige energie hield me alert en toen na Keulen de zon weer begon te schijnen konden we het aftikken als een moedig gedragen heldendaad.

Het autorijden is me alles meegevallen en het opent heel veel perspectieven. Niets is leuker dan plannetjes te maken samen met Lief. De toekomst lacht nog altijd. Wij en ons samenzijn groeien ervan. Zoals waar geluk betaamt.

Een gedachte over “Zoals waar geluk betaamt

Reacties zijn gesloten.