Wilden we vroeg naar de tuin sliep ik eindelijk als een blok en liet lief me lekker slapen. Een wijs besluit. Dus werd het hele programma omgegooid, wat resulteerde in een heerlijk rustig ochtendje en een welbestede middag. Bij de ANWB-winkel haalden we de vignetten voor Oostenrijk op. Die voor Slovenië zijn bij de grens te halen en die voor Hongarije online. Bij iedere rit worden we weer wat wijzer.
Er was nog een staartje opruiming en lief was er aan toe zijn oude versleten t-shirts in te ruilen voor een zestal schitterende nieuwe, alles voor een habbekrats, maar wel met duurzaam, mensvriendelijk en eco op de etiketten. Dat draagt toch prettiger.

Met de buit reden we door naar de tuin. Eigenlijk ook een hele goede tijd, zo aan het eind van de middag. Er waaide een aangenaam windje en er was rust en stilte. Halverwege het maaien bleken de accu’s toch leeg te zijn. De rest was voor de volgende dag. Lief krabde het straatje schoon en voor mij viel er veel aan gras en brandnetel te halen uit de perken. Tot mijn grote vreugde waren er knoppen in de anemonen, de wilde lupinen droegen grote zaden, maar hun bloemen heb ik nog niet mogen aanschouwen. Ook de dille, de koriander, het komkommerkruid, de daglelies, de verbena, het zeepkruid en de witte lupine hadden er zin in. Ze lieten zich van de mooiste kanten bewonderen. Het was er goed toeven temidden van al het fraais. We waren al een tijdje niet geweest en het viel reuze mee met het achterstallige onderhoud, evenals de droogte. Het merelvrouwtje liet zich een paar maal zien en deed zich vooral te goed aan de welig tierende bramen. Bij de buurman hingen de koolmezen verlekkerd aan de pindasnoeren.
Dankzij de kalme voortgang van moeder natuur konden we uitgerust naar huis, het hoofd vol schoonheid en hernieuwde energie. De grote hybride stond ons op te wachten. Elk nieuw snufje wat ik gaandeweg ontdek, brengt een grote glimlach. Wat een uitkomst al die nouveautés.
In de avond kwamen wat droevige berichten door. Een goede vriend van zoonlief die plotseling was overleden, een vader van een van mijn vroegere leerlingen, ook veel te jong, twee gevalletjes corona in de familie. Vooral de vriend kwam binnen en de gedachte aan hem liet me niet meer los. In de grote trouwe vriendenkring zal hij zeer gemist worden.
In de volkskrant schrijft Frank Heinen in zijn column: ‘Op een haar na vakantie. Effe weg van je oude woorden en gedachten, in de hoop dat er in de stilte nieuwe voor in de plaats komen’. Het zet me aan het denken. Natuurlijk is er in deze tijd, dat we op de lauweren kunnen rusten en de tijd mogen indelen naar onze eigen wenselijkheid, iedere dag vakantie. De stilte voor nieuwe woorden groeien in de tuin, tijdens een wandeling, bij het zien van een goede film, tijdens een boom die we met elkaar opzetten. Nieuwe woorden groeien tegenwoordig iedere dag. Het komt voornamelijk door het aangename samenzijn die daartoe een stimulans is. ‘Jullie praten veel’, viel de buuf op in de tuin, links van mij. Het is waar. Er is gespreksstof te over, maar juist ook ruimte voor stilte. De ochtenden zijn een oase van rust met koffie, schrijven en een goed boek. Daarna zijn we klaar voor de rest van de dag. Een aanrader voor iedereen die daar gebruik van kan maken. Het is een moment van bezinning op wat komen gaat en dat wat achter ons ligt en wat het gebracht heeft. Een opmaat naar nieuwe woorden en gedachten.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.