Buiten wordt er ijverig geklotterd op ijzer. Dat geluid hebben we voor minstens twee weken niet gehoord. Iedereen op kerstreces. Je mist iets pas als je een geluid hoort ná afwezigheid. In die dagen hoor je stilte en het verbaast je niet omdat alles stilgevallen is. Een schrijfvriend haalt in een overpeinzing aan, dat hij liever verkiest te schrijven over wat er niet is. Hij laat zijn poëtische woorden vergezellen door de woorden van de Mier van Toon Tellegen tegen de Eekhoorn, wijze woorden. ‘Wat wij horen,’ zei de mier tegen de eekhoorn ‘is bijna niets. Er is zo veel meer dat wij niet horen…’ De eekhoorn zweeg. Hij had nooit nagedacht over wat hij niet hoorde.
Er kan puur verlangen zijn naar wat er niet is. De schapenwolkjes die plotseling, zo leek het, verschenen na de ongelooflijke somberte van de vroege morgen, waren voor mij een grote onbedwingbare lokroep naar de zee. De Sirenen deden hun uiterste best en zongen het lied van verlangen, binnen twee tellen besloot ik die wens te vervullen, eenvoudigweg omdat het binnen het bereik lag. Zussen geappt, wie gaat er mee, alle alarmbellen van de media over code geel negerend. Een straffe wind voor helderheid in het hoofd, het was me heel wat waard. Twee zussen konden niet, maar fotozus ging mee.

De kleine Blauwe begreep de noodzaak en bracht ons gezwind en bijna foutloos naar Kijkduin. Een afslag gemist, dus via het veel te drukke Scheveningen. Zonovergoten baadde het land in de onwinterse warmte. Het geluk was al de hele weg meegereden en hield ons een zonnig vooruitzicht voor, als de appel aan de stok om de ezel te bemoedigen.
De eerst gevonden parkeerplek bleek een invalidenplekje, de tweede was een gaatje, maar paste precies. Geen parkeergeld vertelde mijn parkeerapp en bevestigde een vrouw in een auto er tegenover. Wat gastvriendelijk, het siert de gemeente. Een mooie plek die ons rechtstreeks naar een klein duinpan leidde en omhoog. Kalmpjes aan, dan brak het lijntje niet. De batterij van het fototoestel bleek leeg. Zus gaf tips en schoot met kunstenaarsoog haar plaatjes bij elkaar. Boven het helmgras uit zagen we behalve het felle zonnelicht de halve bogen. De lucht was vol van vreemde vogels en had de meeuwen verdreven naar rustiger oorden. Om het duin heen dreef de wind de wangen rood en het haar, wijselijk opgestoken, weg uit het gezicht.
Het was er druk en toch weer niet. In de massa was er meer dan genoeg ruimte om vlak langs de vloedlijn te lopen en niets anders te zien dan zon en zee, de flikkering op het water, de weerspiegeling in de teruggetrokken natte vlakte, de aanstormende golven en het aangename razen en trekken van de grommende wind, waar de kitesurfers zich lieten meevoeren in het behendige samenspel tussen de elementen en hun jonge lijven en hun jeugdige overmoed. Een kraai stapte er doodgemoedereerd rond tussen alle bovenmaatse en minieme kleine schoothonden in. Maar tussen ons en de zee was er slechts de leegte, het vuilgele schuim, de stralend witte kragen en het oneindige blauw in alle tinten.

Wat een karma was er op deze dag. Alle schoonheid in balans te samen om het natuurlijke evenwicht in ons te herstellen, de oude jassen uitgedaan en als herboren de nieuwe aangetrokken. Wat een heldere ingeving met de juiste intentie om het nieuwe jaar in te gaan. ‘Een goed begin is het halve werk’, zegt het spreekwoord. Het heeft zo moeten zijn, dat we op het juiste moment in het juiste uur, precies één uur, daar waren, waar alle elementen samen balden om nieuwe energie door te geven. Opladen en heel lang genieten met een belofte om meer gebruik te maken van ons goede gesternte als dat wakker werd gefluisterd. En zo is dat. Een goed voornemen is al de helft van de vervulling van het verlangen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.