De gierzwaluwen vliegen niet al te hoog. De hoop was er op een vrijwel droge dag, maar ik geloof dat ze de twee lichte buitjes, die nog voorspeld zijn, bevestigen.Vandaag stap twee voor de regenton, de aansluiting. Er moet wat gereedschap mee en dan kunnen we los. Fijn als ie uiteindelijk helemaal echt staat.
Het was gisteren een soort van kabbelende dag met een bezoek aan Hoek, aan broer en schoonzus van lief, een fijne lunch en een goed gesprek over de toekomstige plannen. De regen kwam inmiddels met bakken uit de hemel zeilen. Jammer, want anders hadden we echt het strand nog aangedaan. We waren er zo dichtbij, per slot van rekening.
De boeken met inspiratieverhalen heb ik naar boven gehaald en ze liggen nu om mij heen of staan op de plank achter het bed, tegen het doek van de schrijvershand die de pen vasthoudt. Onder andere ‘ De kunst van het woord’ Vincents mooiste brieven, de meeste aan zijn broer Theo, altijd bedelend om geld of penselen en verf en met een uitgebreid verslag van zijn belevenissen, maar ook met de gedachten, die zijn gemoed bezig houden. ‘Verdriet is een ding met veren’ van Max Porter is een andere. Elke passage is raak, soms vervreemdend, kraai speelt zijn eigen rol, die van rouwverwerker en vliegt pas op als de vader met de twee zonen samen alleen verder kunnen gaan. Kraai in zijn rol als de spiegel van verdriet. Hij drijft er de spot mee en roept zijn rouwenden wakker. Een intense beleving is dit hele bescheiden boekje. Hoe dicht kan je onder de huid kruipen.

Het mooie boek van Toon Tellegen: ‘Tot de winter er op volgt’ vind ik er tussen. Een verwerken van de ouderdom op een wisselende wijze. Soms zet hij zich er tegen af zoals in het gedicht Het gelijk aan mijn zijde, waarin hij een engel verslaat en het gelijk niet van zijn zijde wijkt en dan weer leunt hij er weemoedig tegenaan en omarmt in zekere zin dat duistere moment: ‘ Ik ben moe, nacht/je friemelt al aan mijn knopen, ik voel het wel,/je maakt mijn veters al los…, nacht, geef me nog wat tijd.’ Of dan weer een moedig aangaan van wat onvermijdelijk is, zoals in het gedicht ‘Het verleden slaat op de vlucht’, waarin hij schrijft: ‘Ik zou niets meer wegen,/nooit meer die loodzware voeten, die rug die bezwijkt, die plotselinge steen in mij/ en nooit meer schrijven, doorkrassen, verfrommelen, verdoezelen.’
Helemaal onderaan ligt het kleine boek van Kees van Kooten over het sterfproces van zijn moeder Annie. Een aangrijpend en waar gegeven vond ik op bladzijde 55. Iets wat heel vaak meespeelt. ‘Annie wil niet verder leven, maar wij kunnen haar nog niet laten gaan. Zelfzuchtig rekken wij haar laatste ademhalen, dat steeds benauwder wordt, met kortere tussentijden. Schurend en raspend, niet om uit te houden, niet om aan te horen.’
Ook de genezing van de krekel van Toon Van Tellegen ligt er tussen de lievelingen. Een tweespraak tussen de krekel en de schildpad gaat daarin op deze manier: ‘Ik ben somber,’ zei de krekel ‘O,’ zei de schildpad. ‘Ja,’ zei de krekel ‘Onverwacht. Het is een gevoel in mijn hoofd. Een groot en onwrikbaar gevoel.’ In de rest van het verhaal proberen zijn vrienden op allerlei manieren de somberheid op te heffen. Aan het eind van het boek gebeurt het: Er was iets vreemds. Iets heel vreemds. Maar wat? Hij keek om zich heen. Hij zag de vloer, het plafond, de deur, de kast, de tafel, de stoelen en het raam. alles was zoals het altijd was. Zijn gordijnen wapperden zachtjes in de ochtendwind. Toen wist hij het. Het sombere gevoel in zijn hoofd was weg. Zijn hoofd was leeg. Gedachten kwamen schuchter te voorschijn uit kieren en gaten, en schoten onwennig door de lege ruimte heen. Het is weg! Dacht de krekel.
Een gegeven dat me altijd bezig heeft gehouden. Afscheid en de kwetsbaarheid van een mensenleven. Door berichten over mensen die ineens vertrokken zijn. Die zelf een keuze hebben gemaakt of die dat aan anderen overlieten. Die geen vinger in de pap kregen, maar op stel en sprong in opdracht het aardse verlieten. De willekeur daarin, het ongewisse en natuurlijk de gedachte aan wat ons te wachten staat. Heel het leven in haar volle glorie en de eindigheid ervan.
Soms ben ik krekel. Mooie zinnen.
LikeGeliked door 1 persoon
Echt he, die man kan schrijven. Zijn verzamelbundel was een van de kinder ‘bijbels’ in mijn groep. Heerlijk om een filosofieles aan aan te knopen. 😃
LikeLike