Heerlijk begin van de dag met koffie op bed. Wat een fijne bijkomstigheid, want onverwacht. Daarna een app, terwijl we verwachtingsvol op de voetstappen van de kleine Dribbel zaten te wachten. Even later een belletje. De opvang had gebeld er was toch plek voor hem. Ineens lag de dag als een onuitgevouwen landkaart voor ons. Zoonlief gebeld die niet gelijk op nam. Dan maar nieuwe plannen maken, museum of natuur. De natuur vanwege het allermooiste weer ooit in een maand maart. Mijn verlangen naar De Blauwe Kamer was inmiddels gegroeid tot precair. Ja, geef me de galloway runderen met hun imposante lijven en hun zachte aaibaarheid op afstand en de Konikspaarden. Daarbij de lepelaars, de aalscholvers, de eenden en ganzen, de majestueuze zwanen en de onverstoorbaar stappende ooievaars op het eiland in het midden, bekeken vanuit de vogelobservatiepost.
Over het land lag een film van verstilde vredigheid. De natuur genoot onder het verwarmende lentezonnetje, die vooralsnog niet van plan was te stoppen met het verspreiden ervan. De Nederrijn verbond als een kalm en glinsterend lint de ene met de andere oever. In de verte zagen we het pontje varen. Opheusden als een schaduwzijde aan de overkant.
De meidoorns stonden kriskras, genoeg plek om de gekrulde zwarte vachten te schuren straks, als er zich tegelijk een sluier van bloesem over de gedoornde takken uit zou spreiden. Lente gaat het huwelijk aan, verdiept zich, vangt vrucht en sterft af om daarna weer nieuwe kiem te tonen. Wat een heerlijk seizoen. Lief en ik verwarmden lijf en ziel aan al die schoonheid. ‘Kan het mooier zijn dan mooi. ik ben goddank nog steeds een nieuwe lente waard!’ Om met Maarten van Rozendaal te spreken, die deze lente helaas niet meer meemaakt.
Terug leid ik de kleine blauwe door het oude en vertrouwde Utrechtse landschap, de heuvels, een meanderende Nederrijn, de Kromme Rijn, de lieflijke dorpen langs de oude weg, via Amerongen, Leersum, dan afslaan naar Langbroek, door de bossen en de weilanden, richting Houten. De prachtige hoge populieren markeren als vanouds de einder. Thuiskomen voor Lief, die er niet genoeg van kan krijgen. Het blijft herinneringen oproepen.
‘S Avonds blijkt de eetlust bij beide mannen nauwelijks te stillen te zijn. ‘Buitenlucht maakt hongerig’ hoorde ik mijn moeder zeggen, die met het grootste gemak het hele eerste voetbalelftal van de club van mijn vader en broers op zondag van een heerlijke verse zelf getrokken soep voorzag voor de wedstrijd. Het is de bodemloze put die triggert, als je stopt met aanvullen houdt het vanzelf op.

Daarna verdiep ik me in het schrijven en een oude Dalgliesh, die een ingewikkelde moord of twee op moet zien te lossen, maar val halverwege in slaap tegen de geruwde vertrouwde mouw van het jasje van Lief, die naast me de allerlaatste nieuwsgaring nog wil horen. Ik hou vast aan het vreedzame paradijs van vanmiddag en wil even niet uit die droom terugkeren. Een wereld vol liefde en schoonheid in plaats van wat er aangericht wordt.
Het laatste hoofdstuk van de kinderen van Chronos is uit. Een boeiende ontknoping, die misschien nodeloos ingewikkelder is gemaakt, maar wel een heleboel vragen oproept en daar is een boek over filosofie toch altijd bij gebaat. Willem de Zwijger belooft in ieder geval ook een staaltje van wonderlijk geschiedverloop te worden, met ontboezemingen die er niet om zullen liegen. Hoe meer je van dergelijke biografieën leest, hoe vaker de lagen van de geschiedenis in elkaar schuiven en alles in een juiste context plaatsen. Erasmus komt tevens zijdelings terug bij het verhaal van Willem. Communicatie op hoog niveau in die periode, waarbij het doorgronden ervan een wereldlijk beeld oplevert. Leesvoer voor een week of drie betekent veertig bladzijden per dag. Het blijft boeien.
Een gedachte over “Het blijft boeien”
Reacties zijn gesloten.