Overpeinzingen

Arbeid adelt

De morgenstond heeft goud in de mond. We zitten voor het eerst nu al in een aangename temperatuur op het terras te genieten van de natuur die ontwaakt. De beuk staat in rode gloed, de zon koestert het groen en tovert kleine pareltjes op het bedauwde blad. De ochtenden beginnen op die manier weer vroeg, als vanouds. Om zeven uur zitten we aan ons eerste bakkie koffie.

We dachten al te merken dat de grote houtbijen zich niet om de tuin lieten leiden. Ze blijken zich aardig een weg door de stevige balken van de overkapping te vreten. Nu moeten we wel overgaan op drastische maatregelen en dat doet ons alle twee pijn, maar het kan niet anders. In hun drang om te nestelen werpen ze kleine hoopjes zaagsel naar buiten. Geen goed idee. Dat betekent dat vriendlief, die ons met de klussen om het huis helpt, met grover geschut, oftewel vloeibaar hout, aan de slag moet om de holtes vol te spuiten.

Zo in de vroege ochtend is het een waar vogelparadijs. Ze vliegen af en aan en geven hele recitals ten beste. Gisteren hoorden we de kneu, de nachtegaal, de zwartkop, de merel, de zanglijster, de staartmees en zagen we de withalsvliegenvanger in de top van de boom. De tortels kunnen er helemaal geen genoeg van krijgen/ Ze zijn elkaar voortdurend verleidelijk aan het uitdagen met het ellenlange koeren over en weer. Daar tussendoor roept de koekoek.

De rode acer, de boom van vriendinlief, staat al volop in het blad. In Nederland kijk ik rond deze tijd van het jaar vol verwachting uit naar de komst van de gierzwaluwen, maar hier zijn alleen de boerenzwaluwen te vinden. Gierzwaluwen en Acers zijn het symbool voor haar leven hier op aarde, dat ze nu ruim 12 jaar geleden noodgedwongen moest inwisselen. Loslaten, afscheid nemen, gedenken, het zijn de termen die bij deze tijd zo’n beetje horen. Iets waar we stil bij staan en waarmee we het leven des te meer omarmen. Dat gebeurt vandaag in ons kikkerlandje, daar zal de vrijheid uitvoerig gevierd worden. Hier vieren we ook de vrijheid van het leven, van de schoonheid, van al wat groeit en bloeit.

Gisteren was het nog een vrij gure dag en opnieuw kon ik heerlijk schilderen. Door de weemoed had ik maar een onderwerp in mijn hoofd. Lieve Pluis. Ook nu viel alles op z’n plek. Inspiratie, bevlogenheid, bewondering en gemis. Dat resulteerde in onze enige echte Pluis. Fier de kop op, alerte blik, de oren gespitst. Vanuit een wonderlijk perspectief dus moeilijker, maar toch gelukt, vond lief, die haar kwam bewonderen. De achtergrond en de deken kunnen vandaag nog wat bijgeschaafd worden maar dan is ze echt af.

Er was gisteren nog een onverkwikkelijk bezoekje. Op een gegeven moment hoorde ik gezoem, dat zo zwaar was dat het bijna de lucht verplaatste. Het bleek een uitzonderlijk grote hoornaar te zijn. Waarschijnlijk een koningin. Ze kwam zoemend mijn atelier binnen en we hebben haar met de strobezem naar buiten gewerkt. Ze zoemt zo hard, dat ik bij elke poging die ze ondernam om opnieuw binnen te komen snel de deur dicht kon trekken. Deze dame is minder welkom, ook al is ze heel erg nuttig. Maar ze zoekt met name op dit moment een plek om haar ronde huisje te bouwen. Ga ergens anders heen lieverd. Voor twee dames is het huis te klein.

De irissen bloeien uitbundig, evenals het kleine onooglijke ereprijs, dat door de uitbundige hoeveelheid met haar schoonheid kan pronken. Vandaag kan ik maaien, omdat het 23 graden beloofd te worden en alles dan lekker droog is. Aan de voorkant van de datsja laten we een stukje met paardebloemenpluis, boterbloemen en wilde orchis hun eigen plannetjes trekken, omdat het prachtig is om naar te kijken en omdat er voldoende ruimte is. Langzaamaan begint de wildernis weer natuurlijk vormen en structuur te krijgen. Arbeid adelt.