Net toen we op het punt stonden om de vlinders van Magyarlukafa op te zoeken, begon het te miezeren. De weer-app gaf aan dat er nog veel meer water zou vallen. We besloten toch te gaan. Vlinders zouden we niet spotten maar we zouden wel een onbekend stukje omgeving kunnen verkennen. Altijd spannend zo’n reis omdat je niet weet wat je allemaal tegenkomt.
De weg was aanvankelijk voor Hongaarse begrippen nog goed te doen, maar toen we een weg naar de heuvels insloegen, begon het betere werk om de vele kuilen, hobbels en bobbels te ontwijken. De route leidde ons dwars door een handvol authentieke poesta-dorpen heen. Ook hier verval naast goed onderhouden huizen, sommige kleurrijk, sommige, waaronder de oude boerderijen, stemmig bruin. De erven waren drekkig. Bij een afgelegen boerderij liepen kippen en eenden te scharrelen, de hond zat achter het hek vlakbij het woongedeelte. Het dak van de oude schuur had de tand des tijds ternauwernood doorstaan en kon wel wat nieuw hout en pannen gebruiken. De tijd had hier stil gestaan.

Tussendoor glooiende hellingen en vooral heel veel rijk bloeiende koolzaadvelden, heldergeel tegen de bewolkte lucht. Magyarlukafa bleek ook een einddorp te zijn, dat wil zeggen, dat aan het einde ervan de weg ineen keer overgaat in een wereld bestemd voor rugzakken en wandelaars, trekkers in spe. Met de regen, gestaag door dreinend, iets om een andere keer te gaan bekijken, er een stukje te wandelen en de nu niet aanwezige vlinders te aanschouwen.
Onderweg was er een plaatje van een ruïne op een rechte lap grond. Ze stond voor aan de weg en was door de blauwe regen langzaam maar zeker overgenomen. Die klom door de ramen, over de muren, vormden een dak, daar waar de bedekking verdwenen was. Prachtige blauwpaarse tinten tegen een oude bakstenen half vergane muur. Een plaatje. Het wonderlijke was, dat achter het gesloten hek het gras wel bleek te zijn gemaaid. Er waren mensen die waarschijnlijk toch de schoonheid van het vergankelijke gebouw, ingepakt door de natuur, konden waarderen. Alle poestadorpen hier zijn een soort lintdorpen, met grote lappen al dan niet onbebouwde grond, zonnegeel tegen aardebruin, doorspekt met de enorme bossen, die door de heuvels boven zichzelf uitstegen in lengte en hun kruinen hemelwaarts strekten. Op een van de weggetjes zat op een draad een grote buizerd en keek op ons neer. Toen ik terugreed om het moment toch vast te leggen op foto, vloog hij met een luide kreet op. Via een omweg bleken we helemaal rondom het gebied te zijn gereden en kwamen terug in Szigetvar. Altijd goed om gelijk een paar boodschappen mee te nemen, dan waren we de volgende dag daar van gevrijwaard.
Tijdens de avond was er sprake van een misverstand, die op de een of andere manier te breed werd uitgesponnen. Twee mensen met verschillende opvattingen over hoe je de dingen zeggen kan, hoe iets binnenkomt, hoe het opgevat wordt. Je kan er oeverloos lang over doorgaan en dat gebeurde. Eens in de zoveel tijd is er een fris waaiende wind nodig door een leven samen. Een, die te denken geeft, waardoor je achter een aantal eigenschappen van jezelf en die van de ander komt in de reactie op elkaar. Iets wat tot een vaste gewoonte is vervallen en die nodig bijgesteld dient te worden. Ruggen rechten, opnieuw de kaarten schudden en morgen opnieuw beginnen. Dat dus.
Mooi dat je over alles durft schrijven.
LikeGeliked door 1 persoon
Het hoort er zo bij. 😉😊Soms struikel je, gelukkig weten we dan wel vaak weer op te staan.
LikeGeliked door 1 persoon
Herkenbaar, je laatste paragraaf nadat je ons meenam op een mooie wandeling. Het blijft dan te vaak hangen, niet gemakkelijk om het recht te trekken en proberen te ‘vergeten’. Maar waar woorden zijn, zijn misverstanden.
LikeGeliked door 1 persoon
Zo fijn als het weer recht te breien valt😊
LikeGeliked door 1 persoon