Overpeinzingen

Straks aan honing geen gebrek

Op naar de grootste supermarkt in zijn soort, een winkel op het industrieterrein in Pecs, buiten de oude stadsmuren. Dus goed bereikbaar en altijd parkeergelegenheid. Het is zo’n samengesteld iets, buiten de supermarkt zijn er ook nog andere winkels in gevestigd. Een boekenwinkeltje, een dierenspeciaalzaak, een kapper en een bakker onder andere. We besluiten om rechtstreeks ons kostje bij elkaar te scharrelen. Het was nogal een waslijst, waarbij een tweede batterij voor de maaier van belang was.. Maar dezelfde was helaas uitverkocht. Er was nog wel een batterij met minder vermogen, ongeveer de helft. Ze zou wel sneller opladen. Met veel wikken en wegen, ook prijs/verbruik afwegend besloten we toch te wachten.

Een scrapboekje vonden we wel. Dat kon dienst doen als schetsboek voor onderweg. Het paste in mijn rugzak en dat was voorlopig het belangrijkste criterium. Het meest vreemde voorval in dit uitgestrekte voederparadijs was het bevragen van een van de vakkenvullers naar vegaproducten. Lief deed dat in zijn beste Hongaars. Ze haalde haar schouders op en schudde haar hoofd. Een alom te begrijpen antwoord. Tot onze grote verbazing was er in diezelfde rij als waar ze stond te werken in een van de grote koelafdelingen een hele vega-afdeling te vinden. Vleesvervangers, broodbeleg, vegan kaas en ook verderop mondde het schap uit in melk en zuivelvervangers. Wat een weelde, luilekkerland in kwadraat. Nu geen gedraal en even fors inslaan voor de komende week was onze eerste gedachte.

De kassa’s waren trouwens allen gesloten en alle caissières liepen op de Zelfscan-afdeling te helpen. Alle mensen konden niet anders dan overgaan tot Zelf-scan. De apparaten bleken over een gebruiksaanwijzing te beschikken. Anders dan in Nederland moest je wachten tot er een lichtje op groen sprong, dan kon je verder en ook controleerde het apparaat of het wel de tas inging. Anders liet het geval via een pictogram weten deze handeling te willen alvorens je verder kon gaan. De techniek staat voor niets. Iets wat ze In Nederland ook wel kunnen gebruiken, zo’n handige anti-dievencontrole. Niemand spreekt Engels. Als pure buitenlander maak je niet veel. Lief spreekt Hongaars en dat opent toch makkelijker deuren, behalve bij onze vakkenvulster. Al met al een boeiend uitstapje, ha ha, maar de buit was binnen. Wel tegen Europese algemene prijzen, dat dan weer wel.

Op de terugweg viel het oog op de aankondiging van de camping die een aantal jaren terug nog in het bezit was van een Hollandse vriend van lief. Met zijn Afrikaanse vrouw waren ze echter een paar jaar geleden vertrokken naar haar thuisland en wij wilden zien wie er dan nu de camping beheerde. We reden door het dorp heen en kwamen in een puur natuurgebied uit met twee spiegelende meren en de vissteigers tegenover de huizen die op de berghelling waren gebouwd. Het waren kleurrijke typisch Hongaarse huizen met veel grond er omheen. We konden een heel eind doorrijden en genoten van de stilte, die volgens de onvolprezen app een wielewaal en een merel lokaliseerde. Het spiegelende water en de prachtige lucht erboven bracht aangenaam genieten. Er zwommen heel veel donderkopjes of kwakbollen rond. Dat beloofde een waar kikkerconcert voor de zomer. Een plek om naar af te reizen, compleet met schetsboek en aquarelsetje. De weg was nog net begaanbaar. Hier en daar moesten we wijken voor te grote diepe bressen die in het asfalt waren geslagen.

We konden niet helemaal rondom. De camping bleek te zijn verdwenen. Waarom het bord langs de weg er nog was, was ons een raadsel. Op de terugweg stopten we bij de uitgestrekte koolzaadvelden om foto’s te maken van dit fenomeen, dat nergens zo ruim was opgezet als hier. Daar waar de zon scheen lichtte het okergele veld op in citroengeel en schitterde ons verblindend tegemoet. Natuurlijk moest er een gezichtsbedrogje worden gemaakt. Aan de rand, een stap inwaarts en dan leek het net of je temidden van de zachtzoete geurende bloemen stond, waar zoemend een enorme hoeveelheid bijen hun nectar kwamen halen. Iets waar we in Nederland alleen nog maar jaloers op konden zijn. Het was er in ieder geval in overvloed. Straks aan honing geen gebrek.