De Europagangers zijn in Venetië aangekomen. In dat kader besloten we de tricolore Pasta van de dag ervoor met een Italiaans achtergrondmuziekje te nuttigen. Heerlijk hoe snel de sfeer je in een andere leefomgeving brengt. Dochterlief stuurde foto’s door van de gondels in de grachten en de omlijstende huizen in aardetinten. Die aardetinten hebben we hier ook, bedacht ik me. Toch een stukje van hetzelfde, al moet je hier naar water zoeken, behalve als het zo stortregent als gisteren. Dan tonen de velden naast de weg een waar moerasgebied. Vandaag schijnt eindelijk de zon. Er is een mooie foto bij van kleindochter met Venetiaans masker en een verentooi op haar hoofdje. Aandoenlijk beeld in een aantrekkelijk zonnig tenue. Hier tikt straks de middag de vijftien graden aan.
Bij de Tesco, de plaatselijke supermarkt, van alle markten thuis, zijn de grasmaaiers aanmerkelijk veel duurder geworden, valt ons op. De prijzen zijn hier in rap tempo aangepast aan onze normen. Hoe moet dat met die vele arme gezinnen, die je veelvuldig tegenkomt. Toen we uit de auto stapten kwam een vrouwtje, kromgetrokken en strompelend, vragen om wat forinten. Lief streek over zijn hart en gaf een briefje van 500, slechts anderhalve euro waard. Ze bedankte vriendelijk en vatte post bij de ingang van de zaak tot ze, net als bij de super aan de overkant, weer weggestuurd zou worden. Het is een barbaarse manier van leven en hier vaak noodgedwongen.

De dure grasmaaiers, waar de accu’s nog niet eens bij zitten, laten we links liggen en vinden aan de andere kant in de schappen wel de glazen kaasbak en een pollepel. De laatste was in november niet te krijgen en nu was er ook nog maar één. Meer boodschappen waren er niet nodig.
In de ochtend had Lief in de aangedane fluweelboom staan zagen. Behoedzaam, eerst de top eruit, heg verderop er mee opbouwen en in de herhaling, net zolang tot er nog drie stammetjes schuin lagen. De blauwe regen had zich op verscheidene plaatsen ermee verstrengeld. Hoe mooi zou dat zijn, een waterval aan bloeiende blauwe regen over de stammetjes heen. We laten ze dus even met rust. Goed bekijken hoe er iets moois kan uitbloeien en er een groeibodem voor elfenbankjes zal ontstaan.
Terwijl Lief net voor de bui uit hard aan het werk is, ontstof ik de drie kamers voor die door de aanleg van het laminaat onder een dikke laag zijn gekomen. De gordijnen moeten er eigenlijk ook af, maar het plafond is zo hoog dat we er de lange verstelbare ladder bij nodig zouden hebben. Linke soep en dus nog even wachten tot de Europareizigers, jong en lenig, zijn gearriveerd. Dat duurt nog even. Het idee en de loshangende gordijnen hier en daar, maar laten rusten. Alles op z’n tijd.
De merel fluit haar ochtendconcert en zit in de grote es achter de stallen. Aan de zijkant, zicht op het terras, heeft ze haar nest gebouwd en de boerenzwaluwen die boven het huis cirkelen hebben ook ergens een plek gevonden om hun nesten te maken. Nu, met de zon erbij, wordt het al snel warmer en kunnen we eindelijk aan het werk. Straks stort ik me op de brandnetels en het kleefkruid, figuurlijk dan, plek maken voor de meegebrachte dahliaknollen en de zaadjes. Oost-Indische kers was hier te verkrijgen. Zolang ik van ‘de vrouw met de kruik’ geen ‘Dame aux Camelia’s’ kan maken, wordt het een ‘Dame aux Cerise des Indes Orientales’, dat klinkt ook reuze aanlokkelijk.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.