De krant brengt reuzenpuzzels, daar kunnen we voorlopig mee vooruit. Appjes met foto’s van de kinderen die stuk voor stuk achter het paasontbijt zitten, zoals het traditiegetrouw betaamd. De een met het hele gezin op bed, de ander in de caravan met uitzicht op Toscane. ‘Vrolijk Pasen’ staat eronder. Lief en ik openden de ogen en zeiden ‘Zalig Pasen’ tegen elkaar. Het Roomse bloed kruipt waar het niet gaan kan.

Vandaag is het opnieuw tuindag voor ons. Afgelopen vrijdag hebben we met z’n tweeën door gebikkeld om de berg wilgentakken weg te werken. Bij het staken maken, dan knip je alle zijtakken weg, zonk de moed me bij het zien van al die kleine takken in de schoenen. Met name vooral omdat ik er geen goede bergplaats voor wist. Lief moedigde aan om toch maar door te gaan. Met het verzamelen van een stapeltje klein grut wist ik het. Ik zou er bunders van maken en die dan bij het hek op de hoek achter de kers en de pruim netjes stapelen. Takken bij elkaar grabbelen, een twijg om om de stapel heen te binden, knoop erin en klaar. Stapelen maar. Na gedane arbeid de stoeltjes er weer voor en het een jaar de tijd geven om te vergaan, wat met dunne twijgen en takken wel lukt. Ziezo, dat was beter dan een berg hout in een hoek. Nu ging het ineens veel sneller. Ruimen en meditatie ineen. Als je maar geduld hebt. Ideeën komen dan vanzelf aanvliegen.
Nu de staken nog. Die werden vernuftigd gevlochten tot een mooi hekwerk tussen buuf en mij. Vlechten is mijn specialiteit en bij gebrek aan een stok voor middenin vrees ik nu wel dat er een nieuwe wilgenboom is geplant. Maar ik weet wat in het vervolg te doen met het overtollige snoeiwerk.Voor de afwerking hadden we de allerdikste staken voor het laatst bewaard, die waren perfect omdat ze over de hele lengte konden.
Lief was ook doorgegaan met staken te maken. Eendrachtig werkten we samen en zo werden, langzaam maar zeker, de keitjes van het terras weer zichtbaar tot al het hout weg was. Het restant was voor zoonlief die in de tuin van zijn zus een stuk grond had omgespit, waar dadelijk een nieuw lapje moestuin zou komen. Af en toe kwam hij even langs om te kijken of wij al opschoten en te vertellen wat hij aan het doen was. Wat ik niet van hem wist, was de kennis om moeiteloos vogelgeluiden te determineren. Er was buiten de merel en de koolmees, een roodborstje, puttertjes en de winterkoning luid te horen.
Vandaag kunnen we eindelijk aan de tuin zelf beginnen. Overtollige begroeiing wieden, grassen trekken, ruimte scheppen voor al wat opkomt. Daarna pas de knollen van de Dahlia’s erin. Eigenlijk te vroeg, maar als we straks terugkomen uit Verweggistan is het weer te laat. Keuzes, keuzes, keuzes. Ik denk de vorst gewoon weg.
Gisteren naar de nieuwste kleinzoon waar zijn moeder in petit comité haar verjaardag vierde met een enorme taart. Twee uurtjes keuvelen, haar zwangere zus bewonderen en daarna de vier schatjes in alle rust laten bijkomen van de drukte. In de ochtend hadden ze de eerste wandeling gemaakt en gebruncht in de veldkeuken. De klein pork had het zich allemaal laten welgevallen en was lekker weggedoezeld in zijn wagentje. Frisse buitenlucht en veel liefde. Daar groeit een mens goed op.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.