Overpeinzingen

Dat wordt aftellen

Zoonlief zit tot donderdag met het hele gezin in een huisje in een park tegenover het Henschotermeer. We dachten ons een uitgebreide wandeling toe met de kleine krullebol en de Benjamin, maar het was niet zo dat je er direct het bos in kon lopen.

Op de heenweg verdwaalden we en kwamen aan de achterkant van het complex uit terwijl zoonlief aan de voorkant zat te bellen met ons op een muurtje. Via WegwijsTruusje vonden we de enige aanvliegroute al snel en zagen hem bellen, maar hij herkende in eerste instantie natuurlijk de nieuwe witte niet. We reden gedrieën stapvoets naar het huisje. Even bijkletsen bij een late middagborrel. De kinderen vermaakten zich vooral door tussen de plantjes door te lopen en met kiezelsteentjes in de autootjes te doen. De leeftijd is er naar om precies datgene te willen, wat de ander doet. Dat levert natuurlijk een in de kiem gesmoorde strijd op, maar als Benjamin valt, snelt grote broer toe om hem overeind te helpen. Kusje erop, klaar.

De huisjes liggen economisch dicht bij elkaar, weliswaar met een tegeltuin erachter, maar bij het buiten zitten zou je met gemak de conversatie van de buurman kunnen volgen. Het werd een heerlijke middag met de zon op ons toet en we konden eindelijk weer eens bijpraten, omdat de kinderen zich af en aan wel vermaakten.

Knuffie voor mijn dappere schoondochter, die ondanks de verbouwing aan het huis na de ramactie van de overbuurman en een suikerlevel dat angstig in de gaten moet worden gehouden, zo vlijtig huishoudt met haar dikke buikkie. Nog drie maanden bikkelen tot kleindochter geboren gaat worden. Het huis in de Keistad wordt prachtig, mooier dan het was zelfs. Een geluk bij een ongeluk, letterlijk.

In de avond werden we getrakteerd op iets wat ons heel spannend had geleken. ‘De jurk en het scheepswrak‘, een klinkende titel voor een spannend verhaal, een boek zelfs. Maar het bleek helaas een droge docu te zijn over het feit of een dergelijke vondst door amateurduikers wettelijk aan de staat behoord. Dat is geen overwegend argument voor de Texelaars. ‘Wij zijn de Overkanters en alles wat rond Texel gevonden wordt, behoort aan de Texelaars’. Juist daar zijn dus de meningen verdeeld over. De zijden jurk in opmerkelijk goede staat is te zien in het Museum Kaap Skil met de andere vondsten uit het palmhoutwrak dat vier eeuwen geleden is vergaan. Lief vond het leuk om Texelse beelden te zien omdat hij nog al eens op het eiland was geweest omdat er familie woonde, maar ook voor de schoonheid van het eiland. Texel is voor mij alleen maar dat eiland wat in het spannende boek van de Gorgels thuishoort, het meesterlijke kinderboek van Jochem Meijer, waar de kinderen van mijn groep en ik zo van genoten hebben toen ik het voorlas in het laatste half jaar. Zo’n spannende anekdote had het kunnen worden, maar niets was minder waar.

De capriolen van Pluis, iets met Poes en pootjes en smalle balkonricheltjes enzo…

De lente laat zich van haar beste kant zien. Er moet wel een extra trui bij, maar de sterkte van de zon tovert blossen op de wangen. Alles is mooier, beloftevoller, rooskleuriger en vol van groei en ontwikkeling. Na de fysio gaan we, als het uitkomt, proberen weer een slag te maken in de tuin, maar eerst moet er gewacht worden op het pakket met wolletjes voor de uni-das. Anders wordt het donderdag. Vandaag is de laatste dag van Pluis. Dat wordt een klein feest voor de schat met een lach en een traan. Het vertrouwen in de opvang is groot en net als bij de Westy van lief, krijgt ze een warm nest toebedeeld, daar zijn we van overtuigd.

Daarna lonken de goudgele verten. Dat wordt aftellen.

7 gedachten over “Dat wordt aftellen

  1. Ach, Pluizekind! Knuffel hem nog maar stevig en een kriebeltje van mij achter zijn zachte oortjes. Ik zal hem in je verhalen missen. Maar soms is laten gaan het beste besluit ❤ Ikke ben inm iddels wel nieuwsgierig naar de wolletjes! Waar bestel je die?

    Geliked door 2 people

Reacties zijn gesloten.