Overpeinzingen

Ons eigen levenslied

De schatjes zijn vanmorgen vroeg vertrokken. Om zeven uur reed slaapmutsje de straat uit, nagewuifd door zoonlief, die een passende support bracht. Dat vind ik zo lief, zo’n spontaan initiatief.

Het feest gisteren was een doorslaand succes. Mijn hele familie op één na kwam de vierenzeventigste verjaardag van broer meevieren. Een drukke huiskamer vol met de vertrouwde koppies, kipkluifjes, kaasfrituur, frikandellen en kroketten, patatjes voor een weeshuis. Tussendoor de sterke verhalen, al dan niet aangedikt door genuttigde biertjes, kwinkslagen, grappen en grollen, zoals gewoonlijk. De familie op dreef. Wat een heerlijk en ongedwongen samenzijn. Er wordt besloten met ijs en koffie en daarna trekt de familie weer verder. Dag lieverds. Zieke broer is er niet bij, maar die strooit bemoedigende berichten over de familie-app. De stemming is opperbest.

Lief was gaan wandelen in Utrecht. De singels over, een oud stuk Utrecht door en weer met de tram naar huis. Zijn eerste rondgang na corona. Niemand heeft verder last gehad van bepaalde symptomen. Het virus is mild voorbij getrokken.

Beneden wordt er gerommeld. Dozen opengemaakt en weer dichtgeplakt, alles wordt opgestapeld op het kleine kamertje, dat als opslag zal dienen voor die zes maanden, dat zoonlief en vriendin bij dochterlief in huis wonen. Zo valt alles op de juiste plek. Ieder z’n eigen stek. Ik vind dat zoonlief en ik het goed gedaan hebben al die jaren. Elkaar de ruimte gegeven, zoonlief hier op kamers laten zijn, zodat we veel vrijheid kenden om te gaan en te staan waar we wilden. Zo hoort het eigenlijk als de nood wetten breekt.

Met z’n vieren in het huis was nog wat meer aanpassen. Rekening houden met douche en keukengebruik, ontsnapmogelijkheden als de werkkamer creëren en vooral ‘leven en laten leven’ hanteren. ‘Nu kunnen jullie bij ons op bezoek’, merkt zoonlief op. Haha. Dat zullen we dan eens gauw doen.

Het is eigenlijk tuinweer. De lucht is geklaard en er staat nog wel een straf windje, maar het ziet er buiten, waarschijnlijk zolang je achter glas bivakkeert, heerlijk uit. We spellen de krant uit, drinken koffie en luisteren naar een stukje klassiek, een kalm begin van de zondag. In een blog van een ander wordt het klaarzetten van het ontbijt geroemd en daardoor moet ik ook denken aan moeder, die een broertje dood had aan de vroege ochtenden. Ze zorgde er derhalve voor dat alles klaar stond voor de hele kinderschaar, zodat we onszelf konden bedruipen. Zelf kwam ze dan pas om een uur of negen beneden om uitgebreid de ochtendkrant op haar knieën op de vloer uit te vlooien. Een klein persoonlijk gewin, dat moment voor haarzelf. Ochtendmens ben ik geworden, maar geen vroegopstaander.

Met zonnige dagen verlang ik naar Verweggistan, waar het in de vroege ochtend, als lief zich nog een keer omdraait, zo heerlijk wakker worden is op het terras achter de grote houten tafel in de opkomende zonnestralen met het uitzicht op het terrein, de glooiende tuin met haar beelden, de fruitbomen, de rode beuk. Nog even wachten en dan kunnen we weer.

Geduld is een schone zaak. Daar moeten we het voorlopig mee doen. Nu we het huis alleen hebben zullen we de eerste aanpassingen uitvoeren, hier en daar wat opknappen, achterstallig onderhoud aanpakken en wat door de tand des tijds is aangevreten, vervangen. Zo worden er steeds meer stappen gezet naar het persoonlijk leven. Iets om naar uit te kijken als alles eindelijk in de juiste groef valt. Daarna draaien we ons eigen levenslied.

2 gedachten over “Ons eigen levenslied

  1. Grote veranderingen daar bij jullie. Dochter en gezin reizen Europa door, en zoon en vriendin verhuizen. Jullie vinden de ideale oplossingen! En voor jullie samen meer ruimte en vrijheid. Geniet alvast de ZONdag!

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.