Overpeinzingen

Er is zoveel achter je horizon

Het regent pijpenstelen. Dat is lang geleden, dat het zo hard kletterde op ons venster van de wereld. Morgen zullen we het moeten doen met een volstrekt andere kijk op de wereld. Dan liggen we prinsheerlijk in het ruime tweepersoonsbed beneden en hebben zicht op huizen en kantoren. Niets is ons vreemd. De bomen hebben ze helaas in de loop der jaren rigoureus aan de achterkant gesloopt. Voor geven de bomen voor het raam de belofte van natuur weer van het park er tegenover. Er is altijd een uitweg te vinden. Nederland blijft, wat dat betreft, een postzegel.

Ik lees een dagboekfragment van Mensje van Keulen uit eind jaren zeventig en herkenning dient zich aan. Hoog zwanger van oudste dochter in het turbulente uitgaansleven van Utrecht, nog net ongetrouwd. Er waren perikelen, wijn en sigaretten in overvloed. Verboden werden slechts mondjesmaat toegepast. Wij waren voor onszelf verantwoordelijk. Vaker ook niet of nauwelijks. Moederschap overviel me net zo als het klaarblijkelijk Mensje van Keulen deed. Een huilende baby met krampjes, maar ook de liefste om te ruiken, door de zwarte haartjes te strijken, de bolle wangetjes te kussen en plat te knuffelen. Broerlief kreeg haar stil met een recital van een keiharde Jimi Hendrix. We woonden op onze eigen ‘watchtower’, op de zolder van een oude boerderij met een wasmachine en een oude centrifuge, katoenen luiers en hippievermaak. We bakten brood en kwamen rond met nagenoeg niets. Om de tijden tussen de veelvuldige voedingen op vraag te stillen versierde ik fluwelen lapjes met lovertjes, macrameede plantenhangers, en haakte ik picootjes voor aan de gordijnen. De oude hanglamp kreeg een lint versierd met rasta-kralen. Het leven was gekrompen tot de babyromantiek en de eerste moeilijke wendagen van samenleven plus een.

Het etentje gisteren bij mijn lieverdjes die dadelijk hun avontuurlijke reis gaan beginnen was een aangenaam verpozen. Er viel honderduit te kletsen, plannen te smeden voor zo dadelijk. ‘Hoe vind je het dat we dit gaan doen’, vroeg mijn lieve schoonzoon. ‘Ongelooflijk leuk en spannend. Zo heerlijk om nog eens zo’n avontuur aan te gaan’, vond ik oprecht. Wat zullen de kinderen veel opsteken van deze tocht. Levend leren in optima forma. Beter kan je het je niet wensen.

Als ik jonger was geweest hadden lief en ik een groot deel van de dichtbije wereld ontgonnen, daar ben ik heilig van overtuigd. Ooit waren we al bezig met uitgebreide kennisvergaring van andere landen, Spanje, Scandinavië in oude tentjes, rugzakken op, geen cent te makken. We sliepen op kleine campings, in het vrije veld, in de trein als het zo uitkwam. Eten bestond uit de producten van het land zelf, hoe leer je anders ooit olijven en pepers eten. Nog steeds zijn we er gek op, maar nu gebeurt het reizen vanuit de veilige twee thuishavens. Tel uw zegeningen. Maar jong en ondernemend roept de wereld.

Ik beloof aan dochterlief haar breien te leren als ze in Verweggistan komen logeren met hun caravan, die slaapmutsje heet. Lieve knuffies vallen me ten deel bij het afscheid. ‘Dag lieverds. Een hele fijne ontdekreis straks’. De eerste stop is Parijs. Ze staan op een camping in het Bois de Boulogne aan de Seine. Nog even een mix van natuur en de mondaine wereld eer ze volop op de natuur aangewezen gaan zijn. De kleine filosoof gaat met zijn vader naar een wedstrijd in het stadion. Genieten van de geneugten die het land te bieden heeft. Er is zoveel achter je horizon.