Overpeinzingen

Het kale niets

Zaterdag bracht de kleine blauwe ons naar de Hoek, dik een uur rijden. Onderweg net voor de file uit. Een heiige dag net als de kwesties die zometeen besproken zouden worden, zaken als financiën, verplichtingen, aflossingen etcetera. Iets waar ik me nauwelijks in had verdiept en waar lief heel lang over zou moeten denken, terwijl broer de zaken in een oogwenk helder uit de doeken kon doen. Een van de leerpunten van lief, en indirect van mij, was hulp vragen als dat verlichting brengt.

Schoonzus bereidde ondertussen het diner. De stoofpot moest twee uur in de oven, tussendoor zouden we een strandwandelingetje maken of in ieder geval even een afzakkertje halen bij een van de vele strandtenten die de boulevard rijk was. Broer moest even bijkomen van het vele denkwerk dat hij ‘s middags had verricht. Hij placht dan in stilte buiten te zitten, te genieten van een natje en een droogje om zo de broodnodige rust te ontvangen, die zijn piepende oren nodig had. Zijn brein schudde ondertussen de kaarten. Lief wandelde met ons mee, we liepen langs het treinstation dat eigenlijk al gereed was, maar de rails er naar toe ontbrak hier en daar op diverse plaatsen. Als alles af was zou Hoek de grandeur krijgen van Zandvoort of Scheveningen, daarvan was ik overtuigd.

Zee straalde met een ondefinieerbaar licht aan de horizon geheimzinnigheid uit, een straffe wind begeleidde haar. In de breed opgezette strandtent was het zondagsdrukte en aangenaam kouten na een kleine wandeling langs de vloedlijn. Uitgewaaid en fris kwamen we thuis en broer had zijn meditatie afgebroken. Hij toverde onder het bureau in de kamer een klein blikje tevoorschijn. Het bleek een blikje babyvoeding uit 1941 te zijn. Het had in de oude bewaarspullen van zijn vader al die tijd opgeslagen gelegen. De fabriek bestond zelfs nog. Clapps met dubbel -p-, als de peren van onze oude perenboom in de achtertuin van mijn moeder vroeger.

Hij had een en ander uitgekristalliseerd en nu begreep ik waarom hij rust nodig had. Alles werd keurig op een rijtje gezet en uit de doeken gedaan, waarbij hij zichtbaar genoot van het resultaat. Na een gezellige maaltijd en een compleet verhaal reden we huiswaarts.

De volgende dag zocht ik wederom naar de linosnedes van een paar jaar geleden. In de boekenkasten beneden en op zolder lag niets, maar bij de boekenkast op de werkkamer was het bingo. Helemaal boven op de kast kwam ik de linosnedes, wat etsplaten en de afdrukken tegen. Hoera. Nu kon ik voort. In de middag haalde ik bij de kringloop zwarte lijstjes en thuis drukte ik mijn lievelings lino, een ‘Sonia Delaunay‘, af. Avantgarde en stilistisch sterk. Het bleek al gauw dat je maar heel weinig nodig had om in te inkten. Anders worden de afdrukken vlekkerig. Ik maak er vandaag nog twee afbeeldingen bij, dan heb ik een serie. Het is tevens een hommage aan deze Frans-Oekraiense kunstenares. Morgen gaat de zoektocht naar nieuwe lijsten verder. Hoe meer dochterlief kan verkopen voor het goede doel, hoe beter.

Het programma over Vermeer viel tegen omdat de andere kunstwerken nauwelijks aan bod kwamen. Ook was er niet veel te zien van het maakproces. Enkele werden aan het woord gelaten. Als het wat minder talrijk van opzet was geweest hadden ze veel meer de diepte in kunnen gaan. Vandaag dan maar ‘Onze man bij de Taliban’ terugkijken. Wat betekent een verbod op de muziek. Onvoorstelbaar hoe de leiders stukje bij beetje, en soms met grof geweld, de schoonheid van het leven uitwissen en blijdschap tot nul reduceren. Er valt nauwelijks te leven in het kale niets.