Overpeinzingen

Ik kan me niet in vieren delen

Een opmerking in de wekelijkse bijlage in de krant triggert. Martin Bril wordt aangehaald met zijn uitspraak: ‘Je mist meer dan je meemaakt en dat is helemaal niet erg’. De vriendin die dat aanhaalt vond het juist wel erg. Ze wil alles meemaken en niets missen.

Er zijn momenten waar je graag bij wil zijn. Gewoon, om verschillende redenen. Misschien omdat je denkt dat mensen je nodig hebben en dat je ze met raad en daad bij kan staan, of omdat je wil laten weten dat je onder hun huid kruipt, meeleeft, wil helpen. Mijn moeder met haar grote gezin van elf had als verzuchting als er door meerderen een beroep op haar werd gedaan: ‘Je kunt je niet in vieren delen’

Ik ben het met Martin eens. Het is helemaal niet erg om iets te missen. Er gebeurt al genoeg om ons heen. Stel je voor, dat je van alles van de hoed en de rand zou willen weten. Ik denk dat ons arme hoofd er gillend gek van zou worden. Vaker wil ik juist van bepaalde dingen slechts zijdelings weten, of liever helemaal niet. Of dat weglopen van de problemen is, kan je je afvragen. Maar dat denk ik niet. Het is een natuurlijke bescherming. Immers, met mijn moeder meegedacht: Je kan je niet in vieren delen. First things first.

Meermaals verlang ik naar de eenvoud van de filosofie van vroeger, die men vertaalde in spreekwoorden, waarbij het beperkte woordgebruik meer dan genoeg te vertellen had. Soms is daarbij het beeld dat een zo’n zinnetje oproept, belangrijk. Een beeld zegt meer dan duizend woorden, weet het verleden.

Heeft het sterk te maken met je onmisbaar voelen of het feit dat je een groot inlevingsvermogen hebt, dat altijd aanstaat. De vriendin Barbara van Beukering wil niets missen, omdat ze groots en meeslepend wilde leven. Iets wat uitvoerbaar bleek tot een lichamelijke kwaal haar terugfloot. Het lichaam greep eigenhandig in. Tot hier en niet verder.

Op de eerste plaats zal haar nieuwsgierigheid vooral te maken hebben met haar opleiding aan de school voor journalistiek. Wie voor bladen en kranten werkt als verslaggever moet gebruik kunnen maken van een breed spectrum. Dat verschilt van persoon tot persoon. Lief zegt dikwijls tegen mij dat ik ‘breed kijk’. ‘Jij ziet ook alles’ is een van zijn opmerkingen met regelmaat. Niet zo vreemd, als je dertig jaar voor een groep met jonge kinderen heb gestaan en ogen in je voor en je achterhoofd moest hebben, oren op steeltjes met een hoog associatievermogen als finishing touch. Ergo, beroep speelt een rol.

De verpleegkundige in mij liet bewust de patiënten op de afdeling achter de deur. Anders was het niet eens vol te houden geweest. Empathie tot aan de voordeur? Nee, doelbewuste bescherming, juist omdat het me al zo aan mijn hart ging om mensen te zien lijden. De vrije tijd was er om op te laden voor weer een nieuwe week nachtdiensten, waarin de onmacht en het verdriet, maar ook de vreugde en de humor weer volop aanwezig mochten zijn, al hadden op sommige afdelingen de eerste twee vooral de overhand. Een ingebouwde bescherming die broodnodig blijkt te zijn nu we ouder worden en de meegebrachte bagage soms zwaar weegt.

Meeleven

Kinderen met gezinnen, zussen, vriendinnen en vrienden, familie doen een beroep op je vrije tijd. Delen doe ik nog steeds graag, maar ik hoef niet meer alles te weten, niet van alles kennis te nemen. Daar zijn we in de aard te nietig voor. Ik ben mijn moeder en haar gevleugelde uitspraken dankbaar. ‘Ik kan me niet in vieren delen’.

4 gedachten over “Ik kan me niet in vieren delen

Reacties zijn gesloten.