Gisteren hadden we net de ogen open of de volle hectiek van de dag besprong ons. Dochterlief belde dat schoonzoon voor de deur stond, zoonlief was ook gealarmeerd met het gevolg dat we allemaal rond half negen present waren. Eerst maar koffie voor deze en gene. De oudste belde tegelijkertijd op, dat we bepaalde formulieren stand-by moesten hebben voor een ander akkevietje en zo kon het gebeuren dat we het rustige opstarten, waar we alle twee toch langzamerhand aan gewend waren geraakt, voor vandaag in ieder geval konden vergeten. Eigenlijk kwam het heel goed uit. Er viel veel te doen voor een etentje met vrienden, die voor vanavond waren uitgenodigd. Eindelijk, na een hele lange tijd. Langzamerhand probeer ik tussen alle voorvallen door op z’n minst iedereen weer even te zien voordat we naar Verweggistan zullen gaan.

Een kwestie van plannen als de agenda soms overvol dreigt te raken. Schoonzoon kwam met zijn oude thermostaat, die de geest had gegeven. Maar gelukkig hebben we hier onze eigen electronica-techneut rondlopen en die hielp hem uit de brand. Kennis, die wij van ons ‘lang zal ze leven’ niet meer op zullen doen. Zo’n printplaatje is complete acacadabra voor ons. Voor schoonzoon trouwens ook.
Voor vanavond waren we in touw om de laatste loodjes in goede banen te kunnen leiden. Nog even naar de Marokkaanse winkel, nog even naar de super, twee heerlijke salades bereiden, een momentje inbouwen voor thee en dan nog wat voorbereidingen. Bij thuiskomst had Pluis, die op dieet is vanwege haar dikke buikje, zich aan het brood vergrepen. De arme ziel zit op 50 gram brokjes per dag en het is overduidelijk dat ze er niet genoeg aan heeft. Nog even volhouden en niets meer buiten de (koel)kast laten staan. Dinsdag moet ze weer op de weegschaal.
Bij de Marokkaanse winkel heerste de sfeer van een Soukh vlak voor de aanvang van de vrijdag. Het krioelde er van de mensen. Heerlijk om de geuren op te snuiven van de verse kruiden en de specerijen en de kleurrijke uitstalling te zien van hun groenten. Twee werelden apart, daar en in de supermarkt even verderop.
Eindelijk was het dan zo ver. Een uurtje voor tijd zaten we uit te puffen op de bank. Er was een voldaan gevoel over mijn stoofschotel en al het lekkers erbij. De Pide, het platte brood, hoefden we niet meer af te bakken. Ik had twee exemplaren uit de ‘Soukh” meegenomen. De wijn stond koud evenals de Choufjes en de alcoholarme bieren. Borrelhapjes stonden op het dienblad. Alles was in kannen en kruiken. Dat was de entourage.
Waar het werkelijk om draaide waren de lieverds zelf, die binnenkwamen verscholen achter een doos met kleine, maar fijne attenties. Vrolijke bloemen in mijn lievelingskleuren, valentijnhartjes om het gemis, zelfs aan Pluis was gedacht middels twee heerlijke zakjes kattenvoer, die nu natuurlijk niet konden. De fles Veltliner mocht koud. Vriendinlief had ik ergens in oktober voor het laatst gezien. Er viel ongelooflijk veel te bespreken. Bovendien kenden beide mannen elkaar niet.
Het werd een hele fijne avond. Met gesprekken over en weer, een kwinkslag, een vleug politiek, soms de ontwikkelingen in de wereld, die ons verbaasden, onze eigen handel en wandel, het wel en wee van de kinderen. ‘Wat moet je stevig in je schoenen staan als je in deze tijden jong bent’, merkte ik op. Klonken we nu als hoog bejaard? Ieder tijdsgewricht kent haar eigen sores. Er was bij ons ook dreiging, maar weer anders dan destijds bij onze lieve vrienden, die gemiddeld twintig jaar jonger waren. Groeide angst met de jaren mee?
Er was geen toetje en er was geen taart. Dat waren we zelf, zo gemoedelijk met elkaar. En koffie was ook een mooie afsluiting. Pluis kreeg alle aandacht en liet het zich aanleunen. Veel te vroeg, sommige mensen wil je vasthouden, was het tijd om te vertrekken. De rozigheid van de maaltijd ontwaakte. Nog even terug de kou in. Dag lieverds tot ‘gauw’.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.