Beneden rommelen zoonlief en lieve schoondochter, dwars door de droom heen wiegen de stemmen naar boven, flarden van een gesprek. Gedempt gelach, de dag vangt aan. Buiten begint het verkeer langzaam op gang te komen.
Gisteren hadden we een kalme dag tussendoor. Het begin van de week vieren, dacht ik, bij het zien dat de rol bladerdeeg over de datum glipte, dat was beter dan de maandag in een blauwe kleur te wentelen. Niets mis met blauw overigens. Heb je ooit een lelijke blauwe lucht gezien, of een afzichtelijke kleine blauwe Prins, maar enfin. Weg met al die blue Mondays.
Fruit te over op de fruitschaal sinds zoonlief zichzelf weer op een gezonde voeding had ingesteld. Rissen(ja echt)bananen, appels te over, peren, gedroogde abrikoosjes in de koelkast en rozijnen. De laatste twee wellen, alles klein snijden, in het bladerdeeg stoppen, dichtvouwen en afbakken maar. Een kind kan de was doen.

De glazen theepot, waar thee op een waxinelichtje een prachtige warme oranje gloed gaf, naast de vers afgebakken strudel, de armetierige bosjes narcissen bij de allergoedkoopste supermarkt, die bloeiend toch een flinke bos waren geworden en een vleug lente met zich mee brachten en verhalen, over de door lief te installeren nieuwe printer op zijn computer.
In de ochtend had ik een respectvol bedankje gekregen waar eigenlijk de hele dag van mee geprofiteerd werd en waarmee ik geweldig blij was geweest, omdat degene die me schreef, me zo intens had begrepen. Dat geeft de burger moed. Lichtpunten zijn er vooral om geteld te worden.
Vandaag is kleindochter en haar groep aan de beurt en speelde door mijn hoofd welk boek er geschikt zou zijn voor driejarigen en jonger. Kikker en pad, omdat de stem van pad altijd een beetje klaaglijk en aandoenlijk laag klonk, was op zich een goede keuze door de gelaagde vertelling, al was het gehalte aan prenten minder. Een echt prentenboek vind ik hierboven misschien nog. De meeste heb ik weg gegeven. Het prachtige boek ‘De boom met het oor’ van Annet Schaap was nog net iets te moeilijk. Zo puzzel ik het oeuvre voor vandaag bij elkaar. Voor het eerst sinds een lange tijd voel ik de tijd als een zegen over de dag heen trekken. Oma leest voor.
Ik denk aan de groep en alle keren, iedere dag dus, waarop ik ze voorlas en ze aan hun stoel gekluisterd zaten. Ademloos hingen ze tegen het verhaal aan. Vooral het laatste boek, dat we nog met elkaar gelezen hebben. Dat was het net uitgekomen ‘de Gorgels’ van Jochem Meijer. Er was maar weinig voor nodig om ze in het verhaal te brengen. Een goed verhaal laat zich als vanzelf lezen, iedere dag bedelden ze om meer.
Gisteren dacht ik ineens, vermoedelijk door de stevige wind die om het huis heen huilde, aan Liesje Herfstbriesje. Dat was een windekind die bijna nooit van haar wolk af mocht, terwijl haar moeder Sjaan Orkaan, haar vader Toon Tyfoon en haar broer Storm wel altijd ergens aan het razen waren. Oom Koos windhoos komt op haar passen als de rest in de weer is. Natuurlijk glipt Liesje er van tussen als ze haar kans waar ziet en beleeft beneden een paar avonturen. Een superverhaal, verder uitgewerkt met mijn lieve duo. In het oorspronkelijke verhaal was ze trouwens Liesje Lentebriesje, maar we hadden het nodig voor een kamp en dat viel in de herfst. Geen probleem. Flexibel zijn brengt nieuwe mogelijkheden.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.