Het weer woedt bij tijd en wijle zichzelf voorbij en weet niet wat nog uit haar kokertje te halen. Het ene moment klettert de regen vol tegen de ruiten om daaropvolgend een bus hagel uit te schudden over de verdwaasde natuur of een nachtblauwe deken te trekken over alles wat dankzij de zachte dagen voorzichtig boven de grond uitpiept.
Een vrouw achter de rollator staat stil en kijkt omhoog, daarna zoekend om zich heen en als we na onze wandeling uit het bos bij de auto aankomen vraagt ze of de opklaring, een scheut fel zonlicht dat de lucht opentrok, aan zou houden. ‘Het is halen of brengen’ zeiden ze vroeger bij een dergelijke wisseling van sfeer en stemming en dat is het ook met het veranderlijke weer.
De kleine blauwe stond voor het grote rondgetrokken flatgebouw aan de kant waar vroeger de ingang van de pastorie met de refter was. De entree was nog net zo majestueus. Het grote beeld vooraan met een klein carillon erin, het open veld erachter en de twee oprijlanen, nu door verkeersborden in goede banen geleid. Verbaasd keken we naar de verschillende huizenblokken erachter, lagere flats, en rijen geparkeerde auto’s er tussendoor. In het bos schalden kinderstemmen en werden door de hoge lariksen ver gedragen. We liepen aan de achterkant om het gebouw heen en dachten tegelijkertijd aan de voetstappen van ons twee, die ergens daar nog steeds lagen. Zeker in dat gedeelte waar het bos nog in tact was gebleven en de overblijfselen, verwilderde rhododendron, getuigden van het landgoed van weleer. Tegenover de flat, middenachter, stond een Mariabeeld dat ooit op de buitenplaats Broekhuizen had gestaan toen het gebouw omgedoopt werd tot het klooster Arca Pacis voor de Benedictinessen van het altijd durend gebed. Daarachter stond een bordje Lourdesgrot. Maria keek uit op een poort in het midden en het park ervoor en op het Schaepmanmonument.

We volgden het bord en kwamen inderdaad uit bij een fantastische oude wijdvertakte lariks, die links van een grot stond. De grot hadden we in de jaren zeventig nooit ontdekt nu was het bijna niet te missen omdat er een beeld van Maria te Lourdes in was geplaatst. Er stonden waxinelichtjes waarvan er een aantal brandden en we staken ons eigen kaarsje op. Achter het grote beeld stond een klein miniatuurtje van hetzelfde beeld en als je goed keek, vielen er meer kleine beeldjes, een hondje, een engeltje, een ster, te ontdekken in de rotsige achtergrond. Verderop was de oude verweerde muur, die het park Seminarie afscheidde van haar buren. We liepen door naar achteren, richting Sparrendaal. Dat gedeelte van de bostuin waar we zeker nooit waren geweest en liepen in een grote boog terug. Ergens in het midden brak de zon door en ging het licht aan in het stuk loofbos. Gouddraad in het tapijt van koperbruine herfstbladeren.
Het regende tussendoor, het hagelde wat, korte felle buien niet langer dan een minuut of tien. De bomen boden beschutting. Langzaam kroop de kou omhoog. Mijn ijshand gleed in de warme hand van lief. Daar was het dametje, toen de zon weer net door het dek heen prikte.
Van vriendlief kregen we een goede filmtip. ‘Triangle of Sadness’. Hij ging er gisteren voor de vierde keer naar toe. Dat zegt alles over de kwaliteit van de film of over onze lieve vriend. Om het te toetsen gaan we er vanmiddag naar toe. Ben benieuwd.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.