Overpeinzingen

Zo’n leven in vogelvlucht

Kerst…En Kruimeltje op de televisie. Dan smelt je nostalgisch hart tot draden van uiterste emotie. Tjonge Tsjonge. Ik was het vergeten door de jaren heen. Wat een drama, wat een ongein, wat een goedmakertjes in liefde.

Die middag hadden we de verjaardag van een nichtje van lief gevierd. In een onmogelijke tijd, op een uur rijden, en binnen drie uur weer weg, want de limousine kwam voorrijden en ouders en nichtje mochten gaan overnachten in een extra luxe hotel. De regen druilde neer. Af en toe, of zeker vaker, huilde de hemel tranen met tuiten. Er zat geen strandwandeling in, zo vlak bij het strand. regelrecht naar huis en een filmpje op, was het devies, haden we bedacht.

Een gesprek met de ex-vrouw van de broer van lief was bijzonder onverwachts en fijn, omdat ik haar ongeveer 45 jaar geleden voor het laatst had gesproken. Levens wandelen bij een goede basis onmiddellijk in elkaars lijn. Overbruggen van jaren kostte geen enkele moeite. Het was een animerende uitwisseling en de jaren er tussen smolten weg.

In de verwonderingsadventskalender die een lieve vriendin op facebook deelt, komt er een bericht langs, dat je de verwondering kan bewaren door te proberen iets niet persoonlijk te nemen. Hoe doe je dat? Ik stel het me voor en vindt het onmiddellijk een moeilijke opdracht. Je neemt jezelf op de eerste plaats overal mee naar toe. In hoeverre trek je je iets aan van wat er gezegd wordt. Als ik er bewust bij blijf, kan ik afstand houden, maar zodra ik er met de emotie in ga, verlies ik het net zo makkelijk. Dat is de kleine valkuil, die er onder ligt.

In de avond zijn er nog meer kerstige programma’s. ‘Alles is Famiri’ is er zo een, waarbij Amber Kortzorg naar Suriname afreist, het land van haar vader. Hoe behoud je je identiteit in een land met zoveel verscheidene culturen en hoe past zij daar zelf in. Mooi als, op het laatst van de aflevering, bij haar oom in huis, een broer van haar vader, en een neef, al haar opgedane ervaringen in elkaar schuiven en ze zich eindelijk helemaal thuis voelt.

Daarna is er ‘ Volle zalen’ en gaat Cornald Maas op bezoek bij de Joost Prinsen, die nu tachtig jaar is. Zo wonderlijk om een stukje van ‘ de stratenmaker op zee-show’ te zien met een lange sladood van een slungel en deze Joost te aanschouwen, wiens lange lijf krom is getrokken, wat duidelijk te zien is als hij tijdens het interview blijft ‘multitasken’ en zijn vissoep bereidt.

Zodra echter zijn ogen beginnen te glanzen bij thema’s als het theater, Jenny Arean, een nieuwe liefde, valt de ouderdom in stukken van hem af. Jong van geest gebleven en nog altijd een meester in zijn vak, als hij vertelt van zijn docentschap aan de Kleinkunstacademie. De zwakkere minrebroeders moet je begeleiden, de natuurtalenten, die er toch wel komen omdat ze veel in hun mars hebben, zoals Wende en Alex Snijders, kon hij laten gaan.

Zijn liefde voor zijn overleden vrouw beschrijft hij in het boek ‘Na Emma’ en hij vertelt over de nieuwe liefde in zijn leven, Noraly Beyer. Hij sluit af met het prachtige lied van Maarten van Rozendaal: ‘Mooi’. En dat is het, zo’n leven in vogelvlucht