Overpeinzingen

In het rimpelloze meer weerspiegelt de herfst

Het boek is dicht. Letterlijk en figuurlijk. Etty’s verblijf in Auschwitz is tot het laatst toe onzeker gebleven. Maar haar lot was vanaf de aankomst bestempeld. Wat een oneindig integere manier om met de feiten, meningen, herinneringen, het geschreven woord in dagboeken en brieven om te gaan. Judith Koelemeijer heeft een monumentaal verhaal gemaakt van het leven van Etty Hillesum en verdient lof en respect.

Diep onder de indruk zit ik aan de houten tafel bij het keukenraam. De herfst trekt ons in snel tempo de winter in, nu de laatste bladeren opgeofferd worden aan een zoet windje. De nachtelijke kou omsluit de bibberende hosta’s, ze krullen hun blad. Dat er mensen zijn geweest die zich de gotspe in het hoofd hebben gehaald om te beslissen wanneer een volk aan een eeuwigdurende winter moest beginnen. Het is on-ge-lo-fe-lijk. Nog altijd. Het kost moeite om de gewone draad weer op te pakken en van dit levensverhaal los te komen. Het zorgt ervoor dat ik een veld met gele lupinen wil zien, temidden van de heide. Dat veld dat Etty in Westerbork troost schonk en de rust gaf om haar brieven te schrijven, om er met haar vrienden te praten, om de schoonheid van de natuur te zien temidden van alle ellende.

Lief grijpt zijn kans en duikt onmiddellijk het verhaal in, zoekt naar ontbrekende schakels, als hij iets tegenkomt en niet precies de geografische aanduidingen meer weet. Hij heeft er op lopen spinzen, om aan het boek te mogen beginnen. Langzaam daalt de heftigheid in mij neer. ‘Kalmte zal U redden’ bedenk ik me. Het verleden behoedt nog altijd.

Gisteren zagen we de broze negentigjarige Marjan Berk bij de laatste aflevering van De Geknipte Gast van Eus. Wat een dijk van een vrouw, een krachtige boom, een prachtige berk liet Eus in zijn gesprek naar voren komen. Hulde aan de gespreksleider en niet in de laatste plaats aan de gast.

Gisterenmiddag, omdat de zon zo prachtig scheen, toerden we na het boodschappen doen door het achterland aan de overkant van het dorp. De kleine blauwe paste door zijn nietigheid precies op de weggetjes waar aan weerskanten de gaten in waren gevallen en alleen in het midden berijdbaar asfalt lag.

Altijd weer overrompelt de weidsheid van het land, de onnoembare ruimte zo ver als je kijken kan. We zien roofvogels biddend boven het veld staan, om vervolgens neer te duiken met duizelingwekkende snelheid en daarna weer op te waaieren met een paar slagen van de grote vleugels. Ze zijn groter dan de sperwers en buizerds. Een heeft opmerkelijk grote poten. De zon is te fel om ze goed gade te slaan en de telefoon is te nietig om ze op die hoogte en van die afstand vast te leggen. De kleine dorpen zijn achteloos in het land gestrooid met als baken steevast de kerktoren. Soms half vergaan, omdat een rotsvast vertrouwen in het geloof nou eenmaal niet genoeg is om de tand des tijds te doorstaan. Ze zijn in een even deplorabele staat als de weggetjes er naar toe. Alle wegen leiden in dit geval naar Szigetvar terug.

Daar nemen we halverwege de weg naar huis een nieuwe afslag, richting Becefa, een oud wijndorp dat tegen een heuvel op ligt. Het is er aangenaam lieflijk en sfeervol. Niet alleen door de kleine wijnhuizen, die soms opgeknapt, soms ineengezakt steun zoekend bij elkaar, in een lange rij langs de weg staan en waar de druivenranken eveneens in lange rijen staan. Rechts is een van de vele vismeren die ze hier rijk zijn en waar nooit in gezwommen mag worden. Er wordt druk gevist. We rijden door, maar de weg leidt naar een pad. waar alleen nog te lopen valt, op de terugweg twee weggetjes die eveneens naar nergens leiden.

De zon werkt in alles mee om het dorp haar lieflijke uiterlijk te bezorgen. Een strak blauwe hemel erboven en zonnestralen op de kleurige huizen. Het licht zorgt voor gladde grasgroene velden. In het rimpelloze meer weerspiegelt de herfst.

2 gedachten over “In het rimpelloze meer weerspiegelt de herfst

Reacties zijn gesloten.