Het heeft geregend vannacht. De tuin en het land liggen er verstild bij, met druppels aan de bladeren, hier en daar een dwarrelend blad, grote druppels van de gesnoeide oude ranken van de druif. Gisterenmiddag zijn we ermee aan het stoeien geweest en hebben ons een weg geknipt door de wirwar van takken. Nu zijn er nog twee aan te pakken stukken over en daarna proberen we het leiden van de takken langs de zijkanten omdat de bovenkant van het prieel het echt wel heeft begeven. Nu de chaos weg is is er ook meer leven. Er fladderde zelfs een late atalanta rond, midden november.

Vannacht was het onrustig. Om half vier was ik klaar wakker en het lukte niet om de maalstroom aan gedachten te stoppen. Schapen sprongen hardnekkig achter elkaar over het hek, maar ik raakte de tel kwijt, het terugtellen liep spaak en Klaas Vaak weigerde ten enenmale dienst. om een uur of half zeven gaf hij schoorvoetend toe en in de twee dromen die volgden, kwam de hele goegemeente langs, kinderen, kleinkinderen, zussen, kindereen uit mijn groepen je kon het zo gelk niet bedenken en daarbij werd gerollerskate, werden we gesommeerd het ziekenhuis te verlaten wegens een verbouwing,werd er een baby geboren. Dodelijk vermoeiend zo in een paar uur. Om half negen was er gelukkig koffie.
Vandaag gaan we naar een museum in Kaposvar. Het is een allegaartje van bezienswaardigheden, dus we zijn benieuwd. Er zijn wat folkloristische kostuums te zien. Kolfje naar mijn hand, omdat we ooit gedanst hebben in een kostuum uit de Somogy Regio, waaronder onze befaamde flessendans. Er zat een lied bij waar ik alleen nog flarden van woorden van weet en eigenlijk helemaal niet de betekenis heb gekend. Natuurliijk dansten we een csardas in een choreografie, niet mijn sterkste punt, omdat -me laten leiden- niet tot de gebruikelijke gewoonten behoort, maar het lukte altijd wel.
Het was een feest om in de vele lagen van rok en schort, bloes en jak rond te zwieren. De tailles ingesnoerd en de haren in een strakke vlecht met een lang rood lint eraan tot op heuphoogte, witte panty en caracteres schoenen maakten het plaatje compleet. Rode lippen en konen wedijverden met het rode lint. Het publiek was verbaasd als we de flessen van ons hoofd haalden, omdat men in het begin altijd dacht dat er iets onder geplakt zat, zodat ze bleven staan. Het waren rondbuikige V.S.O.P-flessen voor de helft gevuld met water. Wat blijft zijn de mooie herinneringen.
Gisteren luisterden we naar een filosofie-podcast over Cassirer, die in 1929 samen met Heidegger in Davos een beschouwing gaven over hun opvattingen wat Zijn en Tijd en Causaliteit voor hen betekenden. Heidegger verscheen in skipak en werd gezien als de winnaar, Cassirer werd in de ogen van Simon Truwant, die werd geïnterviewd in deze podcast, onterecht als minder interessant afgeschilderd. Cassirer onderschreef de theorie van Kant over causaliteit en rekte het op tot alle culturele vormen die er zijn, zoals natuurwetenschappen, kunst, mythes, politiek, economie, ruimtes, etcetera. Hij is ten onrechte in de vergetelheid geraakt.
Een boeiend gegeven. Deze Cassirer was mij volslagen onbekend. Daarna volgde een gesprek met lief over dit streven naar de allesomvattendheid van deze beschouwing en als we de kunst in dat licht zien, dan vervult het voor ons een cruciale rol, die er zelfs boven uitstijgt omdat het zo’n wezenlijke uiting is van de cultuur in zijn algemeenheid. Daar moet je wel open voor staan. Dit soort podcasts kunnen er een mooie bijdrage aan leveren. Het smaakt naar meer.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.