Het was even zoeken naar de juiste route. Als Tomtommetje rechts zei dan was er zo’n wirwar van afslagen dat je niet meer wist welke zijweg je moest nemen. Dan maar door op de doorgaande route en keren, om later van de linkerkant te ontdekken dat we daar een afslag konden nemen onder de weg door. Het enorme parkeerterrein, los en afgegraven rommel en grint op de grond, auto’s schots en scheef en een mevrouw in een hokje die noteerde hoe laat je was gekomen, had parkeerplek te over. Afrekenen in baar geld als je weer weg zou rijden.
De markthal was vernieuwd, wist lief, en dat moest een groot wit gebouw aan de overkant zijn. Daar kwamen mensen uit met volle boodschappentassen en tasjes. De naam stond op de deur. Vasarcsanok. Lief wees op het oude gebouw aan de overkant van de straat, dat van ellende bijna in elkaar zakte. Geen overbodige luxe, deze vernieuwing. We kwamen in een hele grote ruimte, met lange rijen kramen achter elkaar. Groente en fruit, kruiden en specerijen, potten met honing, rijen dik, bloemen. In de kleine houten kamertjes aan de zijkant overdekte kramen met koeling zo te zien voor het vlees, de bakkerswaar, de groenten in het zuur, Savanyujsag, dat in Verweggistan een specialiteit van het land is. Grote potten met paprika, kool, pepers, komkommers in het zuur. De ons bekende zuurkool lag in een grote ronde gekoelde bak. Een ongekende hoeveelheid in onze ogen.

Ik speurde ondertussen naar mooie oude vertegenwoordigers van de folklore, maar de mensen achter de kramen waren jonger en moderner. Een vrouwtje liep er rond, die ik dolgraag had willen vastleggen, maar ik kwam niet verder dan een plaatje van de kenmerkende achterkant. Haar beeltenis prentte ik me goed in. Twee hele lange asgrijze vlechten piepten aan de zijkant uit het azuurblauwe sjaaltje en vielen langs haar magere postuur tot op haar middel, ze sleepte een boodschappenwagentje achter zich aan en bleef overal staan om een praatje aan te knopen. Later zagen we haar een staatswinkeltje met tabak en sterke drank insluipen.
De avond daarvoor hadden we de musea uitgezocht en na het grote winkelcentrum aan de overkant van het busstation met de bekende ketens als Douglas, Tamaris, H&M, juweliers en goedkopere kledingzaken waar we weer gauw uit wilden, wees het tomtommetje zoetjes en direct de weg naar de oude binnenstad. Daar was het Janosz Pannonius muzeum met Modern Art. Wat een heerlijke sfeer na dat klatergoud van het winkelcentrum. Een prachtig oud gebouw, vernieuwd met een ruim verbouwd gewelf, langs de oude stadsmuren en met uitzicht op de stad erachter en eronder op de lager gelegen delen. De klein blauwe vond nog net een plekje binnen een parkeerhaven, maar het was onbekend of we daar mochten staan. Wel hadden we de parkeerschijf ingesteld. Lief vroeg het aan een vrouw, die daar stond te wachten. Een paar uur was toegestaan.

In het museum hing een heerlijke rustige sfeer. De ontvangst door een vriendelijke vrouw was een verademing. Ze maakte ons wegwijs en liet ons zien waar we moesten beginnen. In de derde zaal waar we naar binnen wilden, was een gids uitvoerig bezig een grote groep uitleg te geven over de getoonde kunst. We besloten de route omgekeerd te nemen. Wat een rust en alle tijd om deze Hongaarse kunstenaars uitgebreid te bestuderen. Hier en daar zaten leerlingen, vermoedelijk van een kunstacademie, te debatteren over een werk en soms kwam een docent langs om hen uitvoerig op wat details te wijzen. We waren verrast door de prachtige samenstelling van de tentoonstelling in deze sfeervolle ambiance, een keur aan schilderijen, grafisch werk, conceptuele kunst en beeldhouwwerken. Vooral de laatste zaal met een uitgebreide verzameling aan beeldhouwwerken van de Hongaarse beeldhouwer en acteur Amerigo Tot, 1909-1984, alleen dat was al meer dan de moeite waard. Wat een prachtige collectie.
Voldaan en boordevol inspiratie liepen we met het uitzicht op het panorama tussen de gebouwen door naar de kleine blauwe. Een stevige Hongaarse agent in uniform liep al schrijvend en grijnzend langs de rij geparkeerde auto’s. Ligt er straks, bij thuiskomst, wel of niet een envelop op de mat. We wachten af.
En hadden jullie een prent? Dan ben je wel echt ingeburgerd in Verweggistan 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Haha
Emmy, dat zien we in Nieuwegein pas 😀🥰😘🌈🍀
LikeGeliked door 1 persoon
Een binnenmarkt vind ik altijd iets hebben. Gezellige drukte.
Spreekt je lief ook wat Hongaars?
LikeGeliked door 1 persoon
Ja Lieve en anders had het veel lastiger geweest
We kunnen nu alles vragen
Men spreekt bijna geen andere talen🫢❤️
LikeGeliked door 1 persoon