Overpeinzingen

Voor de broodnodige balans

Heerlijk, zonder de geluiden van het huis te horen om zeven uur uitgerust wakker in ons bloemenbed. De tocht naar het chateau de Sedan , gisteren, duurde een klein half uur. We zaten achterin bij zoonlief. Schoondochter reed en derhalve konden we de volle aandacht richten op de omgeving. Glooiende groene weiden, erachter de contouren van beboste heuvels, de lucht aan de einder, zeldzaam mooi van diep donkergrijs, violet naar lichtblauw. Franse runderen in het groen afgewisselde met de Hollandse bontgevlekte. Af en toe vloog een roofvogel over.

Het chateau lag aan de rand van Sedan, een enorme vesting van ruim 35000 vierkante meer en als ik naar de enorme torens en de donjon keek beloofde het een bijzondere hoeveelheid klimpartijen. De sportschool indachtig, zette ik me alvast schrap, vastbesloten om het mee te maken. Niet alleen was het thema ‘Souciers’, maar het werd verder toegespitst tot Harry Potter. Er was in een van de kelders een perron 8-3/4, waar het karretje half door de muur stak met koffers en pakjes, een duistere draak, de geheime kamer van Markus, donkere gangetjes, een doolhofje, vliegende sleutels, vleermuizen, de enorme eetzaal met de schilderijen aan de muur, prachtig gedekt in rood met gouden licht.

Voor ons was het al bijzonder, maar voor de kinderen was het de ultieme beleving en voor sommige zelfs te spannend. Overal hing spinrag, nagemaakt en zo fijn mogelijk uiteen getrokken. Aan het eind was het helemaal feest. Ze ontvingen een diploma voor de semi opgeloste rebus en kregen hun naam uitgeschreven door de sprekende sorteerhoed, daarna konden ze die plechtig in de ‘vuurbeker’ werpen. Al met al een bijzondere beleving.

Tussendoor zochten wij naar de oorspronkelijkheid van het fort en vooral de grote maquette en de houten gebinten in de nok waren indrukwekkend om te zien, naast de enorme schilderijen over de bloedige veldslagen die er plaatsgevonden hadden. Door de Harry Potter scene gingen deze indrukwekkende enge taferelen aan de kinderen voorbij.

Zoonlief had zich met zijn familie teruggetrokken in het rustieke restaurant en wachtte ons op. Ik had er inmiddels ruim vijf wentelende en ruw stenen trappen van imposante lengte opzitten. Op de beenspieren, voetje voor voetje. Kalmte zal u redden, bedacht ik me bij elke tree. Tot mijn grote vreugde waren er steeds bankjes om op uit te rusten en in de ridderzaal een stenen fauteuil, waar het eigenlijk niet mocht.

De terugreis was evenzo adembenemend mooi. Na de gezelligheid, van minstens een ‘Zwadderich’ tafel vol groot en klein grut, twee heerlijke soorten stamppot en de taart van de dag ervoor toe, danste kleinzoon heen en weer van enthousiasme om ons het Weerwolvenspel te leren. Het duurde even voor iedereen echt alles wat te klein was op bed had, maar daarna kon het spektakel beginnen en het was eigenlijk heel erg leuk. Ik was de spelleider, maar moest mezelf nog uitgebreid inlezen. Geen punt, daardoor leerde iedereen de regels goed kennen.

Met de ziener, een heks, het onschuldige meisje, twee weerwolven, cupido, twee geliefden, de burgermeester, de burgers bleven we in de sfeer van de middag maar nog meer op niveau en het was heerlijk om te spelen. Kleinzoon bedelde om nog een potje, werd tot spelleider gebombardeerd en jaste het verhaal er in een hoog tempo door. Daardoor werd het nog spannender. Voortaan kon het spel als familievermaak bijgeschreven worden.

Toen er nog een kleine groep overbleef, bespraken we de meer wereldse problemen van armoe en overdaad. Zinvolle, serieuze diepgang voor de broodnodige balans.