Overpeinzingen

Spijkers met koppen

Oog in Al ademde zondagse rust. Het landhuis in de stad waar we hadden afgesproken met de broer en diens familie bevond zich midden in het oude park met de majestueuze bomen. Zon zette de beuk in een vuurrode gloed. Onder de bomen hier en daar een tapijt van paarse herfsttijlozen, ranke voetjes in het tanende gras. De vijver bleek een veilige haven voor twee witte ganzen, Aka waardig, die luid snaterend gewag maakten van de fotograaf achter hen, die wel heel dichtbij kwam voor een foto. Elke vlaag wind nam ritselend blad mee naar beneden. In het water schemerde spiegelend de ondiepe bodem. Ook hier de roestbruine bladerpracht als een vloerkleed uitgespreid op het wateroppervlak. Een Vlaamse Gaai scharrelde haar kostje bij elkaar. Achter de vijver gloorde een hertenkampje. Het park leek op het oude Julianapark, maar hier gingen we vroeger nooit naar toe met mijn moeder. Het was waarschijnlijk te ver lopen geweest met onze dribbelbeentjes toentertijd.

De host van het landhuis wees onze gereserveerde tafel aan. Het was een hoge tafel met barkrukken. ‘Dat gaat hem niet worden’, vertelde ik haar, want dat zou broer van lief nooit volhouden. Als we op de bank plaatsnamen zou zij proberen twee lage ronde tafeltjes te regelen. Ondertussen viel me op hoe hard het personeel aan het werk was, en ondanks alles bleven lachen en naarstig naar oplossingen zochten bij opdoemende problemen. Even later zaten we aan een tafel voor vijf personen te wachten op de familie, die stralend binnenkwam. Wat was het mooi, wat een leuke entourage, wat een heerlijk weer en bovenal wat een select gezelschap.

Het werd aangenaam kouten over en weer. Uitwisselen van nieuwtjes, delen van voorkomende perikelen over de verkoop van het huis van broerlief en lief die uitgebreid opsomde waarom het hem nog steeds veel energie kostte om te wennen aan het nieuwe leven. Terwijl het gesprek voortkabbelde bleef dat door mijn hoofd spoken. We smikkelden van het rijkelijk belegde zuurdesembrood en de salade, alleen mijn pompoensoep kwam maar niet. Halverwege toch maar even aan de bel getrokken en onder excuses kon ik na vijf minuten ook genieten van een smaakvolle en kleurrijke soep. Broer trakteerde en daarna mochten we nog wat uitzoeken in de landswinkel met streekproducten. Gulhartig en joviaal genoot hij van zijn eigen geste. Met knuffels en een beloofd ‘tot gauw’ namen we afscheid en brachten het nichtje naar haar kamer in het Science Parc.

Terug naar huis moest me van het hart dat het gesprek wel heel erg was blijven hangen op wat er allemaal niet goed ging in de ontwikkelingen en aanpassingen. Het gaf niet het juiste beeld. Veel van wat we aan wilden pakken, was al gelukt en eigenlijk leek het op hetzelfde verhaal als in het begin. Er waren toch heel veel dingen ten goede gekeerd. Lief dacht na en beaamde wat ik naar voren schoof. De hele weg terug en lang daarna bespraken we het een en ander. Het was de hoogste tijd om de kaarten opnieuw te schudden en dat zorgde ervoor dat er daadkracht geboren werd. Inderdaad, hier en daar moest de knop om. Nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden.

Zo af en toe hebben we het nodig om eens flink het licht te laten schijnen op onze eigen verhalen en daar eventueel in te schuiven of aanpassingen te doen. Dat is goed. Het schept ruimte voor nieuw en het geeft de broodnodige energie om spijkers met koppen te slaan.

2 gedachten over “Spijkers met koppen

  1. Hearhear! Toen ik nog coachte was ik heel alert op ‘sleurverhalen’ die waren vaak zo ingegriefd dat er nauwlijks nog vragen bij gesteld werden. Even opschudden en anders naar kijken doet wonderen!

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.