Overpeinzingen

Morgen is er weer een dag

Na een aangename ochtend waarbij de regen herfstachtig op het raam kletterde en het binnen steeds behaaglijker en knusser werd, besloten we richting broer af te zakken die zijn 81ste verjaardag vierde vandaag. Geen groot feest. Een kopje koffie en wat taart. Het zou vast niet druk zijn op zo’n doordeweekse maandag, bedachten wij. Het was even zoeken op het recreatiepark naar de juiste ingang naar de caravans toe, kleine paadjes tussendoor, die uitmondden op het grote meer. Aan weerskanten hingen en stonden de caravans, hun schuttingen, hun tuintjes, sommige strak en vlekkeloos, anderen met allerlei tierelantijnen, bij schoonzuslief een kabouterdorpje.

Zo een waar ik me vroeger aan had vergaapt bij de buurman op de hoek, op mijn blote knietjes voor een spleet in de schutting. De wereld van Pinkeltje, Paulus de boskabouter en Wiplala ineen. Een kabbelend beekje met een rond bruggetje erover, een kabouter met een hengel die eeuwig in het water hing, onder zijn snor een brede glimlach met appelwangen. Later vond ik dergelijke kabouters vooral terug in de twee boeken van Rien Poortvliet, het leven der kabouters. Twee mannetjes met de armen om elkaars schouders fluks voortstappend door weer en wind. Een schone slaper, met de handen gevouwen onder zijn kleine kabouterhoofd, die de dagen zoet versleet met eeuwig gemijmer. Daar tussendoor het gemurmel van het water, dat kabbelend een weg zocht tussen de stenen van de aangelegde beek en mijn hoofd, waar de verhalen zich ontsponnen om later met vuurrode knietjes mijn weg te vervolgen. De wereld van alles is mogelijk, een waar sprookjesparadijs.

Tot onze verbazing was het huis vol. Enthousiaste begroetingen. Alle broers op twee na en drie van mijn lieve schoonzussen. De jarige, onze oudste broer, zat op zijn gemak in zijn grote seniorenstoel feestelijk te zijn. Een heerlijke stroopwafeltaart onderschreef het. De gesprekken schoten over en weer, vooral die naar aanleiding van het grote fotoboek van het feestvarken, dat bij het 50 jarig huwelijk door zoonlief in elkaar was geknutseld. De jaren veertig en vijftig, een huwelijk in 1968, de roerige zeventiger jaren met kleine kinderen en vakanties, voetbalfoto’s, nog meer vakanties, familiefeesten en familiedagen, alle zussen van schoonzus nog springlevend door de lens vastgelegd. De vaststelling van het bijzondere, dat ons wonderlijke gezin allen nog in leven waren. Soms met loodzware kwalen, de pijntjes, maar ook met de berusting en de zorg over hoe iets verder moest en bovenal het,van onze moeder geërfde, optimisme en de levenslust.

Lief stond, natuurlijk, als jonge God te prijken op de familiefoto’s met mijn vader en moeder erbij en al hun kinderen en kleinkinderen. Het waren de jaren van samen zijn en lief en leed delen. Het voelde dan ook vertrouwd daar in die kleine knusse woonkamer. Ons kent ons.

De eersten gingen weg en de jongste broer was net gearriveerd. De rol van onze vader kwam ter sprake. Hoe zat dat in de oorlog, zijn tewerkstelling in Oostenrijk en het onderduiken en wat was de taak van mijn moeder geweest met haar kinderwagen en haar gang naar het station met een gesjeesde para aan haar zij. De oude familiebanden kwamen aan bod en een staaltje Nederlands voetbal door jarige broer, die in hoge kringen had vertoefd.

Mijn vader had nooit een boek open gedaan over zijn leven. Er liggen nog steeds verstofde geheimen te wachten in alle kieren en gaten van verbrokkelde opmerkingen, meningen, gedachten en oude herinneringen. Gistermiddag kwamen er een aantal te voorschijn en daarmee was het zo betekenisvol, die verjaardag van grote broer.

Terug naar huis spraken we alles door. Lief had een afspraak met de jongste broer. Die zou zich melden op zijn geneologie-site. Die twee hadden vooral veel vorige levens te bespreken. Lief ging naar huis en ik reed door naar de kleine filosoof en zijn zus, die samen met hun pipa de vier moederloze dagen aan het overbruggen waren en ik was net op tijd om verhaaltjes voor te lezen, met kleine meid op schoot in de veilige warme sfeer van een nachtlampje. Knuffies en kusjes, high five en dag. De tijd glijdt in sneltreinvaart voorbij. Morgen is er weer een dag.

2 gedachten over “Morgen is er weer een dag

    1. Dat doet het Lieve, vooral omdat iedereen goed is met elkaar. We lopen de deur niet plat, maar als het nodig is zijn we er voor elkaar. ❤️🥰

      Like

Reacties zijn gesloten.