De kleine blauwe was aan de beurt voor de laatste kleine reparatie alvorens hij goed gekeurd zou worden. Waarschijnlijk was ik nog in de bonen van het vroege tijdstip. Het stond allemaal keurig genoteerd op de familiekalender. In mijn hoofd stond het op maandag de 26ste.
Helaas pindakaas, de juiste datum was dinsdag de 26ste. Een dag te vroeg. Ik mocht hem achterlaten. Tweede ongelukkige feit, er was geen vervangauto besteld. Dat betekende lopen en dat in alle vroegte. Tien over acht kuierden we over het industrieterrein van de stad. Het was al drukkend warm ondanks het windje. Eer ik vermoeid op mijn oude vertrouwde bank kon kruipen waren we ruim vier kilometer en een ontbijt bij een koffietent op het plein van het grote winkelcentrum verder. Daar zagen we allebei een grote bruine rat overlopen van de ene naar de andere kant. Niet eens heel snel, maar heel doelgericht. Ratten op klaarlichte dag, dan zijn er meer. Het schokt me altijd als ik een glimp van de, doorgaans onzichtbare, stadsjungle opvang.

Na de heerlijke ochtend van eergisteren namen we afscheid van zoonlief en schoondochter en van de kleine krullebol en de benjamin. Daar hoorden we welke spectaculaire belevenis de oudste had meegemaakt die dag. Hij had in de vroege ochtend zijn speen aan de ooievaar gegeven in het Amersfoortse dierenpark. Daar hingen al in groten getale de spenen van kinderen, die ze door wilden geven aan nieuwe baby’s. ‘Ben je met jouw speentje klaar, geef het aan de ooievaar’ stond er in hanenpoten op een bordje. Het koste wat moeite, maar er was een nieuw knuffeltje ter compensatie en dat vergoelijkte een hoop.
Gisterenmiddag wipten we even bij de tuin aan. In die van ons en van dochterlief was ernstig behoefte aan wat water. Het was er te warm om te werken, al wuifden de wilgen hun grote kronen uitdagend heen en weer. Daar had. Met gemak een stuk van af gekund. De maaimachine was kaduuk en we moesten het euvel derhalve grondig on der de loep nemen. Met de motor was niets mis, maar de beugel van de hendel evenwijdig aan het stuur was stuk. Al ras bleek dat je het ook prima met het kleine hendeltje kon doen waar het uiteindelijk om draaide. Met een handschoen aan was er geen centje pijn en toerde de oude getrouwe dapper rond. Ze maaide al het gras voor de voeten weg. Opgeruimd staat netjes.
Ik had wat schilderijen, die afgemaakt moeten worden, mee willen nemen voor het in te wijden grote nieuwe atelier in de Datsja in Verweggistan, maar ben ze vergeten. Dan gaat de rol schildersdoek mee en haal ik wel enkele spieramen. Straks ook even proberen hoe klein de ezel is als ik hem plat klap en of ie dan in de auto past. Daarginds staat alleen een wankele driepoot. Ook het tekenboek gaat mee, iedere dag een tekensessie is het voornemen. Daarnaast moeten er vorderingen gemaakt worden met de te lezen boeken(drie stuks) en het verhaal voor de scholen over het rampjaar 1672. De olieverf en de penselen gaan van hieruit mee. Eerst de oude voorraad op voor het aanschaffen van nieuw. Ik heb erg veel zin om het allemaal in te richten en het een goede plek te geven. Het uitzicht is er prachtig. Wie weet, waag ik me aan een landschapschildering. Het is nooit te laat om van je geloof te stappen. Al het andere tekenmateriaal mag ook mee, omdat er veel dubbel is. Productiemogelijkheden genoeg, tijd is ook in alles voorradig, nu de inspiratie nog.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.