Het werd winkel-donderdag en niet in de laatste plaats door de beloofde stortregens. De laatste dag van een vakantieweek die omgevlogen is. Als het fijn is, kent tijd geen rem. Vanuit mijn kamer, deze morgen, fotografeer ik de sobere lariks, een raam met uitzicht, zoals op elke plek waar ik een nacht logeer. Dit retraitekamertje is bijzonder goed bevallen. Niet alleen vertoefde ik met mijn dromen, door de enorme dromenvanger boven mijn hoofd, in een stilte binnen de hectiek van de dag, maar ook kon ik er in alle rust in de vroege ochtenden naar hartelust en believen schrijven. Voor tekenen was er veel minder ruimte, omdat er altijd wel een onderwerp of twee, drie langs kwam drijven.
Er is een ding wat me vooral opviel aan de Friezen waar we praatjes mee aangeknoopt hadden of die we om hulp vroegen voor het een en ander, dat men over het algemeen buitengemeen aardig en spraakzaam was. Het predikaat ‘Stugge Fries’ werd niet als zodanig ervaren, in tegendeel. Wat een heerlijke, rustige en behulpzame mensen. Of we nu toeristen waren of niet, we werden met respect en egards behandeld. Het vrouwtje uit de brocante, de behulpzame fietsenmaker, de mevrouw van de bakker waar we de hele middag zaten, maar ook de winkeliers uit Drachten bleven praatjes aanknopen. Weliswaar was het een wisselwerking en natuurlijk kwamen wij als vier ongeremde hollewaaien de winkel binnenvallen, maar dan nog. We hoorden verhalen en kregen raad, die niet te versmaden was. Smullen geblazen. Zo bleek iedere ontmoeting een verrijking. De aanschaf bleef aan mijn kant bescheiden, bij de zussen wat uitbundiger.
Allereerst was er het geroemde telefoonkoord. Niet langer zal ik straks in de tuin mijn telefoon in een tuinhandschoen aan een veter hoeven te vervoeren, maar zal ze vastzitten aan een hypermodern koord schuin over de schouder. Met de jongen achter de balie hadden we nog een verfijnde conversatie, tussen neus en lippen door, over een vreedzame wereld en de betrekkelijk kleine groep mensen die dat kennelijk anders in hun hoofd hadden. Subtiel wees hij op de vredelievende inborst van de mens en schroomde niet er de godsdienst en de evolutieleer bij te halen. Filosoof in de dop, als je het mij vraagt.
In een van de winkels kocht ik de broodnodige nieuwe rugtas. Mijn ouwetje had al eens in een vroeger stadium de voering losgelaten, die ik er vervolgens zo goed en zo kwaad had uitgeknipt en alles rammelde zo’n beetje los door de binnenruimte. Deze tas, geen leren alsjeblieft, was een simpel doch doeltreffend model, plat op de rug, voldoende voor fototoestel, papieren en portemonnee. Het ontlokte aan de drie zussen een hartgrondig ‘hehe’ uit.

Natuurlijk werd er koffie gedronken bij ‘t zusje. Dat kon niet anders en ook hier was er een uitgebreide conversatie. Zo ging het de hele dag door. Bij het Friese Schathuis deed de eigenaar uit de doeken hoe moeilijk het was om de trends uit het westen te volgen. Het had wat langer voorkooktijd nodig dan anders. Ze waren niet al te snel om. Dat maakte het moeilijker inkopen. Zo hoorden we in elke winkel het wel en wee. In de laatste kocht ik eindelijk de ring, die ik, wegens alle praktische bezwaren al jaren lang afsloeg. Een prachtige,grillig gevormde, grote onhandige ring. Bij het dagelijkse schoonmaken zou ze uiteindelijk niet dienen. Ze was voorbestemd voor feesten en partijen.
Deze laatste dag werd beklonken met een heerlijk dinertje bij een nieuw restaurant aan de markt. de regen deerde niet langer, de optrekkende kou werd getrotseerd. In het huisje werden de laatste drankjes opgemaakt. Alles stond in het kader van vertrek.
Deze vroege ochtend ruimen we met een vleugje weemoed op, schrijven lovende woorden in het gastenboek en voegen dit zinvolle zussen-samenzijn toe aan de andere ervaringen. Herinneringen voor het leven.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.