Overpeinzingen

Dan kan de dag niet meer stuk

De ochtend begon vroeg met twee kopjes koffie en een terugtrekken in de kleine maar knusse kamer met de sfeer van een kajuit. Misschien werd dat veroorzaakt door het houten bed. Een bedstede op zich. Het sliep heerlijk, na de bijgeluiden die vooral de eerste nacht waren opgevallen en die nu al tot de inboedel behoorden.

De dag ervoor moesten geit en stenen hondenbeeld gravend onder het struweel er aan geloven en werden, al even vroeg, in het sketchboek vastgelegd. De geiten bleven voor geen meter onbeweeglijk en blaatten vrolijk van het ene naar het andere hok, maar ik kon ze aan het begin vangen op de picknicktafel, waar ze lagen te soezen. Dan maar een duidelijk en een schim van de ander die later op de Ipad in kleur werd omgezet en waar geit twee verdoezelde in een mum van tijd. Ze hing namelijk roerloos in de lucht, wat een tikje onwerkelijk was.

Met alle ochtendrituelen en het ontbijt achter de kiezen togen we richting de kleine Friese dorpen richting de wadden met welluidende namen als Ee, Holwerd, Metslawier, Moddergat, Wierum, Paessens en Ternaard. Alle dorpen hadden zo’n beetje dezelfde kenmerken. Pittoreske huizen, bloemrijke tuinen, mooie oude gevels, klinkerstraten, de kerk met de eeuwenoude graven rondom, hier en daar bewoners voor het huis, druk bezig met de straat te vegen of de struiken te fatsoeneren door te snoeien. We vonden een pleisterplaats met de welluidende naam: Zee van Tijd, dat sprak ons aan, met niets anders dan dat deze vakantie, dus streken we er neer. Er was heerlijk gebak, merengue en cheesecake met de grandeur van een patissier bereid, en het was genieten temidden van de verbena, hortensia’s en vlinderstruiken.

Na het derde dorp en de zon wat ongenadig op de hoofden waren we blij eindelijk een open kerk met een tentoonstelling te zien. Zus had aangegeven graag de vlasvelden te willen zien. Toevallig ging de tentoonstelling in de oude doarpstsjerke over vlas en hoorde het bij de vlasroute: ‘Follow the blue line’. Een opmerkelijk mooie impressie met kleine pareltjes ertussen. Heerlijk om te kunnen laven aan de koelte en de schoonheid tussen de oude gebinten. Daarna hadden we trek in de wadden gekregen. We wilden zee zien en opsnuiven en aan die kant van de kust betekende het de dijk op en over.

En trappen, hoge trappen. Minstens bij elkaar zo veel treden als de vier dagelijkse trappen thuis. Die kon ik hebben, schatte ik in. Weliswaar iets langzamer, met gepuf en gehijg door wind en zon, maar glansrijk. Voor ons lag het wad, het zicht op Ameland en Schiermonnikoog als een streep aan de einder. Plukjes mensen lagen of liepen op de dijk. Zus ging over de stenen beneden de buit van open mosselen en wieren bekijken nu het vloed was en het water zich alweer begon terug te trekken.

Daarna werd het tijd voor de late lunch, maar zoals gewoonlijk kwam er nog een wad, waar een eind op te lopen viel en daarna een heerlijk vissersmuseum met de verbeelding van vroegere tijden in foto’s en huisraad, meubilair en klederdracht, compleet met de netten, de pierenstekers en de visverkoopsters tussen. Een filmpje erbij met de wapperende wollen was, borstrokken en lange onderbroeken, en de droogrekken met de scholletjes eraan gestoken, als stille getuigen buiten, van de beelden die we daarop zagen.

Een gerenommeerd restaurant in de buurt van het Lauwersdiep was de afsluiting van een heerlijke dag. Thuiskomen in de betrekkelijk rust van groen, vogelgekwinkeleer en zoemende insecten is dan ineens een oase, waar het goed toeven was met Simone en Yentl en de Boer op de buis en in hun voetsporen trokken Maarten van Roosendaal, Wende, Drs. P en Robeert Long voorbij. Dan kan de dag niet meer stuk.