Overpeinzingen

De onmacht en daarmee de pijn

Vanmorgen in alle vroegte uit de veren om de kleine blauwe prins weg te brengen naar zijn en mijn vertrouwde garage. Hij mag nog een keer helemaal in de revisie. Een rib uit het lijf, maar dan heb je ook wat. Voor de keuring kwamen er nog twee kleine dingetjes bij, maar als je rekent dat een pakje geraspte kaas tegenwoordig al 5 euro kost, valt het allemaal reuze mee.

Ja, ja het valt eigenlijk helemaal niet mee. Gelukkig zijn er geen kleine kinderen meer in het spel. Wij oudjes doen het goed op één of twee maaltijden en verder hebben de kosten weinig om het lijf. Alles wat er is, is voldoende. Je ontspult veel sneller bij het opruimen van alles dat bewaard werd in het verleden, maar nu een weg vindt naar een tweede leven. In een kringloop vliegt het leven in herinnering voorbij tussen al die prullaria. Een enkel keertje word je oog getroffen door een blikvanger, maar met wikken en wegen blijft het object voor 99 % staan waar het staat. Ruimen, plek maken, doorgaan met loslaten. Dat is het motto deze dagen.

De ‘volle maan’dagen zijn weer in het zicht en dat is duidelijk te merken. Het is voor ons een teken dat er hier en daar helderheid verlangt wordt tijdens de gesprekken. Een verduidelijking zonder mitsen en maren. Soms duurt het wachten te lang. Dan wordt het verlangen naar een eigen stek voor ons twee te groot. Geduld is een mooie zaak. Pas op de plaats, alle bezwaren tackelen en rustig doorgaan met aanpassingen maken in dit onderkomen, is de remedie bij uitstek. Het hoofd puilt uit van al het nieuw en dient kalmpjes te worden onder gebracht in kleine compartimenten achter de deuren van de grijze hersencellen. En daarna het principe ‘Alles op zijn of haar tijd’. Het komt goed. Heb vertrouwen.

Gisteren werd het verjaarsfeestje van schoonzoon en de kleine dribbel in het park gevierd. De allerlekkerste plek voor kinderen om feest te vieren. Iedereen kan uit de voeten, de kleintjes ravotten, de grotere kinderen voetballen met hun rijzige ooms, ouders halen capriolen uit ter meerdere eer en glorie van lering en vermaak, de dribbeltjes onder ons dartelen er als jonge geitjes tussen door.

De cadeautjes vallen in de smaak, schoonzoon gaat voor Padel boven de museumjaarkaart. Dribbel is helemaal jarig, blaast heel hard een niet brandende vier als kaars uit, zet zijn teen in de chocoladetaart en likt met zijn vinger van het bruine goedje. Brede lach van oor tot oor is het resultaat. Wij babbelen met iedereen alles bij als compensatie voor de vakantieweken die gaan volgen en het feit dat we elkaar een tijdje niet zullen zien. ‘Ga met corona(die hij ongetwijfeld ziet doorbreken in de herfst)in Hongarije zitten’, oppert zoonlief. Ze stoken allen echter op hout. Het is een groot stikstoffeest in de winter. Beter van niet dus.

Onder handbereik ligt het boek van Michael Ignatieff ‘Reis naar het ongerijmde’. Ongerijmd betekent volgens de Van Dale ‘In strijd met het gezonde verstand’. Derhalve is de titel tweeledig te verklaren. Een reis naar de wereld achter het gezonde verstand, maar ook een reis naar dat wat niet te rijmen valt met de ratio. Alleen daarom al moest ik dit boek wel gaan lezen. Het boek begint met pijn, in het voorwoord staat haarfijn uitgelegd waarom. ‘Kwetsbaar als een in de steek gelaten kind’ als de moeder het kind niet meer herkende. Mist, die nooit meer uit je hoofd verdwijnt en de aanschouwer die alleen maar kan gissen hoe dat zou zijn, maar het nooit helemaal ten volle beseffen zal. De onmacht en daarmee de pijn.