Je zou er zo aan voorbij rijden. Dat deed ik dan ook met verve, de eerste keer en belandde op het er naast gelegen golfterrein. Terug maar weer en goed kijken. Nog geen 100 meter verder ontwaarde ik de kleine bosweg, waar een groot verbodsbord stond. Maar nu gold het niet. Een sprookjesbos onder handbereik.
Braaf wachtte ik in de kleine blauwe(lang leve de app, waarvan het zinnetje oplichtte ‘Ik kom er aan’)op de komst van vriendinlief, die blij was met de herkenbaarheid van mijn prins. Er stonden meer auto’s langs het pad en het voelde een beetje als ongewenst, maar gedoogd. Na een hartelijke begroeting prezen we het zonnetje waarmee de middag openbrak in exact de juiste belichting voor een woud dat verend onze tred begeleidde. De fiets van vriendin werd wat ‘directief’ zoals de vrouw achter de tafel het zelf noemde, naar de stalling verwezen, terwijl wij nog in de modus ‘praktisch’ stonden. Eerst aanmelden en dan verderop de fiets stallen. De vrouw had het anders in haar hoofd. We mochten door met plattegrond en een achttal items met vragen, zodat we iets te bespreken hadden. Onze blikken kruisten elkaar en ik zag de lach erachter. Hadden we ooit iets niet te bespreken?
De Palzbiënnale is een tentoonstelling waarbij acht kunstenaars zich hadden laten inspireren door de hen omringende natuur. Het leverde soms vervreemdende, soms wonderlijke objecten op. Wat te denken van een gouden winkelkarretje in de bosvijver, of een stellage met een raket naar de ruimte. De deur met de joelende kindergeluiden erachter was sneller te verklaren. Daarachter werd het bosbad verbeeld, dat precies op die plek gelegen had vroeger.

De knakkende takjes leverde een speurtocht op naar de luidsprekertjes bij de bomen. Tk, tk, tk. Inderdaad maken brekende takjes en twijgjes een Tk-geluid. De natuurkunst-de dode boom met de schilferende bast, de ontwortelde boomstronk, de waterval, het mos en de bloeiende varens-wedijverden in hun natuurlijke habitat met de associaties van de kunstenaars.
Er was een geïmproviseerd restaurantje, dat rustiek midden in het bos lag en de eenvoudige keuze had uit pizzastukken, thuis gebakken bosbessentaart en allerlei koeken, koffie en thee. De vrouwen die ons bedienden schonken er gratis een lieflijke glimlach bij. Bordjes waren er niet genoeg, dus die werden verontschuldigend onder de handen uit gehaald. De pizza had te lang in de microwave gestaan, maar een kniesoor die daar op let. De zon scheen, de oude bomen filterden een aangenaam licht, mensen streken keuvelend neer en wij hadden een heerlijk gesprek over ons wel en wee. Wat een luisterend oor al niet vermag. De dag kon niet meer stuk.
Er kwam een schilderachtig stel aan geschuifeld en eigenlijk wilde ik ze op de foto zetten, maar kon het niet. Te brutaal zou het inbreuk maken op hun privacy. Soms pluk je pareltjes uit de dagen die voorbij gaan. Dit was er zo een met het juiste licht, de juiste sfeer, het juiste gezelschap op het juiste uur. We namen hartelijk afscheid met de belofte de ontmoetingen te staven.
De hele terugweg lang mijmerde ik nog even door op alles wat we gezien en besproken hadden. Ventileren van gedachten en zo’n prachtige kunst-en-natuurbeleving tezamen kloppen lucht in de gebeurtenissen om ons heen, maken het lichter en brengen het in balans. Een beetje van ons, een beetje van de kunstenaar, een beetje van de natuur en gelijkgestemde mensen om je heen, dat geeft de burger moed
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.