Gisteren had ik het rijk alleen en dat was fijn want het laatste stukje boekenkast moest nog uitgezocht worden. Eindelijk vonden de lijvige boeken over kunst en kunstenaars, die op de verwarming lagen, een blijvend onderkomen in de kast. Ik hoorde ze instemmend tegen elkaar fluisteren over de erkenning van hun verdiende plek. Boeken komen tot leven als je ze koestert.
Het is alweer vroeg. Weliswaar een uurtje later dan gisteren, maar ik voel de energie terugstromen en dat is waardevol. Stukje bij beetje begin ik door de bomen het bos te zien. De verzamelde snuisterijen op de boekenplanken mogen mee naar boven, naar waar straks de werkkamer komt, als ik klaar ben met stofhappen. Lief wandelt met vriend over de singels dus heb ik alle tijd om te bedenken hoe ik een en ander aan zal pakken.
Als laatste de stofzuiger door de kamer. Trots ben ik op die gevulde kast met de boeken, gesorteerd en wel, zo vertrouwelijk naast elkaar. De schildersezel mocht op de oude plek blijven. De verstelbare stoel in hoogte, mijn schilderkruk, ervoor. Alle tierelantijntjes mochten in de tassen naar boven. Nu staan er in de gang nog drie grote shoppers voor de kringloop. Daarna moet ik naar de oude slaapkamer, waar onder het bed een deel van mijn werkzame verleden ligt. Lieve briefjes, foto’s, plakboeken , gemaakt en gekregen van klassenouders die het afscheid van de kinderen elk jaar verzorgden. Tekeningen van kinderen, die ik niet weg had kunnen doen, omdat ze zo bijzonder en speciaal waren, herinneringen gevangen in stof. Ik zet alles op foto en daarna mag het weg. Vergeeld, verkreukt, beschadigd door de tand des tijds. Je kunt niet alles bewaren. Ze zitten in mijn hoofd en hart, de lieve schatjes, en dat zal altijd zo blijven.

Zoonlief kwam thuis met verse aardbeien, vanmorgen geplukt, door de boer in Tull en Twaal. Ongevraagd gaf hij zijn moeder, slechte fruiteter, een bakje met de meest verukkelijke aardbeien. Niet de waterbommetjes uit de supermarkt, maar zacht en zoet, zo zoet dat ik die smaak gewaar werd met mijn verarmde smaakpapillen. Heerlijk.
In de prunus van de benedenburen zat een juveniele merel. Het diertje viel op door het hippen van tak naar tak en het feit dat het zich niet leek te storen aan onze nabijheid. Moeder merel kwam op een paar takken afstand zitten en floot een deuntje, maar het jonkie reageerde niet en ze vloog onverrichterzake weg.
Vriendlief kwam thuis en vertelde van een oude kerk, waar vriend en hij een gemberthee hadden gedronken. Ik dacht aan het biercafe in de oude schuilkerk aan de Achter Clarenburg, maar er is een nieuw cafe bijgekomen aan de Catharijnenkade in de voormalige Westerkerk, Bunk genaamd. Het is niet alleen een cafe, maar het heeft ook een hotelfunctie. Ideaal als je de stad op je gemak wil bekijken.
Ik werd wakker door een droom waarin een achtervolging plaats vond. Een dreigend sfeertje waaruit ik alleen maar kon ontsnappen als ik wakker werd. Vermoedelijk zijn de vervolgbezigheden mijn belager. Zodra we in kalmer vaarwater zitten zal het opnieuw de rust brengen. Nu eerst maar genieten van de schoonheid van een grote getale geliefde boeken op een plank. Opgeschoond, afgestoft en verfrist. Een lust voor het oog.
Wie behoefte heeft aan een oppepper hoeft ‘s avonds maar naar de lucht te kijken. Het hele sprookjeskleurenpalet trekt voorbij. Geen probleem om daar feeërieke verhalen bij te bedenken. De zachte paarsroze tinten beloven morgen, naar een klassiek gezegde, water in de sloot. Maar eerst nog een mooie dag, vertellen de gierzwaluwen hoog boven mij.
De laatste wedstrijd van zoonlief en daarna hangt hij zijn voetbalschoenen voorlopig aan de wilgen. Naar voetbalbegrippen is hij al bijna bejaard. Morgen zal hij nog een keer vlammen en dan sluiten we voor een groot deel ook dat hoofdstuk af. Het leven zingt een belofte. Tijd voor andere zaken.
Boeken komen tot leven als je ze koestert en mensen ook.
LikeGeliked door 1 persoon
Zeker waar 😘
LikeLike