Overpeinzingen

Tijd om te rusten

Bijna klaar met de boekenkast en ook al zijn er meer dan acht grote shoppers uitgegaan, dan nog is de boekenkast vol. Mijn lievelingen mogen voorlopig weer een hele tijd mee. nu moet ik de prulletjes aanpassen die voor de boeken stonden en dat is een lastig klusje, want o, wat kan ik me hechten aan de kleine schoonheid van het leven waar altijd een verhaal aan vast zit. Die van de gulle gever, die van de verrassende vondst in een kringloop, die van een niet te versmaden object in de museumwinkel, die van het gevondene, dat kleinood uit een kinderhand.

Als het weg is, kan ik er soms een leven naar verlangen. Zoals het gebroken waxinelichtje met de doorschijnende druppeltjes, van ragfijne witte klei, een kunstwerkje op zich. Kapotgevallen door , tja waardoor eigenlijk. Zo ben ik ooit de porseleinen Leda en de Zwaan verloren en de keramieken lange half abstracte figuren, die nu nog in brokken tussen de sieraden liggen met de bedoeling ze ooit te gaan lijmen. Looppop en beer van het eerste uur liggen ook ergens in een plastic box in de schuur opgeslagen, samen met een kleine dichtbundeltje van eigen hand uit de jaren zeventig. Bij tijd en wijle zingen ze rond op het netvlies.

Het is pas kwart over drie en ik ben klaar wakker. Lief heeft een flinke kou opgelopen gisteren en ging vroeg naar bed. We hadden besloten de gezellige wijn-en Trijn uurtjes maar weer eens te minderen en de avond verdronk in spa rood met citron, mijn favoriete drank naast de thee. Dan mis ik te enenmale mijn slaapmuts en de ontspanning. Maar het is weer een van die goede acties. Stoptober in juni, waarom niet.

De support bij de avondvierdaagse was een groot succes. Na iets wat eindeloos wachten leek, eerst een brug te vroeg, maar weldra op een gunstige plek in een bocht, zodat je lang met de curve mee kon kijken. Met groene t-shirts aan met de naam van de school erop, trokken de kleine filosoof en schoonzoon breed lachend voorbij, maar niet nadat vanuit de stoet iets naar me toe kwam gevlogen en twee knellende armpjes om me heen sloeg. De twee gekochte medailles met kleindochter ‘s middags, één gevuld met vegan pindarotsjes en de ander met onvervalste snoeperij bleken goed te zijn voor een paar glunderende ogen. De bloemen, een bosje voor hem en een voor de pipa namen ook gretig af. ‘Dag lieve kanjers zet ‘m nog even op’.

‘S Middags was het net zo fijn geweest met kleindochter. Die kreeg bij de winkel van de oosterse snuisterijen een schattendoosje, omdat ze onder de boom bij de geparkeerde auto, een wonderboom met tweekleurig groen blad, zaadjes had gevonden en een plastic dopje om ze in te doen en mee te nemen. Natuurlijk moest er nog een klein roze zakspiegeltje bij en een gouden hartjesmagneet. Daarna met een softijs met spikkeltjes naar de kleine speeltuin midden in het grote winkelcentrum tot ze gehaald werd. Lief fungeerde als opa en behoedde haar voor butsen en stoten bij het rond schommelen aan en rekstok. Het zonnetje scheen. Het was gezellig druk en wij zaten heerlijk in een schaduwplek op de houten banken rondom.

Zo paste de hele dag naadloos als een handschoen in elkaar. Aan het eind, na het wachten op de avondvierdaagse, reden we langs het huis van dochterlief, die beteuterd binnen had moeten blijven vanwege de corona en niet kon meemaken hoe zoonlief glorieus de eindstreep haalde. De foto’s, in de haast geschoten van dat glunderende kind, maakten veel goed. Hartjes over en weer toegeworpen door het glas en de kleine blauwe kon op huis aan. Tijd om te rusten.

Een gedachte over “Tijd om te rusten

Reacties zijn gesloten.