Uncategorized

Een druppel op de gloeiende plaat

Richting den Haag voor de bioclub en een onderhoudend gesprek in de zondoorlichte kamer van een oud sfeervol herenhuis, compleet met alle ornamenten en een indrukwekkende trap. Gelukkig waren we allen er over eens dat Stipriaan met zijn zwijgende Willem eigenlijk meer een zeer uitgebreid geschiedkundig naslagwerk had geschreven dan een beschrijving van de levenswandel van de beste man.

Het was een fijne sfeer zo, met de pot thee onder handbereik en lieve vrouwen die een enorme kennis hadden van de historie, veel meer dan ik. We ontdekten dat het verschil voornamelijk zat in hun calvinistische en mijn katholieke opvoeding. Ze waren veel beter op de hoogte van het verloop van de geloofsbeweging die had plaatsgevonden in de late middeleeuwen. Wij hoorden vroeger wel wat over Calvijn en Luther, maar meer in termen van ketters en lasteraars. Zij hadden die vreselijke beeldenstorm in gang gezet. Wat had ik graag een objectief beeld willen krijgen van het verloop en alle kanten leren kennen. Je bent nooit te oud om te leren. Dit boek droeg daar wel aan bij en was een goede aanvulling op de verhalen van Erasmus, de dikke pil die ik hiervoor gelezen had.

‘Even geen monumentale leeswerken meer’, verzuchtten we alle vier hartgrondig en kozen een biografie van Marten Toonder, de auteur van Olivier B.Bommel. Heerlijk. Die heb ik direct besteld. Het voelt een beetje als een bevrijding dat ik niet meer aan die dikke pillen vast zit.

Het was een goede gelegenheid om vanmorgen in de stilte te starten met ‘Het woord voor Rood’ van Jon McGregor. Eer ik het in de gaten had zat ik tot over mijn oren middenin het avontuur, dat zich afspeelde op Antarctica. De pakkende stijl van deze schrijver sleurt je het verhaal in en het is moeilijk het boek weer weg te leggen. Binnen een uur lagen er 88 bladzijden achter mij en begon het tweede deel, waarbij ik nauwelijks kan wachten om straks in verder te gaan.

We hebben vooruitzichten op een parasolvoet. Dankzij de blog reageerde een lieve ouder van school van vroeger. Er lag er een in de tuin, een zware en geschikt voor een grote parasol, en hij was over. ‘Komt tijd, komt raad’, orakelde mijn moeder vaak. Dat blijkt nu maar weer.

In de avond stond er een afspraak met vriendinlief voor een theatervoorstelling van Stefano Keizer. Voor de voorstelling liep de cabaretier al rond in het publiek, ook in de zaal wandelde hij de trappen op om te zien wat voor vlees hij in de kuip had en knoopte hier en daar een praatje aan. Daarna dompelde hij ons onder in een complete anarchie, waar je vermakelijk theater verwachtte. Hij haalde alles uit de kast om elke regel, die er heerste bij een voorstelling, onderuit te halen. Hij nam zelf een korte pauze, ging wat bier halen, vroeg of hij nog iets mee kon nemen voor het publiek, stak een heel verhaal af in een hoek van de zaal zonder microfoon, stak er een sigaret bij op, hield morele monologen, en liet, onder hilarisch gejoel, het publiek meetellen van 0 tot 725 en sloeg ze daarna met hun welwillendheid om de oren. Het grote niets. De wereld is maakbaar, was de boodschap en dit was Stefano Keizer, de keizer van de gebakken lucht. Het liefst ging hij terug naar de anonimiteit, een vlucht in het donker, zoiets als theatertechnicus en prompt voegde hij de daad bij het woord. De keizer is dood, leve Govert Meit in variatie op een thema. Aan het eind was maar de vraag of het afgelopen was. Wij, met de langste adem, kregen nog de kans om zijn woeste dans met hem mee te dansen. Een mooi slotakkoord.

Ietwat verward stapten we de Kom weer uit in een klaterende regen. Regen! God zij geloofd en geprezen, voor regen wil ik wel op de knieën gaan na al die dagen van droogte en de tuin en het balkon met mij. Niet een klein miezertje, maar een flinke bui. Alle zegen komt immers van boven. Het stemt vrolijk, ook al is het maar een druppel op de gloeiende plaat.

Een gedachte over “Een druppel op de gloeiende plaat

Reacties zijn gesloten.