Uncategorized

Een moeizame exercitie

Vorige week had ik ze al gezien, de gierzwaluwen. Vanuit het zolderraam zijn hun capriolen in de lucht goed te volgen. Ze scheren door het luchtruim. Wat veel belangrijker was, ik kon ze weer horen gieren. Vanuit de oude kamer bij de boom voor het raam was dat niet meer mogelijk. Het giert immers altijd in mijn hoofd. Ze brengen de herinneringen aan mijn lieve vriendin met zich mee van wie ik veel te vroeg afscheid moest nemen. Ze was gek op de gierzwaluwen en we observeerden ze vaak op onze wandelingen in het Wilhelminapark, vlak bij haar huis, als we uit moesten rusten op een bank, omdat het lopen steeds moeizamer ging.

Nooit nam de fantasie ons mee naar het moment, waar ik haar terug zou zien in de komst van deze bedrijvige gevederde vrienden. Wel spraken we veel over het lijden en het loslaten van steeds opnieuw een klein stukje leven, haar zorgen over man en zoonlief die alleen achter zouden blijven in het grote huis, waarin je dwalen kon van souterrain naar zolder. Dood en dodelijk vermoeid waren altijd dichtbij. We zorgden ervoor dat het gewoon werd om er over te praten. Het luchtte op bij al die keren dat ze zich thuis dapperder had voorgedaan dan ze was. Daarnaast schreven we lange brieven waarin we elkaar vertelden hoe we ons voelden, zonder remming. De kale feiten en daardoor heel waardevol voor het wederzijds begrip

Gisteren bij de diepgang met Lief en ons voornemen het verrijkend aan te pakken, zochten we naar inspiratiebronnen buiten dat wat het lezen gaf. Binnen een half uur stond er een reservering voor een etentje met daar achteraan een goede film klaar en een afspraak voor een bezoek aan het Singer in Laren met een tentoonstelling van Sluyters cum suis. De modernen op een rijtje. Zo simpel kan het zijn. Bovendien had het gesprek over het Zoutpad veel los gemaakt.

Het kruiwagenwiel van kunststof werd bezorgd. Fel geel brak het de overeenkomst met zijn voorganger van vertrouwd bosgroen. Niet stuk te krijgen leek deze innovatie voor een steeds en snel weerkerend probleem bij de luchtbanden. Nu konden we naar hartelust aarde en planten aanvoeren in samenwerking met de spierballen van lief.

Na de fysio reden we door naar het kringloopcentrum in Utrecht. Een groot warenhuis van te recyclen spullen en een begrip in de stad. Lief keek zijn ogen uit. Alles stond netjes geformeerd en gerangschikt. De opzet was ruim. Brede paden waar tussen door te wandelen viel. Iets wat je in Verweggistan niet terug zag. Daar was tweedehands op de eerste plaats heel erg goed gebruikt geweest en vaak was het een grote vergaarbak van spulletjes, waarbij de moed om te gaan spitten ten enenmale in de schoenen zonk.

De parasolvoet konden we niet vinden, of een vervangende buis, maar een handige stevige bezem van wilgentenen voor in de Bernagie wel.

Thuis sprak ik Willem de Zwijger aan. Hoog tijd dat ik er doorheen ging, want vandaag komen we, als bioclub, eindelijk bij elkaar. Wat is de mensheid toch over een moeizaam en bloederig pad naar deze tijd gelopen en nog is het niet klaar. De ene veldslag op de andere volgde. Intriges en corruptie waren aan de orde van de dag. De strijd om de macht woedde niet-aflatend voort. Zijn persoonlijk leven komt er in het boek bekaaid van af, de vrouwen worden zijdelings genoemd en de kinderen komen pas aan bod als ze zo oud zijn, dat ze een post of positie in kunnen gaan nemen. Ik ben benieuwd hoe de anderen een en ander hebben ervaren. Voor mij bleef het een moeizame exercitie.

Een gedachte over “Een moeizame exercitie

Reacties zijn gesloten.