Overpeinzingen

Daar zijn er meer van

Vroeger dan normaal, bij het krieken van de dag zoals het een goed padvinder zou betamen, zijn we wakker. We laten ons wekken door de eerste lichtval, als grote beer in zijn pannetje verbleekt. Er komt visite en nogal op tijd. Elf uur om precies te zijn. Gisteren hadden we na alle bezigheden geen zin meer om het huis te kuisen, dus moeten we er nu aan geloven. Maar we zijn met twee, het werk gelijkelijk verdeeld en opgesplitst in hapklare brokken, ‘grote stappen gauw thuis’. Stoffen, stofzuigen, toilet, vaat, oven, planten water geven. Dat laatste was er gisteren bij ingeschoten. Lief pakt de stofzuiger, ik scharrel in de opruim-modus er tussendoor. Ruim op tijd zijn we klaar. Nog een paar boodschappen, die gisteren vergeten zijn, een ouderwetse tomatensoep met balletjes op het fornuis, De tafel in de lunchstand.

Tussendoor het balkon gezellig maken en genieten van de kauwtjes, de halsbandparkiet, de duiven, de meesjes, die naarstig voorraad komen halen. Pluis scharrelt mee, dan weer op balkon, loerend naar het overweldigende aanbod vogels, dan weer lui soezend op de bank in het zonnetje.

Gisteren wachtte ik een uur, terwijl Lief de intake had bij de psychosomatische fysiotherapeut. In dat pand met een soort clubhuis, een apotheek, de huisartsen, de verloskundigen en de fysiotherapie met oefenzaal er naast, gonsde het van de bijgeluiden. Mensen kwamen achter elkaar de trap op of af en de lift zoefde monotoon op en neer. Veel oudere mensen, die opvielen door het aantal decibellen, waarvan ze waarschijnlijk niet in de gaten hadden dat het op orkaansterkte was door eigen dovigheid. Sommige strompelden met een hardnekkige vasthoudendheid de treden van de trap op, terwijl de man in de scootmobiel zich naar de lift begaf en zich omhoog liet zoeven. Soms werkt zo’n hulpmiddel een tikkie tegendraads. Beweging is een soort toverwoord heden ten dage en met zo’n apparaat ben je sneller geneigd om ook de kleine stukjes niet te lopen.

Met Willem de Zwijger trotseerde ik dat stief uurtje wachten, maar het concentreren was moeilijker door de hoeveelheid prikkels die er langs kwamen. Een vrouw liep hardop zuchtend heen en weer en bedelde bij de assistente achter het loket van de fysio om druivensuiker. Ze was kennelijk ergens misselijk van. Andere mensen, alert door het gezucht, maanden haar aan te gaan zitten, wat ze voor twee seconden deed en dan weer opvloog en nog meer druivensuiker vroeg. ‘Neem het rolletje maar mee’, zei de assistente wijs. Die zag de bui al hangen of werd ze ook een tikkie zenuwachtig van het gejeremieer.

Lief was precies na een uur klaar en had heel open en uitgebreid alles kunnen vertellen. De goede sfeer van die ochtend zette zich voort en spreidde zich over de rest van de dag. Geluk, gelukkig, gelukkigst, kan het nog mooier?

’s Avonds belde vriendinlief, sterk verwaarloosd qua aandacht, een paar keer mis gebeld beiderzijds, maar nu spraken we elkaar uitgebreid en lang. Alle wederwaardigheden kwamen langs, haar sores, mijn geluk en het verlangen naar. Een wens die uitgesproken wordt, krijgt daardoor alleen al een meerwaarde. Met de belofte van een bezoek in de tuin namen we afscheid. Lief, lief, lief. Tijd om alle contacten weer wat aan te halen, nu we bijna gewend zijn aan het samenzijn.

De halsbandparkiet zit er weer. Nu parmantig boven in de prunus van de benedenburen. Straks verdwijnt ze in een witte zee van bloesem evenals het andere gevederte. Toch eens overwegen om Pluis een belletje om de hals te doen. Dan ie iedereen in ieder geval gewaarschuwd als er gevaar dreigt, omdat de poes op de loer ligt. Verder vind ik haar een echte Minoespoes, zo eentje die nuffig volstrekt haar eigen gang gaat. Daar zijn er meer van.

3 gedachten over “Daar zijn er meer van

Reacties zijn gesloten.