Uncategorized

Moe maar voldaan

De tijd dringt en hijgt me in de nek. Het zijn mijn zelfopgelegde missies, die ongeduldig staan te trappelen om uitgevoerd te worden. Daar doorheen weeft zich de wetenschap van het ongewisse. Wanneer betaamt het de nieuwe wereldburger om ons te komen verblijden. Het zijn zo van die dingen. Een stap tegelijk en voort. Eerst wacht me een fijne lunch met mijn liefste vriendinnetje.

Het is een uitgelezen plek aan de zoom van een nabij gelegen dorp, waar de weilanden zich uitstrekken en het vernuftige gebouw het geluid van de omringende snelwegen weg laat vallen. In die zomerse rust heeft de koolmees haar territorium gevonden en zich bestaansrecht toegeëigend door zelfs tot op de tafel te hippen en wat kruimels mee te pikken. Grote dikke rietsigaren aan de rand van de sloot vormen de coulissen voor de vredig grazende wilde paarden aan de overkant.

Om half twaalf dringt er nog wat ochtendkilte door, maar mijn grijze wollen lap houdt me warm, als vriendin het terras opstapt, stralend en fris als altijd. Wat een pracht van een cadeau om hier samen met jou te zijn, denk ik en dan overbruggen we de tijd met verhalen, een oneindig spoor van verdriet laten de tranen wellen en tegelijkertijd de berusting erin, dat daar niets meer aan te veranderen valt. Droevige fases afgewisseld met de kleine parels, die misschien weer wat opgepoetst moeten worden, maar onmiskenbaar aanwezig zijn, het wedervaren van de kinderen, de mooie paden die hen nog te wachten staan en onze taken om te zorgen dat het mogelijk is om er een toekomst in te zien. Tegelijkertijd de onmacht daarin en de kleine stappen, die langzaam maar zeker gezet zullen worden en uiteindelijk toch weten te komen, waar ze willen.

Dit vredige samenzijn is, net als de kleine koolmees, het bijna aanraakbare geluk. Als de dis komt, krijgen mijn onbeholpen handen, nu de linker niet werkt naar behoren, het niet voor elkaar om hapklare stukjes te snijden en als vriendin het overneemt en de boel kort snijdt komt het spreekwoord van lang geleden boven drijven. ‘Waar het ingaat, is het toch donker’. Zo’n heerlijk staaltje van Hollandse nuchterheid en tevens het besef, in de wetenschap dat het tijdelijk is, dat wij gezegend zijn, door alles nog te kunnen. Pluk de dag en leef in het nu. Zo’n gouden waarheid, die door het besef van kwetsbaarheid maar al te helder boven komt drijven. Twee uur lang dompelen we onder in die harmonie en we nemen afscheid in de wetenschap dat we elkaar over twee weken weerzien bij de workshop Cyanotype blauwdrukken.

Bij de fysio is de stagiair in eerste instantie alleen en hoort mijn relaas over de gezwollen pijnlijke pols aan. Lopen, de legpress, daar heeft het niet onder te lijden, maar als de fysio zelf komt, wil hij eerst naar de hand kijken en onderzoeken waar precies de zwelling en de pijn zich bevinden. Aan de linkerkant zit een geniepig punt. De stagiair breekt ondertussen het hoofd over de vraag wat er het meest voorkomt bij zo’n radiale breuk. Hij somt alle mogelijkheden op, zodat ik een piezeltje medelijden begin te krijgen, maar hij gaf aan dat hij het zelf toch, kost wat kost, wilde achterhalen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. ‘Wie weet’ , bedenk ik me, ‘moet het zo zijn en krijgt hij bij het examen over een paar weken wel als onderwerp ‘De Hand”. Ik fiets nog een tien minuten en met het advies kalmpjes aan te doen, ga ik even langs het tuincentrum om wat fleurigs voor het vernieuwde balkon te kopen, Met lavendel, herfstaster, thijm, en een grote pol bloeiende scabiosa kom ik thuis, waar twee tassen vol precies zorgen voor de nodige fleur in het zomerse groen.

Met alvast weer een kruidencake in de kleinere vorm, sluit ik de dag af. Moe maar voldaan.

6 gedachten over “Moe maar voldaan

Reacties zijn gesloten.