Er gloorde een lichte herfstsfeer over de dag. Ideaal weer om te doen wat spontaan was opgekomen. Met mijn verweggiekinderen(een half uurtje maar)en de kleine Benjamin een namiddag naar de dierentuin, die bij hen praktisch om de hoek ligt. Zomertijd en tijdslot, dus geboekt vanaf 15 uur. De hoop, vast lekker rustig want druilerig en laat, werd op het parkeerterrein aangemerkt als ijdel. Er was nog net één plekje vrij op al die parkeerterreinen. Er waren meer mensen op het idee gekomen.
Braaf de in banen geleide rij voor het scannen van de tickets volgen. Binnen viel de menigte uiteen en was het alsof ieder in een eigen bubbel verdween. Benjamin dribbelde, een tikje overweldigd door de veelheid van het nieuwe, ijverig heen en weer tussen de hokken. Zelfs in de donkere tunnels naar de verblijven toe, verblikte of verbloosde hij niet. Ben je mal. De dierentuin lag al in knuffels op zijn bed, zacht en aaibaar en dus herkenbaar.

Dit was interessant en nieuw, want behalve zien kon je ze vooral ruiken en observeren bij hun alledaagse bezigheden. Olifanten schurken, zoonlief en schone dochter proefden dat vreemde woord. Schurken dus. De zwangere ezelin herkende de hoogzwangere schoondochter al van verre, kwam behoedzaam over de rand kijken en liet zich zachtjes aaien. Ze knipperde een paar keer met haar mooie zachte ogen alsof ze wilde zeggen: ‘Hier weten we alles van’.

De grote bruine beer was aan het ijsberen geslagen, helemaal alleen en oogde eenzaam. Kleinzoon was vooral van de uitersten. De piepkleine en de allergrootste, de piepjonge en de alleroudste. De vleermuizen en muizen scoorden hoog op zijn ‘leukste dierenlijst’ en daarna de dino’s hoewel niet levensecht, maar wel levensgroot met een woest gebrul.

Als een kleine Calimero struinde hij door het dinobos, ‘Want zij zijn groot en ik is klein’ en lachte zich een kriek, toen papa de dinoloopwedstrijd in zijn eentje ging doen. De nazaten uit dat dinorijk, de enorme schildpadden in een klam tropisch temperatuurtje en de neushoorns met hun pantserbillen bleven liggen en staan waar ze waren. Totaal niet onder de indruk van al die passanten.

De vale gier, de ibissen, de ooievaars en de pelikanen snavelden ook onverstoorbaar door. De koikarpers waren een en al vissenoog voor wat zich daar boven het water bewoog. Het werd met enthousiasme ontvangen.

Ergens tussenin hadden ze heel handig wat eettenten en een restaurant verstopt. Peuzelend van twee bakjes friet, een zonder zout en een met, genoten we met volle teugen van een sfeervol gitaarspel, begeleidt door het ritme van de cajon. Een van de omstanders vroeg of hij een keer mocht zingen. In deze ontspannen sfeer was alles mogelijk en nu hadden we er ineens een welluidend miniconcert bij.

De apen konden op een vluchtige observatie en een geluidsimitatie rekenen. De zebra’s en vooral de imposante giraffen, met hun lange nekken, sierlijk en elegant, maar ook liefdevol, kregen de volle aandacht.
Na drie uur struinen was bij ons de koek op. De kleine Benjamin had zo nog uren door gekund. Bij het winkeltje voor de aanschaf van abonnementen gaf het meisje een staaltje Wim Sonneveld weg door ‘De man achter het loket’ te imiteren met een spraakwaterval van hier tot Tokio. Wippen op het ene en het andere been, terwijl de rij buiten steeds langer werd. Uiteindelijk werden we weer vrij gelaten en stapten de druilerige regen in. Precies op tijd. Moe maar voldaan namen we afscheid. Voor herhaling vatbaar, zeker en vast.
Wat heb je dit uitstapje mooi verpakt met jouw woorden, ik heb ervan genoten!
LikeLike
Dierentuinen zijn niet echt mijn ding, ik vind vaak dat er te weinig ruimte is, meestal. Maar voor de kinderen is het de opperste verwondering. ❤️
LikeLike
Een heerlijk dagje voor Benjamin. De druil-regen zal hij vast niet hebben opgemerkt.
LikeGeliked door 1 persoon
Wij ook niet hoor.beter dan de hitte, vind ik 😊☀️
LikeLike