Vroeg uit de veren. Alles gedaan, de kattenbak verschoond, de wc gepoetst, de vaat gedaan. Klaar voor de ontvangst. Het was dezelfde vriendelijke dakdekker als de vorige keer. Dat vond ik een hele geruststelling. Straks zou er nog een maatje komen. Met z’n tweeën is altijd gezelliger. Het leek me een hele klus. Opmeten, materiaal verzamelen, naar boven sjouwen, de oude dakplaten eruit en de nieuwe plaatsen. Maar dan had je ook wat.
Gisteren bezocht ik de tuin waar de Royal Garden Ladies op zoek zouden gaan naar hun snuifmotkever. Aan een kleine weg lag, verscholen in het struweel, een huis, nauwelijks van de weg af te zien. Een kleine oprijlaan er naar toe, links een chaletje en rechts het grote huis. Smalle paadjes langs weelderige hortensia’s, uitbundig bloeiende anemonen, agaphantussen in al hun pracht, vrouwenmantel en kleurrijke dahlia’s in alle maten en soorten deden mijn armzalige bos bloemen verbleken. De vijgenboom droeg vrucht, evenals een appelboom langs de sloot, waaraan de groene appels een flinke oogst beloofden. Overal was gekwetter van vogels te horen, koolmezen, pimpelmezen, vinkies, een bruine tortel, merels en op de grond liepen de kippen, pikten hier en daar een zaadje weg en scharrelden zo, met recht, hun kostje bij elkaar.
De gastvrouw kwam naar buiten lopen, een bekende ouder van school uit het grijze verleden. Onmiskenbaar ouder, de tijd had er wat rimpels ingesleten, maar met dezelfde energie en dezelfde gezellige spraakwaterval. Ook haar vriend was een oude bekende en samen hadden ze dit huis steen voor steen gebouwd. Een grote zwarte loebas bedelde om aandacht. Tegenover het pand lag de boomgaard en schuin aan de andere kant een grote moestuin. Het werd een genoeglijke middag met de belofte dat er koffie en thee te zetten viel en dat we tussen de acts door van een toilet gebruik konden maken.
De verhalen rakelden mijn tijd op de jenaplan op van het allereerste begin. De grootse kampen, die ze allemaal had meegemaakt en waarbij ze niet zelden een groot aandeel had in het maken van het decor of het bedenken van een entourage voor het rovershol uit Ronja, de roversdochter. Groots en meeslepend, moest het zijn. Met minder nam men geen genoegen. Teamleden kwamen voorbij, de ouders uit die tijd, een paar overleden, gescheiden, verhuisd. Kinderen die van kleine schatjes waren uitgegroeid tot standvastige dames en heren, ups en downs, het leven in alle toonaarden. Tegen zessen en een glaasje wijn verder ging ik met de kleine blauwe weer op huis aan.
In de stilte van de kamer zinderde het gesprek nog even door en trokken levendige herinneringen langszij. Wat een mooie plek voor onze act. Het lag niet bepaald op de route, maar ieder die dat wilde, zou het kunnen vinden. Deze hobbel was genomen, nu was de outfit aan de beurt. Ooit hadden we tweed rokken bij de verkleedkleren gehad en bijpassende bloezen met een ferme strik met grote linten om de hals. Misschien lagen ze nog steeds in de zakken die vriendinlief had meegenomen.
Het Vroeg Middeleeuwse avontuur neemt al een vaste vorm aan en het brengt me in de ban van het zwaard. De stappen die gezet moeten worden lopen soms harder dan ik het opschrijven kan. Mijn nieuwsgierigheid naar het vervolg is zo groot dat het soms lijkt of ik het niet ben, die het plot verzint. Het boek dat ik aan het lezen ben, helpt erbij om in de sfeer te blijven. Ondergedompeld in de avonturen terwijl boven, anno nu, men de handen uit de mouwen steekt.

Maar eerst een lekker bakkie leut voor de mannen. Daar gedijt het klaren van een klus goed op. In variatie op een thema: ‘Koffie verzoet de arbeid’.
Een gedachte over “Koffie verzoet de arbeid”
Reacties zijn gesloten.