‘Waarover spraken zij, die drie daar op dat hek…’ En over ons, dik aangekleed en weggedoken in de warme sjaals: ‘Waarover spraken zij die twee daar op die plek’ in variatie op een thema. Eerlijk gezegd hoorde ik dit kinderlied niet op het moment suprème, maar pas toen ik de foto zag van de aalscholvers, die parmantig, de kopjes naar elkaar toe, schijnbaar roerloos genoten van de middagzon.

Om half drie stond ik voor de poort bij vriendin en we liepen van daaruit richting de plas, de zo vertrouwde woonwijk door, de trambaan over, de oude school als glimp voorbij, de fietsers en scooters ontwijkend die langs ons schoten. Op de kruising bleven we staan. Linksaf voor de grote trek en rechtsaf voor de kleine. De laatste minder mooi en weliswaar door een hoge heuvel afgesneden van het drukke wegennet daarachter, maar niet verschoond van het bijbehorende lawaai. Links trok de weidse stilte en de afstand zou groter zijn, maar er viel misschien wel ergens even uit te rusten.
De plas was geen recreatiegebied. Het was helaas zelfs de meest vervuilde plas in de omgeving. De watervogels, meeuwen en aalscholvers gedijen er wel. De bodem was drassig en dwong ons om op het pad te blijven. Ook nu waren er meer wandelaars dan gewoonlijk op de been. Afstand houden zat niet bij iedereen ingebakken. Het kostte best behendigheid om af en toe de dans te ontspringen. Veelvuldig pasten we de ganzenpas toe. Twee guitige jonge kinderen zeiden met open blik gedag en floten hun hond, die om onze benen dwarrelde.
We hadden veel uit te wisselen, want het was inmiddels alweer een goed half jaar geleden dat we elkaar hadden gezien. Lopen en praten waren voor mij eigenlijk twee los van elkaar staande handelingen, maar tegelijkertijd was er niets fijners dan een gesprek al lopend te voeren. Voortdurend wees ik het tempo van vriendinlief op ‘kuieren’ als ze met stevige tred weer vaart maakte. Als vanzelf, terwijl de ogen over de uitgestrooide schoonheid dwalen, ontstond er wat filosofische of poëtische diepgang. Met spijt in het hart wist ik het fototoestel op de eettafel. Op het laatste nippertje had ik verzuimd hem in mijn jaszak te graven, toen lege flessen en twee vuilniszakken om de aandacht schreeuwden bij het vertrekken. De oude Iphone trok het om een paar verse indrukken vast te leggen, maar was daarna ook op.
Een keur aan kleurrijke beelden. Gouden rietpluimen in plukken bij elkaar, grauwe ganzen die druk snaterend imposant de veren spreiden, klokkende meerkoeten en snel wegschietende waterhoentjes met als rustgevende kern twee zeilende witte zwanen, doodgemoedereerd tussen het tumult door. We gunden de kloppende knie wat rust bij de skibaan, op twee pallets, daar kennelijk neergezet om twee vermoeide vrouwen even te laten laven. Het blauw van de plas wedijverde met het hemelse blauw erboven. Een uur wandelen bleek al gauw met heen en teruglopen anderhalf te zijn geworden. Goed voor 9075 stappen gaf de gezondheidsmeter aan en de eerste wandeling van formaat sinds twee maanden.
Aan het eind van de tocht reed een buurjongen van vriendin voorbij. Een oudleerling, die verbaasd mijn naam riep en naarstig van de fiets afsprong. Niets verandert natuurlijk, alleen langer haar, maar dat ging er bij het openstellen van de kappers, af. Hetzelfde guitige koppie, de zelfde olijke blik. Hij weerspiegelde de jaren die er naderhand bijgekomen waren, sinds hij als vierjarige bij mij binnen liep. Ruim 25 schatte ik in. Vriendin en ik vervolgden de weg en namen afscheid met de belofte gauw weer eens naar Amelisweerd te gaan, waar de veldkeuken allerlei gezonde heerlijkheden verkocht en waar banken te over stonden. Wijselijk besloten we om de ontmoeting buiten te eindigen en geen versnapering binnen te nemen. Toen ik in de auto stapte, voelde het lijf met verve in elke vezel die 25 jaar tussen toen en nu.
Ondanks het gemis van een fototoestel vind ik je foto’s heel mooi, diepe kleuren, die rust en warmte uitstralen.
Hopelijk moet je vandaag niet boeten voor het meer dan flink aantal stappen?
Babbelen en stappen, ik blijf het moeilijk vinden. Voor mij liever zwijgend de natuur genieten en dan babbelen op een bankje. Maar het is nu allemaal zo anders.
LikeGeliked door 1 persoon
De plas is niet bij uitstek geschikt om alleen maar te ondergaan. Het is er druk, bij de skibaan klinkt muziek, er zijn veel mensen. En doordat je niet meer bij elkaar op bezoek kunt ligt er veel stof tot uitwisselen. ❤ Dank je wel voor het compliment Lieve. Want het heeft beslist ook die mooie kant. ❤
LikeGeliked door 1 persoon
Vandaag hou ik me maar weer koest. 😉
LikeGeliked door 1 persoon
De foto’s zijn toch heel mooi! De aalscholvers ook, statige beesten, ook hier genieten wij van hen in het water of op de oever!
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel Ellie, het is altijd een dankbaar stuk natuur in de nabijheid. 😉
LikeLike