Uncategorized

Achter de kachel of buiten, geniet

Wakker worden met het suizen geeft binnen een behaaglijkheid, die grenst aan bevroren slaapkamerramen en brandende kachels die rood opgloeien. Het was de wind die de starre kale takken deed kraken. Over de rijbaan kwamen vanaf dat tijdstip van wakker worden bij tijd en wijle sneeuwschuivers en zoutstrooiers in een vriendelijk ogende optocht met hun gele en rood/oranje uitbundige verlichting voorbij. ‘Buiten huilt de wind om het huis, maar de kachel staat te snorren op vier’, dat gevoel.

Hoera, de fiets is gearriveerd. Gisteren belde zoonlief dat hij met één minuut voor de deur stond en of de Benjamin naar beneden kon komen om te helpen tillen. Nu prijkt het bescheiden gevaarte in de slaapkamer. Ik moet nog een en ander aanpassen zodat ik al fietsend naar buiten kan kijken. Fietsend door de sneeuw, zonder de kou, als dat geen luxe is.

Het leek niet het enige dat hij kwam brengen. Ik werd verzocht boven te blijven en nog niet te douchen. Dat duurde en duurde. Ik draaide mijn eerste rondjes op de trappers, las wat, schreef wat, tot ik mocht douchen. IJskoud water. De jongste stelde de ketel bij. Wat hadden ze uitgespookt. Honderdeneenmogelijkheden waaiden het hoofd binnen. Het was feest in de keuken, bleek. Een prachtige grote bos bloemen, trok het eerst mijn oog, tot ik eindelijk het fornuis zag. Het was de Smeg uit het oude Amsterdamse huis van zoonlief, die als bijna nieuw stond te blinken.

een gedicht op zich ❤

Er bovenop een mooie kaart met een meer dan ontroerend gedicht van Rene Oskam als bedankje. Zoonlief moest er weer snel vandoor. Bij het lezen in alle stilte schoot ik vol. Jaja, emotie kan vloeien. Het oude fornuis stond al in de schuur. Opgeruimd staat netjes.

Er lag nog een verrassing in de bus. Op de valreep aangevraagd. Het laatste boek voor een recensie. Een prachtige en ontroerende uitvoering van het gedicht: ‘Mensen met koffers’ van Sjoerd Kuyper met indringende tekeningen van Annemarie van Haeringen bij elke strofe. Ontheemde mensen, vluchtelingen zonder thuis keken droef of hoopvol van de bladzijden af. Schrijnend leed verpakt in ontroerend mooi.

Bij het verschonen van het bed vond ik de dromenvanger. De filosoof had, helemaal uit zichzelf, gevraagd of ik er een voor hem had, omdat hij zo eng droomde ’s nachts. Zo knap, dat hij het zelf durfde zeggen. Toegeven dat je angstig bent is voor veel mensen een brug te ver. Nu kan ik hem verrassen.

Bij de winkel kwam ik twee oude bekenden tegen. Het duurde even voor we de vertrouwde blikken zagen in dat bal masqué, dat een supermarkt tegenwoordig is. Luchtkussen uitwisselen en even jeremiëren hoe saai het allemaal was zonder band en optredens en hoezeer we de gezelligheid misten. De kroegentochten, terrasjes, maar vooral het knuffelen. De man zei: ‘Ik ben geen knuffelaar, maar zelfs ik mis het nu’. Heerlijk om ze even te zien, genoeg om je aan te laven. ‘Volgende keer op het terras‘, spraken we onszelf moed in.

Pluis wilde vanmorgen per se de sneeuw in. Met haar pootjes nuffig hoog optrekkend, stapte ze in het witte goedje en stempelde haar kussens in het ongerepte wit. Het was nog vroeg. Een dikke witte deken. Lang verwacht en toch gekomen.

Gisteren bij het bekijken van oude foto’s van school kwam ik ook de foto tegen van het project ‘De diepvriesdames’. Hilarische sneeuwkoninginnen in een herfstbos tijdens een kamp, waarbij alles wat wit was, uit de kast werd getrokken om de diepvriessfeer na te bootsen. Een van die juwelen uit de oude doos. Nu dompelden ze de wereld in een ijzige poedersuiker. Zoet genot bij vrieskou. Misschen moet ik nog even snel een muts breien, die ik diep over de oren kan trekken. De snoetjes komen goed van pas. Minder rode neuzen en wel warme wangen.

Na de sneeuwpret, volop de lente. Het maakt het genot van beiden groter. We hoeven niets te organiseren. Het wordt op een presenteerblaadje aangeboden door moeder natuur. Achter de kachel of buiten, geniet.

5 gedachten over “Achter de kachel of buiten, geniet

Reacties zijn gesloten.