Uncategorized

Schuld denkt zich altijd groter dan de realiteit

De illustraties van Claudie de Cleen trokken vooral de aandacht bij een essay in het magazine van deze week. De titel ervan stond in grote letters op de linkerbladzijde. ‘Jannah voelt zich’ in cereleum blauw en daaronder stond ‘schuldig’ in boetedoenend zwart, met als subtitel (de hele tijd over van alles). De tekeningetjes van Claudie beeldden vier situaties uit waarbij iemand ‘sorry’ zegt tegen geplukte bloemen, tegen een vleeskarkas, tegen een stuk fruit, tegen een postbesteller en tegen de partner tijdens een vrijpartij. De schrijfster Jannah Loontjes schreef een boek over schuld.

De aanleiding was het feit dat ze vorig jaar had besloten om in Nederland te blijven met de Kerst en niet bij haar moeder in Frankrijk of haar vader in Zweden op bezoek te gaan. Tot overmaat van ramp vierde ze het bij een zus van moeder. Die was erg teleurgesteld. Derhalve stelde Jannah zichzelf de vraag, waarom ze zich schuldig voelde en ging te rade bij de filosofen. Maar Kant vond dat je moest varen op het geweten als moreel kompas, terwijl Spinoza dacht dat schuldgevoel niet deugde omdat het je machteloos maakte. Als je iets niet doet wat wenselijk is of als je iets onwenselijks hebt gedaan wat je niet had moeten doen, roept het schuldgevoel op.

Wij schijnen met elkaar toch nog tamelijk vaak dat boetekleed aan te trekken. Er zijn schuldgevoelens waar nauwelijks overheen te komen valt, die zijn diep geworteld en hebben bijvoorbeeld grote wendingen in het leven gegeven. Er zijn ook die kleine alledaagse, maar bijna altijd ligt de eigen emotie eronder. In mijn hoofd kunnen de reacties van mensen zo een eigen leven gaan leiden, dat ik het altijd weer moet terugpakken om de realiteit te blijven zien. Niet alleen mijn voorstellingen zijn fantasievol en rijk. Mijn verbeelding maakt alles groter. Het bijbehorende gevoel groeit mee. ‘Himmelhoch jauchzend, zu tode betrübt’

De relatie tot degene tegenover wie je je schuldig voelt, speelt een rol. Is er een grote verbondenheid, is er een sterk meeleven, Niemand wil iemand, die je graag mag, ‘pijn’ bezorgen. Een heel simpel voorbeeld van een betrekkelijk onschuldig boetekleed zijn kerstkaarten. Ik stuur nooit kerstkaarten en vroeger schreef ik nog wel nieuwjaarskaarten, maar sinds er makkelijker berichten via mail of app verzonden kunnen worden, brengen die een eventuele algemene boodschap. Elke kerstkaart dat door mijn brievenbus glijdt, levert, even maar, een schuldgevoel op. Als een vertederende schrobbering, een lieve blijk van mijn onattentheid. bBijf ze sturen, want het is een zoete emotie, maar toch.

Over de lucht klaren door schuld te bekennen

Als zoonlief binnen komt vallen en naar de training moet, terwijl het eten niet klaar is, dan popt mijn strafmanteltje omhoog. Mea culpa, mea culpa. Jannah schrijft dat je je schuldig kunt voelen over dingen, waarvoor je eigenlijk geen schuld draagt. Daar blaast het verantwoordelijkheidsgevoel zich op. Ooit had ik een jaar nodig bij een psycholoog, om mij van het idee los te weken dat ik voor alles en iedereen moest zorgen. Toen hij zich een keer afmeldde omdat hij griep had, sloot ik af met de raad om toch vooral uit te kijken en wist hij dat ik er nog lang niet was. Door het virus kunnen we geen gastvrouw zijn op de afdeling oncologie. Het leverde naast spijt ook berouw op. Het was alsof de mensen in de steek werden gelaten door mij en mijn afwezigheid een ochtend n de week. Zie je wel dat alles groter wordt. Zelfs de orde van belangrijkheid.

Het hele complexe begrip schuld is ons met de paplepel ingegoten. Al als klein kind was er een prentenboek thuis, waarin het Hemelse Paradijs stond afgebeeld met veel blauw en goud, en zoetgevooisde engelen, maar als voorportaal naar het kwaad waren daar ook de indringende platen van mensen in het vagevuur en daarna volgde het hellevuur tenslotte met duivels en verwrongen gezichten in vurig rood en geel. Bovendien moesten we elke week naar de biecht om schuld te belijden. We verzonnen de minst erge misstappen, als snoepen uit de suikerpot, of lezen in bed, terwijl het niet mocht, maar moesten als penitentie minstens drie weesgegroeten en onze vaders bidden op onze blote knieën in de houten banken voor de biechtstoel. Vergiffenis werd ons tot grote opluchting wel geschonken, door middel van de absolutie. Pff, daar was je weer een hele week van af.

Naast de bijbel zijn er die andere bijbels. Dostojewski, de Beauvoir, Grünberg en nog vele anderen. Een onderwerp dat zich uit laat rafelen in duizend mogelijkheden of meer. Dat hele complexe gevoel bewust fileren in hapklare onderdelen verzacht. Door de beelden in het hoofd tot een minimum te beperken, ook. Schuld denkt zich altijd groter dan de realiteit.

7 gedachten over “Schuld denkt zich altijd groter dan de realiteit

  1. Als vrij jong kind doorworstelde ik ‘Schuld en boete’ van Dostojewski, meer nog, ik las het echt graag.
    Ook onze krant schreef onlangs over het nieuwe boek van J Loontjes, ook ik heb het toen grondig laten inwerken. Ik herken me er zelf in, schuldgevoel heeft (te) vaak (en grotendeels onnodig) een domper op simpel leven geplaatst. Maar de aan-uit-knop vind ik niet altijd.

    Geliked door 1 persoon

  2. Bovendien moesten we elke week naar de biecht om schuld te belijden.
    +++

    Iedere week maar? U was een voorbeeldig meisje.

    Vele malen zat ikzelf op mijn knieën voor de biechtstoel.
    Bekoord en verleid door die heerlijke zonden van het zesde en negende.

    Ik durfde al eens naar Putti kijken. Tijdens de wandeling.
    Zat op internaat in de jaren vijftig in een Klein Seminarie.

    Ik lijd nog altijd aan de ‘collateral damage’.

    Mooi dagboek!

    Geliked door 1 persoon

    1. Maar daar lag de norm hoger. In het stadse leven waren er nonnen en priesters en de pastoor, de nonnen in het klooster, de priesters en de pastoor in het parochiehuis. Wel latijnse missen en tot begin jaren zestig denk ik. Precies het lijden is grotendeels te wijten aan dit deel van de opvoeding. 😉
      Dank je wel.

      Like

Reacties zijn gesloten.