Uncategorized

De som der dingen

Nog snel op de valreep wat feitelijkheden voor het Sintfestijn van vandaag gehaald. De winkel was zo coulant om alles wat met de beste man te maken had, voor de helft van de prijs weg te doen. Had ik even mazzel. Nu de gedichten nog. ‘Ik kan rijmen en dichten zonder mijn hemd op te lichten’, zeiden we vroeger.

IMG_6595De eerste rijp

In mijn puberteit schreef ik melancholische gedichten over van alles waar ik door geroerd werd. Dat waren nog al wat zaken. Bij het zien van een film, bij een emotioneel bericht, bij het karretje dat op de zandweg reed, bij rijp op de velden. Er was ooit een test gedaan en daar kwam met name uit naar voren dat ik snel afgeleid was en me teveel liet leiden door mijn gevoel. Dat klopte beiden. De toevoeging te veel was een statement, die de boel verpestte. Niet dat mijn ouders me ook maar een moment een strobreed in de weg hebben gelegd om te voelen.

Het zorgde wel voor de diepe dalen, de hoge bergtoppen en een dromerig bestaan. Als ik bij Duits het gedicht ‘Sehnsucht’ moest voordragen zat ik diezelfde avond nog achter de opengeschoven Beatlegordijnen bij het schijnsel van de lantaarn door het raam naar de maan te staren:

‘Es schienen so golden die Sterne,
Am Fenster ich einsam stand
Und hörte aus weiter Ferne
Ein Posthorn im stillen Land.
Das Herz mir im Leib entbrennte,
Da hab’ ich mir heimlich gedacht:
Ach wer da mitreisen könnte
In der prächtigen Sommernacht!’

Dat het gedicht van Eichendorff was, vergat ik gemakshalve, want dat had niets met de staat van zijn te maken. Het ging om dat aandoenlijke heimwee en het staren. Ik mocht bij Nederlands frequent voordragen en mijn schrijfsels werden gewaardeerd. Een bakermat voor het leven. Juffrouw van Harte stimuleerde met haar enthousiasme mijn wankele schreden op het schrijverspad.

img_6593.jpg

In de droom vannacht reed ik, achttien jaar pril, met de Wijze van Vinkeveen, waar we vaak in het weekend naar toegingen, naar utrecht terug. We waren jong en hooglijk verliefd. Het snoerde de keel, het verwarmde het hart. We reden langs de oude buitenplaatsen aan de Vecht met de romantische prieeltjes en ik droomde weg naar de tijd dat geliefden thee dronken uit fijn porselein, geurige melanges in flinterdunne schoonheid. De gelegenheid bij uitstek om elkaar wat poezie voor te lezen, Shelley, Keats, Beaudelair, Rimbaud en Verlaine. Ondertussen schurkte ik tegen zijn schouder aan, voelde de veiligheid en het vertrouwde.

img_6597.jpg

Ik dwaal af. Sinterklaas dus, ik heb nog een dyslectische Piet in de hoed zitten, die kan verklaren, waarom alle namen bij de chocoladeletters zo verhaspeld zijn, ja, zelfs met vreemde letters in de bijt.

Sint het is niet waar/Ik kan lezen als de beste, heus/maar die letters doen wat raar/ze schudden zo maar door elkaar/Die letters zijn wat dubieus/Ze kloppen net niet helemaal/Maar ze zijn er allemaal….

Nu moeten we de puzzel tot een goed einde zien te brengen, maar dat kan met behulp van de twee oudste kanjers, die tegenwoordig elk jaar staan te trappelen om Sint te helpen.

IMG_6594

Dan moet er nog een gedicht geschreven worden in het Frans. Misschien moest ik het stof maar weer eens afblazen van de oude Beaudelaire. Maar nee, ik vrees dat het blijft bij Sint die niet wist wat hij moest schenken, omdat hij moe was van al het denken en nog wat van die oneliners. Dit jaar is het een makkie, geen surprises alleen de taal.

Woorden zeggen meer dan de som der dingen.

 

 

3 gedachten over “De som der dingen

Reacties zijn gesloten.